De strijd tegen IS

Gestart door KapiteinRob, 26/09/2014 | 09:08 uur

Sparkplug

Gevechtsvliegers onderscheiden voor strijd tegen ISIS

Nieuwsbericht | 04-06-2021 | 18:06

87 Nederlandse gevechtsvliegers krijgen de prestigieuze Amerikaanse Air Medal. Het gaat om F-16 vliegers die meerdere gevechtsvluchten maakten boven Irak en Oost-Syrië in de strijd tegen ISIS.  Vandaag werd aan een 50-tal van hen het ereteken uitgereikt op de vliegbases Volkel en Leeuwarden. Nooit eerder werd deze buitenlandse blijk van waardering hier op zo'n grote schaal uitgereikt.


87 Nederlandse gevechtsvliegers krijgen de prestigieuze Amerikaanse Air Medal. Het ereteken werd uitgereikt op de vliegbases Volkel en Leeuwarden.

Nederland bombardeerde tussen 2014 en 2018 ISIS-doelen in Irak en Oost-Syrië voor de anti-ISIS-coalitie. Zij ondersteunden Koerdische en Iraakse troepen op de grond (close air support). Ook vielen Nederlandse F-16's doelen aan als commandoposten, voertuigen, hoofdkwartieren en opslaglocaties voor munitie.

3.000 operationele vluchten

De Air Medal bestaat sinds 11 mei 1942. De onderscheiding wordt toegekend aan vliegers met verdienstelijke prestaties tijdens zogenoemde air combat sorties. Met het uitreiken van de onderscheiding bedanken de Amerikanen de Nederlandse vliegers voor hun bijdrage aan de strijd tegen ISIS in Irak en Oost-Syrië. In totaal maakten zij 15.000 vlieguren verspreid over 3.000 operationele vluchten.


De Air Medal wordt toegekend aan vliegers met verdienstelijke prestaties tijdens zogenoemde air combat sorties.

Luitenant-kolonel Vincent Heling, hoofd operatiën Vliegbasis Volkel, is 1 van de gedecoreerden. "Uiteraard ben ik erg blij met de medaille. Het is een mooie erkenning voor de inzet die we als vliegers hebben geleverd. Wel is het zo dat de Air Medal zich alleen richt  op jachtvliegers, maar we moeten niet vergeten dat wij ons werk niet kunnen doen zonder ondersteunend en grondpersoneel.  Zonder hen gaan wij de lucht niet in."

https://www.defensie.nl/actueel/nieuws/2021/06/04/gevechtsvliegers-onderscheiden-voor-strijd-tegen-isis

https://magazines.defensie.nl/defensiekrant/2021/21/03_air-medal_21



A fighter without a gun . . . is like an airplane without a wing.

-- Brigadier General Robin Olds, USAF.

Lex

Kamer steunt het sturen tot 150 militairen naar noorden van Irak

De Tweede Kamer steunt het sturen van 100 tot 150 militairen naar het noorden van Irak om daar de internationale luchthaven van Erbil te beveiligen. Dat bleek donderdag tijdens een debat over de uitzending, die tot eind volgend jaar zal duren.

De inzet maakt deel uit van de strijd tegen terreurgroep IS. Die campagne is een nieuwe fase ingegaan. De internationale coalitie zal zich gaan richten op het adviseren van de Koerdische en Iraakse strijdkrachten, hiervoor ging het om het trainen van de troepen.

"IS kan zo weer toeslaan", aldus Joël Voordewind van de ChristenUnie. Volgens Salima Belhaj (D66) kan de "sfeer van extremisme" zo weer om zich heen slaan. Onder meer oppositiepartijen SP, PVV en DENK steunen de missie niet. Het geld kan beter naar humanitaire hulp en de wederopbouw gaan, vindt Sadet Karabulut (SP).

Rol Iraakse regering
Wel zijn er vragen over de rol van de Iraakse regering. De banden van de leiders in Bagdad met Iran en het neerslaan van demonstraties tegen corruptie baren veel partijen zorgen. Minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) beloofde bij de Iraakse regering te blijven aandringen op "verdere stappen richting democratie en rechtsstaat".

