Nederlandse defensie industrie

Gestart door jurrien visser (JuVi op Twitter), 17/09/2012 | 14:46 uur

ridivek

Volgens mij heeft de marinebouw industrie in Nederland niets te klagen aan opdrachten van de overheidskant.
Niet alleen de marine is afnemer van schepen ook de Rijksrederij (valt onder Verkeer en waterstaat) heeft een flinke vloot.

Nu is de rijksrederij (die zo'n 150 schepen/boten heeft bezig met een vervangingsprogramma.
Ook de marine heeft nog steeds projecten lopen. Ik weet er zeker twee die spoedig gaan lopen:
- Nieuwe LCU's
- nieuwe cutters voor kustwacht carieben.

Dit zijn kleine schepen maar de marinebouw moet niet zo zeuren. (is mijn mening)

Wel mag er van de overheid uit meer gelobbyd worden voor projecten uit het buitenland. Laat Damen maar een paar JSS'en bouwen voor Australië en Canada (waarbij ze natuurlijk hier het ontwerp doen [de kennis ontwikkeling] en in die landen onder licentie bouwen). Wat sensoren erbij van Thales en de NL marine industrie heeft zijn zin (zonder dat de Nederlandse belastingbetaler ervoor opdraait)

jurrien visser (JuVi op Twitter)

Citaat van:  www.maritiemnederland.com Vandaag om 12:14
Het NMC hoopt dat het Witboek van het ministerie van Defensie een aantal van de voorlopige ontwerpstudies voor nieuwe marineplatforms en -systemen naar voren haalt. Ook de nieuwbouw van opvolgers van bijvoorbeeld de Rotterdam en een nieuwe generatie mijnenjagers, in internationale samenwerking, zou idealiter een aantal jaren worden vervroegd.

Een stuk van al weer enige maanden oud (was bij mij nog onbekend), interessant is natuurlijk de verwijzing naar het witboek van Mindef, of bedoelen ze hier de visie nota mee?

Wie weet hier meer van?

jurrien visser (JuVi op Twitter)

De communicerende vaten bij Defensie

Branche: Marine | Auteur: Menno Steketee |
Publicatiedatum: zaterdag 1 juni 2013

Bij de Koninklijke Marine valt voor 2020 geen nieuwbouw van marineschepen te verwachten, terwijl de vervangingsvraag zich aandient. Marine nieuwbouw is een aanjager voor innovatie, en die wordt nu onderbroken. Dit is zorgelijk. De budgetoverschrijdende F-35 helpt ook niet mee om extra marine nieuwbouw voor elkaar te krijgen.

Het Nederlands Marinebouw Cluster (NMC) , waar in ondernemingen als Thales Nederland, Damen Schelde Naval Shipbuilding maar ook diverse maritieme onderzoeksinstituten zijn vertegenwoordigd, maakt zich zorgen over de recente bezuinigingen en aanpassingen in het defensiebudget. Bronnen binnen het NMC, dat de economische tegenspoed overigens redelijk heeft doorstaan, vertellen Maritiem Nederland 'een discontinuïteit te vrezen in de geplande vervanging van varend materieel van de Koninklijke Marine'. Vooral de onderbreking van de kennisopbouw is daarbij een bezorgdheid.

Exportmarkt

Nieuwbouwopdrachten zijn in deze sector een aanjager van innovatie. Door eerdere Nederlandse investeringen in nieuwe technologie heeft de sector een positie opgebouwd op de exportmarkt. Hierbij valt te denken aan scheepsconcepten, zoals de Sigma-klasse van Damen Naval Shipbuilding, maar ook aan marinesensoren van Thales. Momenteel ligt er een gat in de 'roadmap' voor Nederlandse marine-innovatie van meer dan zes jaar en de vooruitzichten voor het defensiebudget zijn niet florissant. Het consortium kijkt daarom uit naar het Witboek dat het ministerie van Defensie verderop dit jaar zegt uit te brengen in de hoop dat dit de zorgen althans gedeeltelijk kan wegnemen.

Onder druk van eerdere bezuinigingen zijn vervangingsprogramma's en de bijbehorende innovatiestudies in de tijd naar achteren geschoven. Na de indienststelling van het nieuwe, 28.000 ton metende Joint logistic Support Ship (JSS) in 2015, is tot na 2020 geen nieuwbouw gepland. Het JSS wordt dit jaar van Damens werf in het Roemeense Galati overgebracht naar Vlissingen waar het schip zal worden afgebouwd en van uitrusting worden voorzien. Het volgende geprojecteerde nieuwbouwprogramma behelst de opvolger van de Alkmaar- klasse mijnenjagers. De laatste zes die niet zijn verkocht, zijn recent ingrijpend gemoderniseerd, maar de levensduur van de schepen is eindig waardoor vanaf 2020 vervanging staat gepland. Ook het landing platform dock 'Hr. Ms. Rotterdam' (LPD-1), dat eind jaren negentig in dienst kwam, is begin volgend decennium aan vervanging toe net als de resterende Karel Doormanfregatten, bekend als M-fregatten.

