Karel Doorman/NL kolonies

Gestart door Udaloy, 15/04/2005 | 10:32 uur

marc66

Dat waren nog eens tijden!

Mannen van staal en schepen te over! Vroeger  :'(


Udaloy

Het artikel is wel ongeveer geanulleerd, maar ik ga zeker kijken, wie weet komt er toch nog iets van! Het boek moet ik ook wel ergens in de buurt kunnen vinden en de Dikke Boot misschien ook wel. Als het goed genoeg is ga ik er toch maar mee door! Bedankt voor de berichten, hier en in de marinesectie (want anders had ik het nooit gemerkt)!
Groeten
Roel

Dennis123

Over dit onderwerp komt komende dinsdag wat op TV, zag ik net toevallig en leek me wel handig om te vermelden dus. Bij Andere Tijden:

Citaat
 
Karel Doorman
Op 1 november aanstaande verschijnt het boek Nederlands machtsvertoon in de Oost. De reis van Hr.Ms. Karel Doorman naar Nieuw-Guinea van de Utrechtse hoogleraar Duco Hellema. Het verhaal vertelt het verloop van de langste reis van Nederlands grootste -en enige- vliegdekschip tegen de achtergrond van almaar verslechterende verhoudingen met Indonesie in 1960. Het is ook het verhaal van Nederlands laatste poging op eigen benen te staan en tot de grote mogendheden te behoren. Andere Tijden kijkt terug met een aantal direct betrokkenen, dinsdag vijf voor negen, Nederland 3.

   
woensdag 26 oktober 2005 20:55

Karel Doorman 

Kijken dus maar ;)

HM

Citaat van: tentara71 op 22/04/2005 | 21:00 uur
Het hele verhaal van 'de dikke boot' staat in het boek "Verguisd en geprezen" dat over beide Doormannen gaat. Alles van 1948(?) tot 1968. Ik weet aslleen niet wie het geschreven heeft.

"De Dikke Boot", herinneringen aan Hr. Ms. Karel Doorman, auteur Arie Hoog, uitgeverij b.v. Bonneville, Bergen, ISBN 90-73304-06-7

"Verguisd en geprezen", auteur LTZ 1 Willem Geneste, uitgeverij b.v. Bonneville, Bergen, ISBN 90-73304-02-4

stond op http://members.chello.nl/m.nuijten1/body_index.html
Alleen berusting kan ons verslaan

MasterChief1971

Het hele verhaal van 'de dikke boot' staat in het boek "Verguisd en geprezen" dat over beide Doormannen gaat. Alles van 1948(?) tot 1968. Ik weet aslleen niet wie het geschreven heeft.
"Whosoever commands the sea, commands the trade; whosoever commands the trade of the world commands the riches of the world, and consequently the world itself"- Sir Walter Raleigh

oud_zijde

De dikke boot: herinneringen aan Hr. Ms. Karel Doorman  
Auteur:  Arie Hoog  (1991)

(isbn, issn) 90-73304-06-7


zoek dat  boek ergens in de winkel of in de bibliotheek, staan veel foto's (eerste deklanding van een straaljager bv) en nog meer informatie in en het is ook niet zo heel serieus allemaal, ik herinner me een verhaal (alweer een tijd geleden gelezen) van de Karel Doorman die in Engeland zijn katapult aan het testen was.

Daarbij schieten ze een soort verzwaarde auto met de katapult in het water, vissen ze hem weer op en doen het nog een keer.
Toen kwam er 1 of ander belangrijk schip langs (hms Brittania oid) en werd er per ongeluk zo'n ding afgeschoten. Ze wilden niet dat de Engelsen grappen zouden maken over hoe dom Hollandse carriercrews zijn dat hun katapults zomaar afgaan dus deden ze of hun neus bloedde en gingen gewoon door met testen.

vervolgens krijgen ze een over de telegraaf 'Do not shoot missiles at Brittannia, some inconvinience was caused' wat beantwoord werd met 'Brittannia rules the waves, Karel Doorman waves the rules'

of iets in die richting iig, zoek dat boek iig in de bibliotheek want het is best interessant :)
It is a corvette when you ask the Treasury for money, a frigate when it is launched, a destroyer when it enters service, a cruiser when it goes to war, but only a corvette if it gets sunk.