Volgens ministers Ank Bijleveld (Defensie) en Blok zijn de risico's van de missie niet groot. De Nederlanders beveiligen het vliegveld samen met Amerikaanse eenheden. De Nederlandse militairen vertrekken volgende maand naar Erbil.

ANP, 17-12-2020, 16:53

Sparkplug

Brede steun in Kamer voor nieuwe uitzending militairen naar Jordanië

Nieuwsbericht | 15-10-2020 | 11:19

De Tweede Kamer heeft vandaag brede steun uitgesproken voor een nieuwe inzet van Nederlandse militairen in de strijd tegen ISIS. Kamerleden wensten de militairen succes en een behouden terugkeer. Het kabinet stuurt een Nederlandse eenheid naar Jordanië om vanaf eind deze maand Belgische F-16's te bewaken en te beveiligen, die deelnemen aan de luchtcampagne van de anti-ISIS coalitie in Irak en Syrië.


Archieffoto: Nederlandse militairen leverden in het verleden al vaker force protection.

Minister van Defensie Ank Bijleveld-Schouten: "In deze tijd zou je bijna vergeten dat er nog andere problemen dan COVID zijn in de wereld. Goed dat onze militairen deze bijdrage kunnen leveren in de strijd tegen ISIS, want ISIS laat zich niet stoppen door een virus."

Het gaat om circa 35 militairen die tot en met 31 oktober 2021 in rotatieverband deze taak gaan uitvoeren. De eerste 15 militairen afkomstig van 11 Luchtmobiele Brigade en de Koninklijke Marechaussee zijn vooruitlopend op hun uitzending deze week al in quarantaine gegaan.

Zij verblijven 14 dagen in quarantaine en worden in deze periode 2 keer getest op COVID-19. Iedereen die gezond is reist op 26 oktober af naar Jordanië en gaat dan direct aan de slag. Op de basis zelf kan er ook getest worden op COVID-19.

F-16's beveiligen

De Nederlandse eenheid zorgt op de basis in Jordanië voor zogeheten force protection van Belgische straaljagers en Belgisch personeel, en draagt daarmee niet direct bij aan de Belgische wapeninzet. Het bewaken en beveiligen vindt plaats in de binnenring van de vliegbasis, waarvan de buitengrens wordt bewaakt door Amerikaanse en Jordaanse militairen, eveneens lid van de anti-ISIS coalitie.

De bijdrage bouwt voort op de eerdere samenwerking met België tijdens de inzet van Nederlandse en Belgische F-16's in de strijd tegen ISIS. Beide landen voorzagen elkaar toen ook al afwisselend van force protection.

ISIS nog altijd actief

ISIS is ondanks het verlies van haar kalifaat in maart 2019 nog steeds een bedreiging voor de stabiliteit in Irak en Syrië. Zo plegen ISIS-netwerken in Irak maandelijks nog altijd tientallen bloedige aanslagen. Deze ondersteunende bijdrage aan de Belgische F-16 missie past binnen de Nederlandse inzet die erop is gericht ISIS te bestrijden en de veiligheid en stabiliteit van Irak verder te versterken.

https://www.defensie.nl/actueel/nieuws/2020/10/15/brede-steun-in-kamer-voor-nieuwe-uitzending-militairen-naar-jordanie
A fighter without a gun . . . is like an airplane without a wing.

-- Brigadier General Robin Olds, USAF.

Sparkplug

Kabinet stuurt militairen naar Jordanië voor strijd tegen ISIS

Nieuwsbericht | 28-09-2020 | 09:15

Het kabinet gaat België helpen bij de inzet van F-16's tegen ISIS in Irak en Syrië. De Belgische straaljagers worden vanaf oktober 2020 vanuit Jordanië ingezet in Irak en Noordoost-Syrië.