Voorbereidingen

De levensduur van de vier Walrus-klasse dieselelektrisch aangedreven onderzeeboten reikt na het moderniseringsprogram dat nu zijn beslag heeft, tot 2025. Wanneer de politiek besluit dat een opvolger hiervoor noodzakelijk is, zullen al jaren daarvoor voorbereidingen moeten worden getroffen, bijvoorbeeld door het inschakelen van het Dutch Underwater Knowledge Center (DUKC). Dit is een gelegenheidsformatie van bedrijven met expertise in onderzeebootbouw of -uitrusting. Sommige fondsen voor relevant voorbereidend onderzoek en ontwikkeling voor al deze nieuwbouwprojecten zijn al toegewezen, maar over de invulling van de projecten zelf bestaat nog geen duidelijkheid.

Deze orderkloof confronteert de marineindustrie met een aantal problemen, waaronder voldoende R&D, het behoud van goed geschoold personeel en, daarmee, het handhaven van technologische expertise. Op de exportmarkt heeft de Nederlandse marine-industrie successen gescoord, bijvoorbeeld met de verkoop van Sigma-klasse korvetten aan Marokko en Indonesië - en andere bouworders kunnen nog volgen. Maar deze schepen, hoewel modern, 'kunnen niet functioneren als generator van technologische innovatie die nodig is om een volgende generatie van marineschepen in gang te zetten', stelt een andere industriebron. "De rol van de Koninklijke Marine als motor voor innovatie en launching customer van veel producten van de Nederlandse marinebouwers blijft van cruciaal belang."

Het NMC hoopt dat het Witboek van het ministerie van Defensie een aantal van de voorlopige ontwerpstudies voor nieuwe marineplatforms en -systemen naar voren haalt. Ook de nieuwbouw van opvolgers van bijvoorbeeld de Rotterdam en een nieuwe generatie mijnenjagers, in internationale samenwerking, zou idealiter een aantal jaren worden vervroegd.

http://www.maritiemnederland.com/opinie-debat/de-communicerende-vaten-bij-defensie/item1145

jurrien visser (JuVi op Twitter)

Duitse miljoenenorder voor Varias Systems

Geplaatst op 17/01/2013 

Varias Systems levert technisch hoogwaardige commando- en controlesystemen voor de Puma, het nieuwe pantserrupsvoertuig van de Duitse Landmacht. De miljoenenopdracht komt van Rheinmetall Landsysteme, dochter van Rheinmetall (Düsseldorf), dat de Puma samen met Kraus-Maffei Wegmann ontwikkelt. Varias Systems, onderdeel van de Variass Groep,  heeft zich de afgelopen tien jaar met succes toegelegd op de defensie- en veiligheidsmarkt. De order levert het Veendamse bedrijf zeven jaar werk op

De Puma wordt voorzien van Softkill infrarode decoys waarmee inkomende anti-tankprojectielen gedetecteerd en onderschept kunnen worden. Door het toepassen van moderne elektronica en digitalisering van camerasystemen is binnen te zien wat zich rondom het voertuig afspeelt.

De focus van Variass Systems op de defensie- en veiligheidmarkt heeft geresulteerd in diverse substantiële orders uit Nederland, Frankrijk, Zweden en Duitsland. De order van Rheinmetall Landsysteme, dat al langer zaken doet met Varias Systems, betreft het produceren en assembleren van systemen en het ontwikkelen van een automatisch functioneel testsysteem. De order geeft een impuls aan verdere ontplooiing van de gekwalificeerde medewerkers en innovatieve investeringen..