Udaloy

OK, dat is natuurlijk niet zo goed... Heb je daar ook een datum van?
Je sprak over ongevallEN, welke heeft ie nog meer gehad?
Ja, Nederlandse sites zijn er inderdaad nog wel te vinden over dit schip, maar meestal gaan ze eigenlijk over de persoon. Maar Engeltalige zijn er niet veel en daar moet ik nu even verandering in brengen. (of toch op z'n minst een poging doen)

Ton de Zwart

De KD is ook bij ongevallen betrokken geweest. Ooit heeft de KD in de Oslofjord te Noorwegen, en vissersboot overvaren. Boot gezonken, 4 vissers verdronken.  Niemand had die kotter opgemerkt......

KapiteinRob

Citaat van: Ton de Zwart op 17/04/2005 | 12:41 uur
tot blijdschap van Frissen die zelfs nog LTZVK II geworden is......

Dat was nog de generatie die min of meer standaard vakbaas werd!  ;)

Ton de Zwart

#15
Er was ook eens een autmonteur, genaamd Frissen.  Die sleepte een Grumman tracker met zijn boordtractor van A naar B over het vliegdek ergens op de Atlantic.
Helaas weigerde de remmen van de tractor en kon hij nog net de sleep losgooien voor hij hij met tractor en al over het vliegdek kukelde de zee in. De boordheli genaamd Jesubel heeft hem uit het water gevist na een stief kwartiertje voordat de haaien 'm te pakken kregen. De tractor werd een scharap.
Niemand heeft ooit meer kunnen achterhalen waarom die remmen weigerden, tot blijdschap van Frissen die zelfs nog LTZVK II geworden is......

Ton de Zwart

Citaat van: Udaloy op 17/04/2005 | 10:57 uur
Ok dan, wat heeft de Doorman nog meer gedaan?

Er moet toch genoeg over te vinden zijn op het www?  Plaats de naam Karel Doorman eens in Google, dan komt er heel wat tevoorschijn.....

KapiteinRob

Citaat van: Udaloy op 17/04/2005 | 10:57 uur
Dus wat denken jullie dat er zeker in moet?

Natuurlijk het relaas van de op 4 mei 2004 overleden SBN bd Hans van der Kop, die in 1954 een zeldzaam ongeluk kreeg aan boord van de Doorman. Hij werd langsscheeps gekielhaald!

Udaloy

Ok dan, wat heeft de Doorman nog meer gedaan? Iemand vroeg me om een artikel te schrijven over het "leven" van dit schip. Dus wat denken jullie dat er zeker in moet? (ja dat van Australië en aanmeren met Avengers gaat er al zeker in)

MasterChief1971

Heel apart. Mijn vader heeft zo'n oorkonde met het hele Neptunusverhaal e.d., maar ik kan me geen jaartal daarop voor de geest halen.
Ik heb "1960" uit het boek '75 jaar Vliegende Marine'van (toen nog) LTZ1 W. Geneste.

Wat ik wel van 1962 weet is dat mijn vader toen op het VBC op Biak zat en niet op de Limburg.
Ik denk ook dat er wel meer wereldreizen waren, zeker in die tijd.
Mijn vader heeft ook nog op de Rotterdam gezeten. Omdat die was aangevaren door de Groningen (met afmeren!?!) ging de Rotterdam naar het dok en niet naar de West. Dus ging pa-lief wederom naar Biak.
Maar hij was er dus al een keer geweest met Smaldeel 5 incl. de Doorman.
"Whosoever commands the sea, commands the trade; whosoever commands the trade of the world commands the riches of the world, and consequently the world itself"- Sir Walter Raleigh

Ton de Zwart

Die wereldreis was begin 1962. Ik was toen gelegerd op Curaçao en ben daar nog aan boord geweest (oplopen). Vlak na vertrek uit Curaçao werden de twee begeleidende jagers van het smaldeel afgehaald en naar Nieuw Guinea gestuurd, nadat er eerst ruim met personeel gegoocheld was. Personeel met een te kort dienstverband en miliciëns werden van die twee B-jagers afgehaald en gingen met een ander schip terug naar Nederland. De twee jagers voeren met hoge vaart via het Panamakanaal en dwars over de Pacific naar het spanningsgebied in de Oost.....

MasterChief1971

Volgens mij was ze er ergens in de periode 1960, de wereldreis.
Mijn vader zat toen als Telegrafist op Hr.Ms. Limburg, een B-jager. Dat was één van de escorteurs in Smaldeel 5. Hr.Ms. Karel Doorman was toen vlaggeschip van Smaldeel 5.