De Nederlandse bijdrage bestaat uit zo'n 35 militairen gedurende ongeveer een jaar. De Nederlandse militairen gaan de eenheid van de Belgische F-16's beveiligen op de basis in Jordanië.

De eerste militairen worden in de loop van de herfst uitgezonden, op zijn vroegst vanaf oktober. De bijdrage bouwt voort op de eerdere samenwerking met België tijdens de inzet van Nederlandse en Belgische F-16's in de strijd tegen ISIS. België en Nederland voorzagen elkaar toen afwisselend van force protection.

Ondergrondse guerrillastrijd

De bijdrage is nodig omdat ISIS nog steeds een bedreiging en een bron van instabiliteit aan de randen van Europa vormt. Na het verlies van haar kalifaat in maart 2019 is ISIS in Irak en Syrië overgegaan tot een ondergrondse guerrillastrijd.

Minister Ank Bijleveld van Defensie: "ISIS pleegt maandelijks nog altijd tientallen aanslagen tegen de Iraakse overheid, veiligheidstroepen en andere bevolkingsgroepen. Ze worden hiervoor deels vanuit Syrië voorzien van wapens, munitie en grondstoffen voor geïmproviseerde explosieven."

Lange adem

Het leiderschap van de Iraakse ISIS-netwerken bevindt zich grotendeels in Syrië. "De strijd tegen ISIS en de stabilisatie van Irak vergen een lange adem", zegt Minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken. "Mede dankzij Nederland bestaat het ISIS-kalifaat niet meer. Maar we moeten waakzaam blijven, om een terugkeer te voorkomen. Daarom blijft Nederland een bijdrage doen."

Vorige week maakten Blok en Bijleveld bekend dat de trainingsmissie in het noorden van Irak beëindigd wordt. In plaats daarvan wil het kabinet een aantal adviseurs naar Erbil en Bagdad sturen, die de Iraakse en Koerdische strijdkrachten op hoger niveau gaan adviseren. Ook onderzoekt het kabinet nog of het op verzoek van de anti-ISIS coalitie de luchthaven van Erbil kan beveiligen met Nederlandse militairen.

https://www.defensie.nl/actueel/nieuws/2020/09/28/militairen-naar-jordanie
A fighter without a gun . . . is like an airplane without a wing.

-- Brigadier General Robin Olds, USAF.

Ros

Defensie wist dat bombardement Hawija gevaarlijker kon zijn dan berekend
18 februari 2020 02:36

Het ministerie van Defensie wist dat het bombardement op de Iraakse stad Hawija in 2015 gevaarlijker kon uitpakken dan was gebleken uit de risicoanalyse, blijkt uit documenten die de rijksoverheid maandag heeft vrijgegeven. Door het bombardement vielen minstens zeventig doden.

In de documenten is te lezen dat er voorafgaand aan het bombardement een Collateral Damage Estimate (CDE) is uitgevoerd. Hierbij wordt berekend hoe groot de risico's van een aanval zijn.

Defensie keek ook naar aanvallen die in het verleden zijn uitgevoerd en wat voor schade bijkomende explosies als gevolg van de bommen zouden veroorzaken. Hieruit bleek dat de extra schade van het bombardement groter kon zijn dan in de CDE was berekend.

Wel zou deze schade naar verwachting binnen het complex blijven dat Defensie wilde aanvallen. Ook had de missie alleen tot materiële schade moeten leiden, doordat deze 's nachts werd uitgevoerd. De officier die moest bepalen of de aanval zou doorgaan, besloot dat het militaire voordeel belangrijker was dan de mogelijke extra schade.

De vliegers die de missie hebben uitgevoerd, hebben dit volgens het ministerie van Defensie "zorgvuldig en zonder fouten" gedaan. Ook zou het juiste doel zijn geraakt. De bijkomende schade van de missie kwam neer op de verwoesting van vierhonderd gebouwen.

Kabinet verzweeg burgerdoden lange tijd
In juni 2015 voerden Nederlandse F-16's een luchtaanval uit op een bommenfabriek van IS. Bij de aanval werd ook een woonwijk verwoest.