Variass Systems B.V. maakt samen met Variass Engineering B.V., Variass Electronics B.V. en Variass Medical Systems B.V. onderdeel uit van het hightech bedrijf Variass en heeft vestigingen in Veendam en Leeuwarden. De Variass Groep is een system supplier en EMS-specialist (Electronic Manufacturing Services) en heeft een sterke marktpositie in de markten defensie, medical, water en industrie. Klanten zijn veelal Europees en/of wereldmarktleider.

http://www.linkmagazine.nl/content/view/3562/

jurrien visser (JuVi op Twitter)

Debat aanbestedingswet op defensie- en veiligheidgebied

Op de eerste vergaderdag van het nieuwe kalenderjaar heeft de Eerste Kamer gedebatteerd over de aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied. Het wetsvoorstel implementeert een EU-richtlijn voor een open, transparante en concurrerende Europese markt voor defensie- en veiligheidsmaterieel. In het debat werd minister Kamp van Economische Zaken bevraagd door woordvoerders van de PVV en SP over de eventueel negatieve gevolgen van dit wetsvoorstel voor de productie in Nederland van defensie- en veiligheidsmaterieel. De Eerste Kamer stemt op dinsdag 22 januari 2013 over het wetsvoorstel.

Positie nationale industrie

Senator Faber van de Klashorst (PVV) onderstreepte het belang van het behouden van de nationale defensie- en veiligheidsindustrie. Ook in het kader van de nationale veiligheid dient Nederland volgens de senator de eigen defensie-industrie in stand te houden en niet volledig afhankelijk te worden van het buitenland. Volgens de PVV-fractie moet Nederland niet vooroplopen in het implementeren van deze richtlijn, aangezien dit ten koste kan gaan van de nationale industrie. Senator Faber van de Klashorst merkte op dat artikel 346 van de richtlijn afwijken mogelijk maakt wanneer dit noodzakelijk is voor de bescherming van wezenlijke belangen van nationale veiligheid met betrekking tot de productie van of de handel in wapens, munitie en oorlogsmateriaal.

Minister Kamp van Economische Zaken gaf aan dat Nederland met het implementeren van de richtlijn zeker niet voorop loopt: de termijn voor implementatie is 1,5 jaar geleden verstreken. Dit heeft er toe geleid dat de Europese Commissie een inbreukprocedure tegen Nederland is begonnen bij het Europees Hof van Justitie. De uitzonderingsclausule van artikel 346 mag volgens de minister niet automatisch worden toegepast maar alleen wanneer dit redelijk is en er expliciet kan worden aangetoond aan de criteria uit het artikel is voldaan.

Arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden

Volgens senator Reuten (SP) zijn er aanwijzingen dat aannemers zich onttrekken aan de in de richtlijn opgenomen arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden voor inschrijvers en gegadigden. De aanbestedende dienst kan de aannemer verzoeken om deze voorschriften alsnog na te leven. Als de aannemer dit weigert, kan de aanbestedende dienst de overeenkomst ontbinden. In de praktijk gebeurt dit echter lang niet altijd, aangezien dit veel kosten en tijdsverloop met zich mee brengt. Reuten verwees naar zijn in oktober 2012 door de Eerste Kamer aangenomen motie, die de regering verzoekt wettelijk vast te leggen dat opdrachtgevers gehouden zijn om de genoemde overtreding te melden bij de Inspectie SZW. Op de vraag van senator Reuten of de minister van plan is deze motie uit te voeren antwoordde minister Kamp bevestigend. Hij zal dit zo spoedig mogelijk doen; uiterlijk voor de over twee jaar geplande evaluatie van het wetsvoorstel. De minister zal zijn afweging ten aanzien van de motie schriftelijk aan de Kamer bekendmaken.

http://www.nieuwsbank.nl/inp/2013/01/16/P035.htm

jurrien visser (JuVi op Twitter)

Stork BV to Establish Independent Governance for Fokker Technologies and Stork Technical Services

PAPENDRECHT, Netherlands --- Stork BV announces a new governance structure for Fokker Technologies and Stork Technical Services. As per January 1, 2013, both companies have their own two-tier Board.

This step enables Fokker Technologies and Stork Technical Services to establish and grow two distinct, international businesses. Stork BV will consequently limit its role to that of shareholder of both companies.

Under the new governance structure, both entities will have their own Supervisory Boards. Fokker Technologies' new Supervisory Board consists of five members and will be chaired by Mr. Jacques Schraven, who will remain chairman of the Supervisory Board of shareholder Stork BV. Mr. Henk Rottinghuis will become chairman of the Supervisory Board of Stork Technical Services, which consists of six members.

The current Executive Boards of both companies remain as they are.

"This new governance structure is the logical next step following the establishment of two separate capital structures for the operations in August of last year. Stork Technical Services can now operate fully independently under the continued leadership of Doug Meikle as CEO and its Supervisory Board now chaired by Henk Rottinghuis", says Sjoerd Vollebregt, CEO of Fokker Technologies and of Stork BV.

"The new governance is a key milestone in the establishment of both Fokker and Stork Technical Services as independent entities that are set to follow their own growth paths."