Dat was de enige keer. De eerste Doorman is in 1946 een keer daar geweest.
"Whosoever commands the sea, commands the trade; whosoever commands the trade of the world commands the riches of the world, and consequently the world itself"- Sir Walter Raleigh

Udaloy

Dankuwel voor de verplaatsing van deze topic en natuurlijk voor de antwoorden. Inderdaad heeft ze blijkbaar niet echt meegedaan aan de actie.
En voor 1961? Was ze daar in 1950 of net erna ook daar? En wat deed ze daar dan?
Groeten
Roel

Marvin

het blijft een mooi ding zo'n vliegkampschip
confused...? so am i....

KapiteinRob

Conclusie: dan kun je al met al dus niet zeggen dat de KD aan gevechtsacties heeft meegedaan.

Ton de Zwart

#5
Ja, de Karel Doorman is inderdaad vergezeld van 2 onderzeebootjagers in Nieuw Guinea geweest, in 1960. Niet alleen voor vlagvertoon, maar ze kwam ook 12 Hawker Hunter straaljagers brengen voor de Klu welke als basis het eiland Biak kregen, en later ook op Jefman en Kaimana gestationneerd werden. De Karel Doorman was daar vóór de gevechtsacties met de infiltranten begonnen en ook nog vóór het hierboven omschreven zeegevecht(je).
De KD zou ook Japan bezoeken, en Australië. Japan weigerde echter toestemming voor een bezoek uit solidariteit met Indonesië, en in Australië gingen uit protest tegen het Nederlandse Nieuw Guineabeleid de havenwerkers in staking, waardoor er geen sleepboothulp op kwam dagen bij het afmeren van de KD in Sydney.
De Commandant van de KD haalde daarop een prachtige stunt uit, die wereldberoemd werd. Hij liet op elk van de vier hoeken van het vliegdek 2 Grumman Avengers anti-duikbootbommenwerpers parkeren en vastsjorren en met behulp van trekkracht van de op volle kracht draaiende vliegtuigmotoren manouvreerde hij het vliegdekschip naar de kant, en gaf de stakende sleepbootbemanningen daarmee het nakijken.
In Indonesië was iedereen in rep en roer door de komst van de KD in de regio.  Er werden verduisterings - en schuilkelderoefeningen gehouden in de hoofdstad Djakarta, omdat men vreesde dat de vliegtuigen van de KD (Avengers en Seahawk straaljagers) een aanval zouden doen op Djakarta. Iets wat zeker nooit gebeurd zou zijn, maar men dacht dat dat tot de mogelijkheden behoorde.
De KD is echter nooit in de Javazee geweest en is alleen langs de Zuidkust van Nieuw Guinea gevaren en heeft zich verder alleen opgehouden te Biak en in de Humboltbaai te Hollandia.
's nachts werd de zee rond de ankerplaats sterk verlicht met zoeklichten en voerden kikvorsmannen en scheepsduikers patrouilles uit rond en onder de KD om eventuele mijnenplakkers tegen te houden.   De Hunters werden gelost en later kwamen er per vrachtschip nog eens 12 Hunters bij........

KapiteinRob

Bron?

Of ga je me vertellen dat je dit tegenwoordig bij geschiedenisles krijgt?

En wat vertel je dan in deze over de operatie(s) van Hr.Ms. Karel Doorman? Ik kom niet verder dan dat er ergens in je enorme verslag staat dat de toenmalige Nederlandse regering besloot dit schip naar genoemde regio te sturen voor vlagvertoon. Misschien dat er een forumlid is die kan vertellen of het schip er daadwerkelijk geweest is in die periode, maar het heeft volgens mij in geen geval meegedaan aan gevechtsacties......