In de fabriek bleken veel meer explosieven te liggen dan vooraf werd aangenomen. Naast de tientallen dodelijke slachtoffers raakten ongeveer honderd mensen gewond.

Een aantal dagen na de aanval zei de toenmalige defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert in een antwoord op Kamervragen dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen.

De Luchtmacht wist echter direct dat er zogenoemde nevenschade was. Ook bleek later uit een Amerikaans rapport dat de kans groot was dat er bij de aanval wel degelijk burgerslachtoffers waren gevallen. De Kamer bleek dus verkeerd geïnformeerd.

Huidig minister van Defensie Ank Bijleveld verklaarde in november vorig jaar - een aantal weken nadat NRC en de NOS eigen onderzoek naar de luchtaanval publiceerden - dat het ministerie van Algemene Zaken en premier Mark Rutte op de hoogte waren van de burgerdoden. Een dag later zei Rutte dat hij zich dit niet kon herinneren.

www.nu.nl

Lex

Kabinet informeerde Kamer onvolledig en onjuist over missie Kunduz

De Tweede Kamer is onvolledig en onjuist geïnformeerd over de resultaten van de Nederlandse politietrainingsmissie in de Afghaanse provincie Kunduz in de periode 2011 tot 2013. Dat blijkt donderdag uit onderzoek van de Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB), de onafhankelijke evaluatiedienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

In rapportages over het aantal getrainde agenten werden afgehaakte cursisten meegeteld, werden cursisten die verschillende trainingen ontvingen meerdere malen meegeteld en werden certificaten uitgedeeld aan mensen die daarvoor niet in aanmerking kwamen, staat in het rapport.

"Nederlandse betrokkenen binnen alle onderdelen van de missie ervoeren druk om in rapportages een positief beeld te schetsen, ook al klopte dit niet met de werkelijkheid", schrijven de onderzoekers. "Hierdoor werd aan de Kamer niet altijd transparant gerapporteerd over de voortgang van de missie."

"Hoewel er tijdens de missie onvoldoende mensen beschikbaar waren om te trainen, wilde de missieleiding in Den Haag en Kunduz een zo gunstig mogelijk beeld van de missie creëren in de media en de Tweede Kamer", aldus de IOB.

Zo is onjuist gemeld dat bijna tweeduizend agenten alfabetiseringsonderwijs hebben afgerond. Ook de resultaten van andere projecten zijn onvolledig, onder meer omdat rapportages bij sommige projecten "overwegend kritiekloos" waren. "Dit maakt het ook voor IOB moeilijk betrouwbare uitspraken te doen over de kwaliteit van deze projecten."

SP'er Karabulut wil parlementair onderzoek
SP-Kamerlid Sadet Karabulut vindt het rapport onthutsend. "Om een militaire bijdrage in Afghanistan te verkopen aan de Tweede Kamer en de bevolking, zaken mooier voorgesteld zijn dan ze waren", aldus de SP'er. "Er is ronduit gelogen over behaalde resultaten."

Ze verwijst naar de Afghanistan Papers waaruit blijkt dat de Amerikaanse regering de Amerikaanse bevolking jarenlang heeft voorgelogen over de oorlog in Afghanistan.

Karabulut vindt dat een parlementair onderzoek nodig is om inzicht te krijgen in de Nederlandse rol in de oorlog in Afganistan. "Wie gaat hier nu verantwoordelijkheid voor nemen?"

Kabinet: Kamer moet kunnen vertrouwen op nauwkeurige missieresultaten
Het kabinet spreekt in een reactie van "een ernstige conclusie". "De Kamer moet erop kunnen vertrouwen dat rapportages een zo nauwkeurig mogelijke weergave van de missieresultaten bevatten", staat in de Kamerbrief.

"Ook in de Haagse realiteit moet acceptatie zijn voor onwelgevallige berichten, en die moeten hun weg kunnen vinden in rapportages aan uw Kamer."