With a workforce of 4,800 employees, Fokker Technologies, a wholly owned subsidiary of Stork BV, develops and produces over 7,000 advanced components and systems for the global aerospace industry and has R&D and production facilities in the Netherlands, Turkey, the Americas and Asia. The company also supplies integrated maintenance services and products to aircraft owners and operators worldwide.

Stork Technical Services, a wholly owned subsidiary of Stork BV, is a global provider of knowledge-based Asset Integrity Management services for the Oil & Gas, Power and Chemical sectors. From concept through to execution, Stork Technical Services aims to help reduce risk, assure safety and improve environmental performance for our customers.

With around 14,300 employees across the UK & Africa, Continental Europe, the Middle East, Asia Pacific and the Americas, Stork Technical Services provides innovative solutions and integrate thinking and doing in the areas of asset integrity, consultancy, maintenance concepts, repair, renovation, new construction, relocations, subsea services and other related complex projects.

http://www.defense-aerospace.com/articles-view/release/3/141413/stork-broken-up-into-2-parts-as-sale-looms.html

jurrien visser (JuVi op Twitter)

Extra geld voor innovatie defensie-industrie

Door BNR Webredactie

12 december 2012 21:54 | bnr.nl

De VVD en de PvdA willen dat het ministerie van Defensie eenmalig 5 miljoen euro extra gaat stoppen in het potje waarmee het MKB wordt geholpen om nieuwe defensie- en veiligheidsproducten te ontwikkelen.

Dat maakten de regeringspartijen woensdag bekend tijdens de behandeling van de begroting van Defensie.

Een deel van de winst van het nieuwe product komt uiteindelijk terug bij de Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling (Codemo). Het is voor het mkb niet altijd makkelijk om aan geld te komen voor de ontwikkeling van nieuwe militaire producten. Daarom richtte het ministerie in 2010 Codemo op om de bedrijven de helpende hand te bieden.

Volgens PvdA-Kamerlid Sultan Günal-Gezer is het fonds een "enorm groot succes'', maar kost het enige tijd voordat de winst terugstroomt naar Codemo. Volgens haar VVD-collega Ronald Vuijk zoekt het bedrijfsleven meer betrokkenheid bij de krijgsmacht.

http://www.bnr.nl/topic/politiek/565723-1212/extra-geld-voor-innovatie-defensie-industrie

Elzenga

Citaat van: rijksoverheid op 26/09/2012 | 19:24 uurDe wet komt voort uit een Europese richtlijn voor een open en transparante Europese defensie- en veiligheidsmarkt. De invoeringsdatum van de Europese richtlijn is in augustus 2011 verstreken. Als Nederland hierover geen wetgeving invoert kan de Europese Commissie een dwangsom opleggen.

http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2012/09/26/steun-voor-nederlandse-defensie-industrie.html
typerend...vertraagd...en dan de EU overal de schuld van geven...terwijl Nederland gewoon (en soms bewust) invoering uitstelt. Of er net weer een eigen draai aan geeft. We zijn al heel wat keren op het matje geroepen.

jurrien visser (JuVi op Twitter)

Steun voor Nederlandse defensie-industrie

Nieuwsbericht | 26-09-2012

Om tot een open Europese defensie- en veiligheidsmarkt te komen, heeft de Tweede Kamer 26 september 2012 de Aanbestedingswet voor Defensie en Veiligheid behandeld. De wet biedt de Nederlandse industrie grotere kansen op andere Europese markten. Bovendien kan Defensie het materieel op een concurrerende markt tegen de laagste prijs en beste voorwaarden verwerven.

De Kamer toonde zich in meerderheid positief over de wet, maar vroeg de regering het belang van de Nederlandse defensie- en veiligheidsindustrie niet uit het oog te verliezen. De industrie staat voor de uitdaging zich voor te bereiden op een internationale markt met meer open concurrentie.

Belang defensie-industrie

Minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) zegde mede namens minister Hillen van Defensie toe zich in te blijven zetten voor de Nederlandse industrie. De regering zal er op toezien of andere Europese landen de aanbestedingswet vaker buiten toepassing laten met een beroep op het nationale veiligheidsbelang dan Nederland dit zelf doet.

Promotie

De ministeries van Defensie en EL&I gaan regelmatig overleg voeren met bedrijven uit de defensie- en veiligheidssector over aanbestedingen. Verder zullen de ministeries samen met de stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) de industrie blijven promoten op de Europese markt door handelsmissies en bezoeken aan defensiebeurzen.

Kansen MKB

De nieuwe richtlijn biedt ook het Nederlandse MKB meer kansen. Europese aannemers kunnen namelijk worden verplicht delen van de hoofdopdracht uit te besteden aan onderaannemers. Veel Nederlandse bedrijven werken als toeleveranciers voor grote defensieprojecten.