Ranger87

Inleiding
'Konfrontasi'
Het was een donkere nacht in tropische wateren. Zowel aan Nederlandse als aan Indonesische zijde was er spanning: zal er vannacht actie komen? Die kwam. De 'konfrontasi'-politiek van de Indonesische president Soekarno werd uitgevoerd: Drie snelle motortorpedoboten van de Indonesische marine gingen de avond van de 15de januari 1962 op weg naar Nieuw-Guinea. De drie schepen zaten volgepakt met Indonesische soldaten die als infiltrant het Nederlandse gezag moesten ondermijnen.
'Het eerste schot was raak. Toen is waarschijnlijk de brug geraakt en is die commandant overboord geschoten', zegt L.C. baron van der Feltz, in de woonkamer van zijn hoeve op het Veluwse familielandgoed. 'De arme Matjan Tutul werd van korte afstand volgepompt met granaten en stond in lichterlaaie', zo schreef hij een paar dagen na het treffen aan zijn vrouw. Van der Feltz, verbindingenofficier op Hr.Ms Evertsen, was een van de ooggetuigen aan boord van het laatste Nederlands fregat dat dit vijandelijk schip tot zinken bracht.
'Goede treffers waren dat', zo meent Moersjid, op de achtergrond is het karakteristieke straatgeluid van Jakarta te horen. Als kolonel van het Indonesische leger bevond hij zich op dat moment aan dek van één van de twee Indonesische schepen die de Matjan Tutul vergezelden. 'Het was spectaculair, omdat de granaten om ons heen in het water insloegen en grote waterzuilen veroorzaakten. Fantastisch was dat'. Angst dat ook hij geraakt zou worden, kende hij niet. 'Als dat het noodlot is, why worry?'.

Het laatste stukje Indië
Gespannen verhoudingen
Op 27 december 1949 verleende Nederland Indonesië haar onafhankelijkheid. Maar het westelijk deel van Nieuw-Guinea bleef buiten de soevereiniteitsoverdracht. Onder de naam Nederlands Nieuw-Guinea zou deze verre uithoek van Indië voorlopig nog onder heerschappij van Den Haag blijven. In eerste instantie om als vestigingsgebied te dienen voor de Indische Nederlanders die niet in het nieuwe, onafhankelijke Indonesië wilden blijven en die eigenlijk ook niet zo welkom waren in Nederland. Het enorme eiland, nog grotendeels onontgonnen, was een laatste stukje Indië, ver weg van Soekarno. De bevolking bestond uit Papoea's en was sterk onderontwikkeld. En daar vond Nederland al snel de rechtvaardiging voor een verlengde aanwezigheid in de Oost: het klaarstomen van de Papoea's voor zelfbeschikking. Na verloop van tijd moest de Papoeabevolking zelfstandig kunnen kiezen of Nieuw-Guinea zich wel of niet zou aansluiten bij Indonesië.
Soekarno voelde zich bedot. In 1949 werd hij nog zoet gehouden met de belofte dat er een jaar later over Nieuw-Guinea zou worden gepraat. Maar tijdens de Nieuw-Guinea Conferentie van 1950 besloot Nederland vast te houden aan zijn bezit. De basis voor Soekarno's 'konfrontasi'-politiek was gelegd. In de twaalf jaar tussen 1950 en 1962 werd de relatie tussen Indonesië en Nederland gekenmerkt door toenemende vijandelijkheden als gevolg van de Konfrontasi politiek die zich als volgt kenmerkte: Nederlandse bedrijven in de archipel werden onteigend, Indonesië begon aan de opbouw van een groot leger maar ook werden er als voorproefje steeds vaker infiltranten naar Nieuw-Guinea gestiird. Die infiltranten moesten daar de bevolking tegen Nederland opzetten. In december 1961 riep Soekarno de Indonesische bevolking op ervoor te zorgen dat de rood-witte vlag werd gehesen op West-Irian (zoals de Indonesiërs Nieuw-Guinea destijds noemden) en zich voor te bereiden op een massale mobilisatie om het eiland te redden 'uit de klauwen van het Nederlandse imperialisme'.