Het kabinet schrijft aan de slag te gaan om in de toekomst opener over missieresultaten te communiceren en dat er voldoende ruimte is voor kritische geluiden.

De IOB raadt het kabinet aan om tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie te laten uitvoeren door een onafhankelijke partij, in plaats van door de betrokken ministeries zelf.

Dat ziet het kabinet echter niet zitten. "Gezien de politieke gevoeligheid van missies en de belangen van partners en bondgenoten is het onwaarschijnlijk dat een derde partij tijdens het verloop van de missie ter plaatse onderzoek kan uitvoeren." Het kabinet laat wel de optie open om een onafhankelijke partij te betrekken bij de eindevaluatie.

Nu.nl, 30-01-2020, 21:39

Lex

Kamerbrief Beantwoording nadere vragen over de wapeninzet in Hawija

De brief

Kamerstuk, 25-11-2019

Lex

Nieuwe informatie in brief van minister Bijleveld aan Tweede kamer

'Rutte, Koenders en Van der Steur wisten van mogelijke burgerdoden'

DEN HAAG - Niet alleen toenmalig defensieminister Hennis, maar ook haar collega's van destijds, Koenders (Buitenlandse Zaken) en Van der Steur (Justitie), waren ervan op de hoogte dat er bij een Nederlandse luchtaanval mogelijk burgerdoden waren gevallen. Ook premier Rutte wist ervan.

Rutte en Koenders zijn zelfs door Hennis nog mondeling geïnformeerd over de luchtaanval van 3 op 4 juni 2015, waarbij een Nederlandse F-16 een fabriekje onder vuur nam waar IS autobommen produceerde. Hoewel de toon van Hennis 'niet alarmerend' zou zijn geweest, vertelde ze hen wel van 'secundaire explosies' in het fabriekje en dat nader onderzoek moest vaststellen of er burgerdoden waren gevallen. Zowel Koenders als Rutte zegt zich daar niks van te kunnen herinneren.

Een en ander blijkt uit nieuwe informatie die minister Bijleveld (Defensie) gisteren in een uitgebreide brief aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Met het noemen van de premier en de andere ministers als 'medeweters' bracht de CDA-bewindsvrouw zichzelf tijdens het debat van twee weken geleden in het nauw. Deze week moet zij andermaal verantwoording afleggen aan de Tweede Kamer, nu waarschijnlijk samen met de premier. Een verklaring over hoe het komt dat Hennis de Kamer verkeerd heeft geïnformeerd over Iraakse burgerdoden bij Nederlandse luchtaanvallen, is er nog altijd niet.

Telegraaf, 25-11-2019, 21:34

Lex

Opgroeiend parlement eist volwassen behandeling, ook in oorlogstijd

De Kamer was deze week niet zozeer verontwaardigd over het feit dat er burgerslachtoffers waren gevallen in Hawija: het hoort bij het dragen van politieke verantwoordelijkheid voor deelname aan oorlog. Maar die parlementaire verantwoordelijkheid is alleen te dragen, zo kreeg minister Bijleveld van Defensie van alle kanten ingewreven, als de informatievoorziening klopt.

Het is pas vier jaar geleden, maar in juni 2015 zag de wereld er anders uit dan nu. Het was kort nadat gruwelijke beelden de wereld rondgingen van een Jordaanse piloot die in een kooi verbrand werd. Beelden van onthoofdingen en de slachting van duizenden Jezidivrouwen en kinderen lagen vers in het geheugen, het gevoel van urgentie was groot.

Met grote parlementaire steun werd IS ook door Nederland vanuit de lucht bestreden, zij het toen alleen in Irak. De luchtcampagne beriep zich op grote nauwkeurigheid bij het bepalen en aanvallen van doelen. In Amerika was er zelfs kritiek op de voorzichtige aanpak. Bij veel vluchten werd geen munitie afgeschoten. 'Krankzinnig', vond senator McCain, die de luchtcampagne 'ineffectief' noemde.