Richtlijn

De wet komt voort uit een Europese richtlijn voor een open en transparante Europese defensie- en veiligheidsmarkt. De invoeringsdatum van de Europese richtlijn is in augustus 2011 verstreken. Als Nederland hierover geen wetgeving invoert kan de Europese Commissie een dwangsom opleggen.

http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2012/09/26/steun-voor-nederlandse-defensie-industrie.html

jurrien visser (JuVi op Twitter)

STORK-CEO Sjoerd Vollebregt:'Onrust creëert geen waarde'
magazine | 20 sep 2012 | Arjan Zweers en Peter Boerman |

De Nederlandse JSF-aankoop gaat niet van een leien dakje en er is gedoe rondom een herfinanciering. Stork-ceo Sjoerd Vollebregt zegt er geen nacht minder om te slapen. 'Als ik de krant opensla, is er nul emotie. Geen vuist op tafel, niets.'

Stork kreeg het flink voor de kiezen de laatste tijd. Naast aanhoudende politieke onrust over de Joint Strike Fighter, de straaljager die cruciaal is voor het bedrijf, pakte De Volkskrant uit met een verhaal over ondoorzichtige lobbypogingen.
Niet veel later gooide het Financieele Dagblad wat extra zout in de wond, met een bericht op de voorpagina dat meldde dat Stork de plaatsing van een obligatie-lening van ruim 300 miljoen niet voor elkaar kreeg. Het was een volstrekt vertrouwelijk traject, dat desondanks 'binnen 24 uur op de wires' stond.

Ceo Sjoerd Vollebregt heeft er zijn bordje maar vol mee. En de nood is hoog. Mocht de Nederlandse aankoop van de JSF's niet doorgaan, dan is de beursgang van het bedrijf in gevaar, een stap waar de huidige private equity-aandeelhouder na vijf jaar wel aan toe is. Maar de Stork-ceo windt zich er niet over op, zegt hij.

Is het pijnlijk als u op een ochtend het Financieele Dagblad openslaat en in grote letters ziet dat het u niet lukte een belangrijke obligatielening te plaatsen?
"Het is vervelend. Dat moet niet gebeuren. Maar blijkbaar zijn er binnen het financiële circuit nog steeds individuen die niet in staat zijn de afgesproken vertrouwelijkheid te handhaven..."

Dan voelt u zich in het pak genaaid?
"Het is de realiteit, je moet ermee omgaan. Maar dat betekent niet dat het goed is. Ik blijf herhalen dat vertrouwelijkheid een belangrijke spelregel is. Maar als ik de krant opensla en zie het daar staan, dan is er nul emotie. Geen vuist op tafel, helemaal niks. Het bedrijf heeft ook niets aan een leider die zich door zulke emoties laat leiden. Ik denk dan alleen aan damage control: hoe gaan we dit repareren? Ik opereer op zo'n moment volstrekt rationeel. We hebben ook wel enige ervaring met de druk die media-aandacht oplegt. Toen ik 10 jaar geleden aantrad, in de periode van het herstel van Stork, hadden we veel negatieve pers. We werden op de huid gezeten – onterecht, vond ik. Dat bleek ook wel, omdat het herstel snel kwam. Toen waren we ineens de darling. Ook niet terecht overigens, omdat het succes was opgebouwd in generaties."

Toch moet het lastig zijn als bekend wordt dat het u niet lukt een obligatielening te plaatsen. Het beeld ontstaat dat er geen vertrouwen meer is in Stork...
"Het creëert onrust waar je het niet wil hebben, dat is waar. Het creëert geen waarde, moet gewoon niet gebeuren. En die obligatielening was juist nodig omdat het op zich goed gaat met het bedrijf.
De Fokker-bekabelingsdelen groeide vorig jaar met zo'n 20 procent en doen dat dit jaar weer. Dat vraagt om extra werkkapitaal. Onze financiering dateerde nog uit 2008. Verder was de lening nodig om de onderliggende financiering van het vorig jaar overgenomen RBG te integreren met die van de rest van Stork. Achteraf gezien waren we misschien iets te ambitieus. Onze adviseur zei dat het zou lukken. Maar er zat toch te veel spanning op de markt. Het gaat bij ons om groeikapitaal. Dan weet je dat je niet heel snel een gedeelte aflost, iets wat financiers wel willen. Het rare is: als je geen geld nodig hebt, krijg je heel goede tarieven. Maar heb je het wel nodig, dan schiet de prijs omhoog. Daar zit echt zo'n 5 à 6 procentpunt verschil in. Uiteindelijk hebben we een oplossing gekozen waarbij de aandeelhouders bijstorten. Niet goedkoop, maar we brengen nu wel RBG onder onze paraplu en creëren bewegingsvrijheid voor beide poten van ons bedrijf. Dat is fijn. En het wonderlijke is: uiteindelijk was de nieuwe obligatielening voor 100 miljoen overschreven. Dus viel het blijkbaar toch wel mee met het vertrouwen van de markt."