Militaire voorbereidingen
'De gevlekte panter'
Nederland begon zich ook op te maken voor de verdediging van Nieuw-Guinea. De legertop diende op 1 maart 1960 een verlanglijst in bij de regering met wat er allemaal nodig was om het eiland te kunnen behouden. Het kabinet ging akkoord. Maar omdat het voorzag dat de versterkingen enige tijd in beslag zouden nemen, besloot het kabinet die periode te overbruggen door het suren van het vliegdekschip Karel Doorman voor vlagvertoon naar Nieuw-Guinea. Dat zou de Indonesiërs wel afschrikken en de wereld het signaal geven dat Nederland de kwestie serieus nam. In februari 1961 zette ook het fregat Hr.Ms Evertsen koers naar de Oost. Maar had de bemanning het idee dat ze voor anderhalf jaar naar een oorlogsgebied werd gestuurd?
'Absoluut niet. Er werd aan boord ook niet over gepraat', zo vertelt J. van der Loo. De forse Brabander diende in 1962 als matroos aan boord van het Nederlandse fregat. 'Ik denk dat het politieke bewustzijn toentertijd nog een stuk minder was dan tegenwoordig. Zeker bij de jeugd'. Officier Van der Feltz had wel een vermoeden, omdat er al berichten waren over infiltraties. 'Maar dat was op kleine schaal, wat activisten in wat prauwen met pamfletten met opruiende taal. Verschrikkelijk amateuristisch'.
Eind 1961 kon het Indonesische militair materieel nauwelijks meer amateuristisch worden genoemd. De Matjan Tutul, Maleis voor 'gevlekte panter', was een van de drie motortorpedoboten (mtb's) die in de nacht van 15 op 16 januari 1962 richting Nieuw-Guinea voer. De in Duitsland gebouwde boten waren snel en wendbaar, het neusje van de zalm. De mtb's ondernamen een poging om een groot aantal Indonesische infiltranten op Nederlands Nieuw-Guinea aan land te zetten.
De gepensioneerde admiraal Soedomo zegt daar nu over: 'Het bleek dat de infiltraties tot dan toe geen effect hadden en daarom werd besloten tot een grootscheepse poging'. Als commandant aan boord van de Hari Mau was hij verantwoordelijk voor de veilige overtocht naar de kust van Nieuw-Guinea. President Soekarno wilde een signaal afgeven. 'De aanval diende als politiek drukmiddel en om de aandacht van de wereld te trekken', aldus Soedomo. Commodore Soedarso, die aan boord van de Matjan Tutul was, zou de opdracht hebben gehad de Indonesische vlag te planten en Soekarno een handvol aarde uit Nieuw-Guinea te brengen.


De inlichtingendienst
Een bevel
Maar de Marid, de inlichtingendienst van de Nederlandse Koninklijke Marine, was de Indonesiërs op het spoor, al lang voordat de drie boten die avond van de 15de januari vanaf de Aroe-eilanden hun aanval waagden. Vier motortorpedoboten waren eerder in januari gespot bij hun vertrek uit Tandjong Priok, de haven van Jakarta. Eén strandde met pech; de Matjan Tutul, de Hari Mau en de Matjan Kumbang bereikten op tijd de Aroe-eilanden. Daar lag een bevoorradingsschip met aan boord zo'n honderdvijftig Indonesische militairen. Ook dat was al bijna een week eerder bekend, zo blijkt uit het archief van de Commandant Zeemacht Nederlands Nieuw-Guinea. C.J. van Westenbrugge, in 1962 hoofd van de Marid op Nieuw-Guinea, diept de berichten veertig jaar na dato nog bijna woordelijk uit zijn geheugen op. Op het eiland Biak had de Marid een grote luisterpost. 'Die draaide vanaf 1961 op volle sterkte en ik kreeg de gegevens die zij verzamelden drie keer per week met het vliegtuig toegestuurd'.
De Indonesiërs vermoedden wel dat ze niet onopgemerkt bleven. 'De Hollanders wisten dat er een grootscheepse landing zou plaatsvinden. Daarom werden de verkenningsvluchten geïntensiveerd', zegt Soedomo. Volgens hem was de aanval niet verraden, het was gewoon een grote operatie. En zoiets bleef niet onopgemerkt. 'Iedereen in Jakarta wist dat er in een week tijd iets ging gebeuren in West-Irian'. Maar als de Indonesiërs wisten dat de operatie was ontdekt waarom werd de aanval dan doorgezet? Zowel Moersjid, die het grote aantal infiltranten aanvoerde, als Soedomo zijn eensluidend in hun antwoord: 'Het was een bevel. We waren militairen'. Het was de bedoeling dat er om middernacht op 15 januari een landing plaats zou vinden en dus moesten ze er maar het beste er van maken.