Toen het nieuws van de aanval van 3 juni 2015 op Hawija bij Defensie in Den Haag binnenkwam, was dat het eerste grote incident – na meer dan duizend aanvallen. Het kwam hard aan, maar de verwarring was ook groot. Er waren zeker ook burgerslachtoffers – naast IS-strijders – maar hoeveel? Er waren verhalen in de pers, maar het ministerie zocht een 'volledig informatiebeeld' langs officiële kanalen: het Amerikaanse Centcom, hoofdkwartier van de coalitie.

Hennis: geen burgerslachtoffers
Dat informatiebeeld was er lang niet en ondertussen schreef minister Hennis ten onrechte in antwoord op 71 Kamervragen dat er geen burgerslachtoffers door Nederlandse wapeninzet waren te betreuren. Eind juni herhaalde ze het in een overleg met de Kamer. Een domme fout, geen bewuste misleiding, zegt men bij Defensie. Wat bewoog haar?

Opvolger Ank Bijleveld leek deze week deze vraag centraal te willen stellen – waarmee ze weinig vrienden heeft gemaakt in het parlement, op Defensie en in Bagdad (waar Hennis nu werkt als VN-gezant). Als 'operationele veiligheid' zo heilig is, waarom mag Hennis dan voor de bus gegooid worden terwijl zij nog in operatiegebied werkt?

De Kamer was niet zozeer verontwaardigd over het feit dat er burgerslachtoffers gevallen waren: hoe verschrikkelijk dat ook is, het hoort bij het dragen van politieke verantwoordelijkheid voor deelname aan oorlog. Maar die verantwoordelijkheid is alleen te dragen, zo kreeg Bijleveld van alle kanten ingewreven, als de informatievoorziening klopt.

Frans Osinga, bijzonder hoogleraar War Studies aan de Universiteit Leiden, waarschuwde deze week dat Nederland beter voorbereid moet zijn op oorlog – en tevens voor verhullend taalgebruik zoals 'vredesoperaties' als het oorlog betreft. Van het aanbod van fotoschietende F-16's voor Afghanistan in 2001 tot het theekransje over de missie in Kunduz (2011): ons land kent een rijke traditie inzake het exporteren van wensdenken naar verre oorlogsgebieden. Maar deze week toonde het parlement zich meer volwassen. Het legde de vinger op de zere plek.

In april 2018 meldde het OM dat het vier (van de toen al 3.000) missies had onderzocht en geen aanleiding zag tot vervolgonderzoek. Wat lette Bijleveld toen de betrokkenheid bij Hawija openbaar te maken? Die vraag is nog klemmender na de beëindiging van de missie eind vorig jaar. 'Op morele gronden had je opening van zaken moeten geven', zegt een ingewijde.

Geen gevoel van urgentie bij Defensie
Wat ontbrak is een gevoel van urgentie – in elk geval op Defensie, want Bijlevelds suggesties dat andere ministeries van de hoed en de rand wisten, wacht nog op onderbouwing. Daarbij speelt ook de in de loop der jaren gegroeide aversie op het departement over de onrealistische verwachtingen en eisen die de Tweede Kamer vaak heeft bij militair optreden. 'You can't handle the truth', zegt Jack Nicholson in A Few Good Men (1992). We kunnen de waarheid wél aan, zegt de Tweede Kamer nu. Sterker nog, we staan er op.

De militaire cultuur bevordert terughoudendheid met zulke informatie, vooral tijdens een missie. Terecht, zegt oud-vlieger en -bevelhebber Dick Berlijn,  zolang dezelfde eenheid nog in het operatiegebied is: 'Als je zoiets bekendmaakt, ontbrandt er een hele discussie. Dat raakt ook die vliegers, die zich voor de volle honderd procent moeten kunnen blijven concentreren op de missie zonder zich zorgen te hoeven maken over discussies thuis, zeker als ook het thuisfront last krijgt.' Hij heeft dit zelf meegemaakt in Bosnië in de jaren negentig, toen het gezin van een collega in Nederland onder druk werd gezet.