De toekomst van Stork is sterk verweven met de JSF. U maakt het bedrijf zo tot een speelbal van de politiek en de publieke opinie. Is dat niet levensgevaarlijk?
"We zijn nu eenmaal een bedrijf dat werkt op het snijvlak van civiel en defensie. Dat hebben we ook nodig, om ons risico te verkleinen. Maar het betekent wel dat je de politiek altijd tegenkomt. Dat is de realiteit. Overal ter wereld zit de politiek in het hart van industriële ondernemingen als de onze. Als je het rationeel bekijkt, is wat we hier doen een succes. Het is wel allemaal veel complexer geworden. De Apollo vloog naar de maan met 20.000 softwareregels. De JSF heeft er 24 miljoen. Als je zoveel software hebt, moet alles op hetzelfde moment bij elkaar komen. Het moet de JSF laten vliegen en tegelijkertijd een totaaloverzicht bieden aan de mensen op de grond. In die zin is het topsport."
Waarom komt dat belang dan zo slecht over de bühne? Is dat falend verwachtingsmanagement?
"Dat in Nederland meer dan 1.000 ­mensen aan het toestel werken, komt doordat Nederland daar 15 jaar heel consciëntieus naartoe heeft gewerkt. Ook politici. Maar door het constante geknok over de kosten van het project, zijn we emotioneel de mensen in het land kwijtgeraakt. Dat het project nu weer zo hoog op de politieke agenda staat, is eigenlijk raar. Er is op dit moment geen besluit te nemen. Die 800 miljoen euro aan ontwikkelkosten die erbij betrokken is, is al uitgegeven. En daar staat nu al een miljard aan opdrachten tegenover.
Dit project vraagt vrij intensief contact met politici. En dat is inhoudelijk ook wel gebeurd. Maar de fragmentatie in het­politieke landschap van nu is een probleem. We hebben hier bewindslieden gehad die dat bevestigen, die zeggen dat de waan van de dag heerst."

Komen politici zichzelf hier beklagen?
"Ze zeggen dat het moeilijk is over de kloof heen te springen die ze eerst zelf hebben gecreëerd. Ze vinden allemaal dat wij op lange termijn zowel civiel als in defensie moeten meespelen in de premier league. Onze werkgelegenheid is echt. Het veiligheidsargument ook. Je moet ook in de toekomst de militairen en de burgerbevolking op missies kunnen beschermen. Die belangrijke argumenten moeten we terugbrengen in de discussie. Dat, en het gevoel van nationale trots. Stork is een visitekaartje van de Nederlandse industrie. Net als ASML en TenCate, bijvoorbeeld. Wereldtop. Als dat verdwijnt, zijn er een hoop tranen. En als het eenmaal fout gaat, kun je het bijna niet meer opbouwen."

Een paar jaar geleden sneuvelde de ­JSF-deelname ook al bijna doordat de industrie de publieke opinie vergat te bespelen. Dat dreigt nu weer...
"We waren destijds verrast dat de JSF ineens zo'n enorm politiek thema werd. Dat is gelukkig gekanaliseerd, uiteindelijk bleek het vooral verkiezingsretoriek. Wellicht onderschat je als bedrijfsleven dat die emotie – positief en negatief – ook een plaats moet hebben. De conclusie, de les, zo je wilt, is dat de positieve emotie terug moet in het dossier. Het is altijd makkelijker een spaak in het wiel te steken dan iets op te bouwen. Ik heb er geen begrip voor als mensen duidelijk succes onderuit schoffelen, in plaats van ervan te genieten. We moeten ook een keer trots zijn op wat er in Nederland is. Wat we met de JSF doen is bijzonder. Van wereldniveau."