'Direct Vernietigen'
Operatie 'Patria'
De commandant van de Nederlandse strijdkrachten op Nieuw-Guinea in Hollandia stuurde op 11 januari 1962 een bevel aan de task unit waarin de Evertsen opereerde: 'Voorkom het vestigen van een Indonesisch bruggenhoofd, zodat geen extra druk bij eventuele besprekingen kan worden uitgeoefend'. Hollandia ging er vanuit dat de honderdvijftig militairen waarschijnlijk in het weekend van 13 en 14 januari een aanval op Kaimana zouden doen, in het zuiden van Nieuw-Guinea. Ze zat er maar een dag naast.
Operatie 'Patria' trad in werking. Het garnizoen in Kaimana werd versterkt met marinierseenheden. Het aantal verkenningsvluchten boven Nieuw-Guinea werd opgevoerd. Waar normaal gold dat er niet mocht worden gevuurd, voordat de vijand eerst had geschoten, ging er nu een speciale instructie uit: 'Indien mtb's binnen uw verantwoordelijkheidsgebied, direct vernietigen'. Uit hetzelfde bericht: 'Alle andere schepen kleiner dan landing craft tanks, optreden als tegen prauwen', hetgeen betekende enteren en opvarenden aanhouden. Hiermee wordt duidelijk dat de drie motortorpedoboten werden verwacht en dat ze dus in feite al bij voorbaat ten dode waren opgeschreven. Om niet te laten merken dat ze wist dat de Indonesiërs zouden komen, ging de marine zelfs in op een afleidingsmanoeuvre bij het eiland Gebe. Nadat de Evertsen zich daar voldoende had laten zien, werd er volle kracht zuidwaarts gevaren, richting Kaimana.

De slag bij Vlakke Hoek
De Matjan Hutul zinkt
Om zeven minuten over halftien op de avond van de 15e januari meldde het Nederlandse Neptune verkenningsvliegtuig BIAK-5 dat het boven drie met hoge snelheid varende boten vloog. Ze bevonden zich op dat moment zo'n dertig mijl uit de kust van Nieuw-Guinea, ter hoogte van 'Kaap Vlakke Hoek'. Vrijwel meteen gaf de commandant in Hollandia het bevel 'illuminate and attack'. Het vliegtuig maakte een duikvlucht, wierp lichtpijlen af en probeerde met de boordmitrailleur te schieten. De pijlen ontbrandden niet en de mitrailleurs weigerden. Bij een tweede poging werd de Neptune vanaf één van de mtb's onder vuur genomen.
Voor de Nederlanders was dat het teken om massaal in de aanval te gaan. Het vuur van de Evertsen, die paraat was, trof de Matjan Tutul met het eerste salvo. De brandende Tutul voer op volle kracht door, de beide andere mtb's draaiden om. Om de achtervolging in te zetten, moest de Evertsen voor de Tutul langs, deze zag er echter nog niet zo beschadigd uit. De commandant van de Evertsen had tijdens de Tweede Wereldoorlog zelf ervaring opgedaan op een mtb en wist dus waartoe het schip in staat was. Hij besloot de Matjan Tutul daarom tot zinken te brengen. Alle officieren aan boord, ook commodore Soedarso, vonden daarbij de dood.
Vervolgens werd de achtervolging ingezet op de andere twee, vluchtende, boten. Eén werd van grote afstand nog geraakt, de ander voer op een rif. De Evertsen voer terug naar de plek waar de mtb was gezonken en haalde rond de vijftig overlevenden en één dode aan boord. De gevangenen werden verzorgd en gevoed op het helikopterdek. De scheepsarts kon direct aan het werk met het afzetten van restanten van afgerukte benen. Aan boord overleden nog twee zwaargewonden. De volgende ochtend werden de opgepikte drenkelingen aan land gezet bij Kaimana, hun vermoedelijke doel en overgedragen aan de politie.