Maar voor Berlijn staat buiten kijf dat bij zoiets groots als Hawija de Kamer 'zo snel mogelijk' ingelicht had moeten worden, 'op een manier die de missie uitvoerbaar houdt'. Dat had ook vertrouwelijk gekund, met openbaarmaking direct na afloop van de missie, zeggen andere militairen. Dat er niets is gebeurd, noemt Berlijn 'heel vervelend, omdat het de indruk wekt dat de krijgsmacht als er dingen fout gaan, niet bereid zou zijn die te melden'.

Het parlement sprak deze week. Het toonde zich bereid de verschrikkelijke realiteit te dragen van oorlog, namelijk dat het soms fout gaat. De betekenis van het Hawija-debat moet daarom niet onderschat worden. Hetzelfde geldt voor de eis die de Tweede Kamer tamelijk eensluidend uitsprak: als we bereid zijn deze zware verantwoordelijkheid te dragen, mogen wij – en daarmee het Nederlandse volk – de maximaal mogelijke helderheid eisen.

Volkskrant, 08-11-2019, 21:57

Lex

Meer informatie over betrokkenheid bij burgerslachtoffers in Irak

Nieuwsbericht | 04-11-2019 | 11:51

Defensie heeft de plaats, datum en tijd bekend gemaakt van 2 bombardementen door Nederlandse F-16's in Irak. De Nederlandse regering stelde zelf vast dat hierbij zeker dan wel zeer waarschijnlijk burgerslachtoffers zijn gevallen. Defensie schat dat het om 74 mensen gaat. Dat meldt minister Ank Bijleveld-Schouten vandaag per brief aan de Tweede Kamer.

Van oktober 2014 tot en met juni 2016 en heel 2018 namen Nederlandse F-16's deel aan de anti-ISIS coalitie en vlogen circa 3000 missies. Daarbij zijn meer dan 2100 keer wapens ingezet.

Hawija
In de nacht van 2 op 3 juni 2015 werd in Hawija (Irak) een faciliteit aangevallen waar door ISIS geïmproviseerde autobommen werden gefabriceerd. Deze fabriek lag in een industriegebied. Er waren voorafgaand aan de aanval op basis van de bij Nederland beschikbare inlichtingen geen indicaties dat door de effecten van de wapeninzet burgerslachtoffers zouden vallen. Dit omdat er zich in de directe nabijheid van het doel geen burgers bevonden. De dichtstbijzijnde woonhuizen stonden buiten het vooraf voorziene schadegebied. Na de aanval waren er echter meer en grotere secundaire explosies dan door eerdere ervaringen met het uitschakelen van dit type doel waren te verwachten. Hierdoor was er sprake van een groter schadegebied. Het bleek namelijk dat in de fabriek veel meer explosieven waren dan bij Nederland bekend was of viel in te schatten op basis van de toen beschikbare inlichtingen van de anti-ISIS coalitie. Hierdoor werd ook een groot aantal andere gebouwen in de omgeving vernietigd. Uit nader onderzoek van het coalitiehoofdkwartier bleek dat bij deze explosies zeer waarschijnlijk burgerslachtoffers vielen te betreuren. Er waren namelijk zeer waarschijnlijk burgers in het door de secundaire explosies getroffen gebied. Op basis van de door het coalitiehoofdkwartier aangehaalde bronnen zijn bij deze aanval ongeveer 70 slachtoffers gevallen, zowel burgers als ISIS-strijders. Om hoeveel omgekomen ISIS-strijders of burgerslachtoffers het ging was achteraf niet vast te stellen.

Mosul
In de nacht van 20 op 21 september 2015 is er een vermeend ISIS-hoofdkwartier in Mosul aangevallen. Achteraf stelde het coalitiehoofdkwartier Nederland ervan op de hoogte dat dit een woonhuis met burgers betrof. Later is vastgesteld dat inlichtingen van de anti-ISIS coalitie, die hebben geleid tot het identificeren van het doel, onjuist waren. Op basis van de door het coalitiehoofdkwartier aangehaalde open bronnen zijn bij deze aanval zeer waarschijnlijk 4 burgerslachtoffers gevallen.