Stork is een uithangbord van de vaderlandse industrie, nauw verweven met het nationaal belang, zegt u. Maar u bent in Britse handen. Vindt u dat zelf ook niet wringen?
"Toen ik hier 10 jaar geleden binnenkwam was de aandeelhoudersbasis ook al ­internationaal. Nederland heeft een open economie, dat is onze kracht. We hebben klanten over de hele wereld en maken deel uit van wereldwijde netwerken. Maar onze roots zitten hier, in Nederland. We zijn een 'gespecialiseerde international', zoals we zelf zeggen, wat iets heel anders is dan een multinational. Dat onze aandeelhouder niet Nederlands is, vind ik daarbij geen probleem. Aandeelhouderskapitaal is vrij. Het gaat om de volgorde waarin je dingen doet. Het begint bij een sterke onderneming, met sterke innovatie en een duidelijke specialisatie. Als er dan succes is, is de vraag wie onze aandeelhouders zijn niet zo relevant. Zij investeren om er geld aan te verdienen."

Ook opvallend: zes jaar geleden wilden twee hedgefondsen u dwingen Stork te splitsen. U weigerde. Nu gebruikt u het splitsingsargument om druk te zetten in het JSF-dossier: zonder splitsing zou een beursgang niet mogelijk zijn. Is dat niet tegenstrijdig?
"Destijds was het bedrijf er niet klaar voor. Nu wel. Paulson en Centaurus, de twee hedgefondsen van toen, gebruikten bovendien oneigenlijke argumenten. Zij zaten er echt in voor de korte termijn.
Zoals ik al zei: het gaat om de volgorde der dingen. Eerst een goed functionerend bedrijf, met goede medewerkers en dat goed positioneren. Dat vertaalt zich vervolgens naar aandeelhouderswaarde. Dat moet je niet willen omdraaien. Dat was het spel. We hadden en hebben gelukkig ook veel investeerders voor de lange termijn. De IJslandse partij die toen onze foodtak overnam (Marel Foods, van eigenaar Eyrir, red.) is nog steeds een belangrijke aandeelhouder. Dat bedrijf doet het overigens heel goed daar. En gelukkig maar.
Nu is ons bedrijf wel klaar voor splitsing. Het is opvallend. Elke keer als we zo'n 2 miljard omzet hebben en tussen de 15 en 20 duizend mensen groot zijn, gaan we splitsen. Het lijkt bijna een wetmatigheid. Natuurlijk heeft het ook met de agenda van de aandeelhouder te maken. Daar praten we met hen ook veel over. Het moet allemaal op het juiste moment bij elkaar komen. Hun exit, de volwassenheid van onze huidige twee takken.
Je weet dat een private equity-investeerder een periode rust geeft. Dat je dingen kunt doen die met een beursnotering lastiger zijn, omdat zo'n aandeelhouder weet dat de kosten voor de baat uitgaan. In het eerste jaar nadat we van beurs af waren is er meer dan ooit geïnvesteerd. Ik weet, dat druist in tegen het beeld rondom private equity. Dat maakt beeldvorming soms ook zo lastig en maar deels met feiten te ­pareren."

Maakt u zich daar boos om?
"Niet echt. Wel als ik geconfronteerd wordt met naïviteit. Ik kan er slecht mee omgaan als intelligente mensen hun verstand niet gebruiken. Als iemand bereid is een stevig salaris op te strijken, wordt die niet betaald om naïef te zijn. Dat geldt zowel intern als extern. In de besluitvorming over de JSF, bijvoorbeeld. Onzorgvuldigheid levert daar grote problemen op. Dan gaan er veel banen verloren. Echt duizenden. En afbreken is makkelijk, opbouwen een stuk moeilijker. Maar wij kunnen niet meer doen dan informatie leveren aan Kamerleden. Zij moeten toch echt zelf besluiten. Maar als mensen het niet wíllen begrijpen, sta je machteloos."

Stork en Fokker
Het huidige Stork kent twee poten: het ene verleent 'technische diensten' aan onder meer de olie-industrie, het andere onderhoudt vliegtuigen en maakt vliegtuigonderdelen. De geschiedenis van de eerste poot gaat terug tot 1865, de tweede dankt het ­bedrijf (vooral) aan de overname van de vier gezonde delen van het failliete Fokker in 1996.
Stork heeft sinds 2007 een private equity­eigenaar, het Britse Arle Capital, toen het door Candover van de beurs werd gehaald. Daaraan voorafgaand leverde Vollebregt een heroïsch gevecht met twee hedgefondsen die het bedrijf – met destijds nog vier divisies – wilden splitsen. Vollebregt won, maar verkocht even later – op eigen voorwaarden – alsnog de kippenslachtmachinedivisie, zoals de belagers wilden. Momenteel bereidt Vollebregt een nieuwe splitsing van het bedrijf voor, zodat het in twee delen naar de beurs kan. Het politiek moeilijke JSF-dossier is daarbij allesbepalend. Wordt de Nederlandse straaljageraanschaf gecanceld, dan wordt de aero­space-poot te klein en kan het geen notering krijgen.