De politiek reageert
Moersjid vloekt in het Nederlands
Door het tijdsverschil was het in Nederland nog de middag van 15e januari, toen de eerste berichten over het gevecht binnenkwamen. Diezelfde avond belegde het kabinet een spoedzitting. De regering besloot de diensttijd van de in Nieuw-Guinea dienende militairen te verlengen. Verder werd overwogen de zaak officieel onder de aandacht van de Veiligheidsraad te brengen, maar die stap zou de mogelijkheid van informeel overleg met Indonesië over Nieuw-Guinea in gevaar brengen. Daarom werd afgewacht wat Indonesië zou doen, maar ook Soekarno kaartte het incident niet officieel aan in New York. Buiten de Veiligheidsraad om brachten beide partijen alleen de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties op de hoogte.
Intussen had de commandant strijdkrachten in Hollandia laten weten dat hij klaar was om de confrontatie met Indonesië voort te zetten tot in de haven van de Aroe-eilanden: 'Voornemens dinsdag 16 januari bij daglicht Indonesische oorlogsschepen nabij uitgangsbasis op Aroe-eilanden aan te vallen', zo zond hij in zijn codebericht aan de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten in Den Haag. Die reageerde alert en liet drie uur later weten: 'Waardeer uw begrijpelijke reactie. Ben echter na overleg met regering van mening dat door u voorgestelde tegenaanval op dit moment niet verantwoord is, omdat geen daadwerkelijke landing heeft plaatsgevonden'.
In Indonesië bracht kolonel Moersjid verslag uit aan generaal Nasoetion, de bevelhebber van de landmacht. Die gaf hem vervolgens te verstaan dat hij zelf maar naar Soekarno moest gaan met het slechte nieuws. Moersjid is daarover nog altijd verbolgen. Net als over de manier waarop de zaak was aangepakt. Zonder luchtsteun hadden de mtb's geen kans. In Bogor, waar Soekarno vergaderde met het Oppercommando voor de verovering van West-Irian, maakte hij de generaals voor gek uit. 'Ik heb het in het Hollands gezegd, want als er gevloekt moet worden, is het beter als je dat in het Nederlands doet. Ik vind dat smakelijker'.

De agressor
Een mtb zonder torpedo's
Dat de eerste aanval van het Nederlandse verkenningsvliegtuig mislukte, zorgde ervoor dat de Indonesiërs feitelijk als eersten vuurden. Een geluk voor Nederland, dat daarmee de actie internationaal makkelijker kon verantwoorden. Ondanks het uitvaardigen van de opdracht alle motortorpedoboten te vernietigen, kon Den Haag het vuren van de fregatten afdoen als het antwoord op Indonesische agressie.
Achteraf bleek dat de Matjan Tutul op 15 januari geen torpedo's aan boord had. Engeland had geweigerd die te leveren vanwege het conflict rond Nieuw-Guinea. Bovendien zaten de drie mtb's zo vol met infiltranten dat er aan boord nauwelijks ruimte was geweest om ze op te slaan. 'Een motortorpedoboot zonder torpedo's is natuurlijk een groot risico', zegt ook Soedomo nu. Daarom moest een gevecht met de Nederlandse schepen worden voorkomen. Op het moment dat de aanval van de Neptune mislukte, gaf hij de opdracht niet te schieten en om te keren. Het was de bedoeling de lampen te ontsteken en normaal in internationale wateren te varen. 'Misschien was de situatie anders geweest als er niet was geschoten. Het ging om discipline. Ik had een order gegeven en toen is er toch een jongen gaan schieten, misschien uit opwinding. Dat was fataal'.
Soedomo, opgeleid in Den Helder en naar eigen zeggen een klasgenoot van de commandant van de Evertsen, maakte ondanks de dramatisch verlopen poging promotie. Hij werd aangesteld als bevelhebber van de schepen die betrokken zouden worden bij de invasie van Nieuw-Guinea die was gepland voor later in 1962. Tijdens een grootscheepse amfibische landing zouden 15.000 mariniers en 30.000 soldaten aan land worden gezet. 'Ik had 120 schepen onder mij. Tegen vier jagers, twee fregatten en drie onderzeeërs van Nederland'. Nadat Amerikaanse verkenningentoestellen die enorme vloot hadden zien liggen, zetten ze Nederland onder druk om via onderhandelingen een akkoord te bereiken, zo beweert Soedomo. Rond die tijd had de top van het Nederlandse leger al geen zin meer in een oorlog om Nieuw-Guinea. Ze drong er bij de regering op aan snel een politieke oplossing te bewerkstelligen. Nederland bereikte op 15 augustus 1962 een akkoord met Indonesië dat vervolgens de invasie afgelastte.

Ranger87

nou ben voor je aan het zoeken maar kan nog niet zoveel vinden  :(

Udaloy

#1
Hallo iedereen,
Ik ben op zoek naar informatie over de operaties van de Karel Doorman (Collossus klasse vliegdekschip, 1948-1968) in Zuid Oost-Azië tussen 1950 en 1962. Mijn zoektocht loopt een beetje vast en dus zou ik best wat van jullie hulp kunnen gebruiken! Welke bronnen kan ik hiervoor raadplegen? Goede links op het net?
Alvast Bedankt
Roel