Wie is Sjoerd Vollebregt?
1954 geboren, in Leiden
1974 wereldkampioen zeilen in de 470-klasse
1976 veertiende op Olympische Spelen ­Montreal, met broer Erik
1980 zevende op Olympische Spelen Moskou, met broer Erik
1983 afgestudeerd in economie, Rotterdam
1983 diverse functies, Koninklijke Van Ommeren
1991 directeur Intexo Holding
1998 verkoop Intexo aan de Ocean Group, directeur Ocean
2000 fusie met Exel, opnieuw bestuurslid
2001 vervroegd pensioen
2002 ceo Stork

Het laatste woord

Wat doe je als je bedrijf speelbal wordt in het publieke debat? Hoe moeilijk is het dan zin en onzin te scheiden en koers te houden? Deel 1 van een serie over externe druk.

>> Dit artikel komt uit MT Magazine. Abonnement

http://www.mt.nl/157/68296/magazine/stork-ceo-sjoerd-vollebregt-onrust-creeert-geen-waarde.html

Flyguy

#5
Marine studie? Pas maar op voor we het weten staat er dat we aan 4 fregatten en 6 opv's genoeg hebben  :sick:

jurrien visser (JuVi op Twitter)

Citaat van: Kapitein Rob op 17/09/2012 | 22:12 uur
Het wordt zeker weer eens tijd voor een "marinestudietje".....

Yep.... De MFF vervangers, daarnaast heeft DSNS haar Enforcer 30.000 (LHD) nog aan niemand kunnen slijten en moet er nagdacht worden over nieuwe OZB'en (los van het feit of ze de grabbel woede overleven).

KapiteinRob

Het wordt zeker weer eens tijd voor een "marinestudietje".....

Lynxian

HAHAHAAAHAHAAHAHAHAAHAHAHA! Oh my-- HAHAHAAA-Hahahahaa!!

*kuch* *sproetel* *kuch*

Sorry.

jurrien visser (JuVi op Twitter)

Convenant Defensie en Nederlandse marinebouwers

17 september 2012, 13.54 uur

Minister Hillen heeft vandaag een convenant ondertekend met het Nederlandse Marinebouw Cluster. Hiermee is de Kennisgroep Nederlandse Marinebouw opgericht.
De groep bundelt de inspanningen van Defensie en de Defensie-industrie om de benodigde kennis voor het ontwikkelen en bouwen van militaire oppervlakteschepen te behouden voor Nederland.
Minister Hillen onderstreepte het belang van het convenant voor de industrie en voor de regionale werkgelegenheid: "Op dit moment, met de crisis, gaat het even wat minder. Maar we hebben zoveel kennis opgebouwd dat als overheid en bedrijfsleven de handen ineenslaan, we er sterker uitkomen."
René Berkvens, CEO van Damen Shipyards Group en voorzitter van het Nederlands Marinebouw Cluster, noemt het convenant een mijlpaal: "De overheid speelt een cruciale rol. Nederland moet het cluster marinebouw beschermen voor de toekomst. Voor thuisfront en voor export."
Synchroon

De betrokken partijen stellen onderling hun kennis ter beschikking aan elkaar. Ook synchroniseren ze de inspanningen voor onderzoek, ontwikkeling en ontwerpactiviteiten voor de volgende generatie marineschepen en stemmen die op elkaar af. Bovendien streven ze naar het borgen van een adequate kennisbasis, mede door middel van opleidingen en afstudeermogelijkheden voor de marinebouw.
Staat

Minister Hillen tekende het convenant namens de Staat der Nederlanden. Het platform Nederlandse Marinebouw Cluster werd vertegenwoordigd door Damen Shipyards Group, Imtech Marine, het Maritiem Kennis Centrum en Thales Nederland B.V. 4 december komen het Nederlandse Marinebouw Cluster en Defensie weer bijeen, om het convenant verder vorm en inhoud te geven.
Bezuinigingen

Het convenant vloeit voort uit de Strategie-, Kennis- en Innovatie Agenda (SKIA). Met de SKIA versterkt Defensie haar innovatieve kracht en het vermogen om goed te reageren op onverwachte gebeurtenissen. Ook beschrijft het de visie van Defensie op veiligheid en de omgang met kennis en innovatie. Hierbij is rekening gehouden met de voorgenomen bezuinigingsmaatregelen.

http://www.defensie.nl/actueel/nieuws/2012/09/17/46199135/Convenant_Defensie_en_Nederlandse_marinebouwers?utm_source=twitterfeed&utm_medium=twitter