Beide bovenstaande gevallen zijn later door het Openbaar Ministerie zelfstandig onderzocht. Het OM zag uiteindelijk geen aanleiding voor vervolgonderzoek.

Zo min mogelijk nevenschade
Bijleveld 'betreurt het ten zeerste' dat er burgerslachtoffers zijn gevallen. "Het hele proces dat voorafgaat aan wapeninzet is erop ingericht om zo min mogelijk nevenschade te maken, zeker als het om burgerslachtoffers gaat. Er wordt daarom altijd enorm zorgvuldig gekeken naar de plaatselijke situatie en beschikbare informatie. Helaas is het in een oorlog nooit volledig uit te sluiten dat er burgerslachtoffers vallen."

Vliegers
Afgelopen donderdag sprak de minister met F-16-vliegers over het openbaar maken van de luchtaanvallen. In het gesprek gaf Bijleveld aan dat ze het belangrijk vindt zo transparant mogelijk te zijn over de inzet van Nederlandse F-16's en burgerslachtoffers. Vanuit de vliegers was er ruimte om vragen, opmerkingen en zorgen te delen met de minister.

Verslaan van het kalifaat
Bijleveld benadrukt dat ze pal achter de ingezette F-16-vliegers staat. "Onze vliegers hebben voor onze veiligheid gevochten tegen ISIS. Ze hebben dat zorgvuldig en professioneel gedaan, terwijl er veel verantwoordelijkheid en druk op hun schouders rustte. Ik ben er trots op dat onze militairen hebben bijgedragen aan het verslaan van het kalifaat."

Mindef


De Kamerbrief

Huzaar1

Citaat van: Oorlogsvis op 22/10/2019 | 12:58 uur
ja wat moet je ermee he...het was een fout teveel burgerslachtoffers dat klopt, maar dat gebeurd in oorlogen en vooral als
er in steden gevochten moet worden en IS express een bommenfabriek neerzet in een dichtbevlokte wijk dan moet je wel.

Even slikken en weer doorgaan ...

Het was een fout?
Nee, lees het artikel nog eens. Dit is gewoon de prijs van oorlog.
"Going to war without France is like going deer hunting without your accordion" US secmindef - Jed Babbin"

Ros

Citaat van: NRC op 22/10/2019 | 10:34 uur
Wat het enthousiasme zal bevorderen, denkt De Bok, is de komst van de JSF, die de F-16 aflost. Net als precisiewapens bieden de technische snufjes van de JSF de belofte van (nog) schonere oorlogsvoering, misschien met (nog) minder burgerslachtoffers. Immers, de JSF heeft hypermoderne communicatiesystemen. Die kunnen gevoed worden met de meest actuele gegevens op de grond (over de aanwezigheid van burgers). De Bok: ,,De F-16's en de JSF verhouden zich tot elkaar zoals een oude Nokia tot de allernieuwste iPhone." Of de JSF 'Hawija' had kunnen voorkomen, is de vraag, zegt De Bok. Goede inlichtingen geven over de omgeving van het doelwit blijft mensenwerk

Dan moet je die gegevens wel hebben, over burgers in de buurt. En dan......de JSF besluit om niet aan te vallen ? De bepalende inlichtingen waren op voorhand al bekend. Je gaat een "bommenfabriek" aanvallen met de bedoeling om de aanwezige explosieven uit te schakelen. Dat deze ook kunnen detoneren kan geen verrassing zijn. Je valt een raffinaderij aan.....en het raar vinden dat de boel in de hens gaat...... :omg:

Oorlogsvis

ja wat moet je ermee he...het was een fout teveel burgerslachtoffers dat klopt, maar dat gebeurd in oorlogen en vooral als
er in steden gevochten moet worden en IS express een bommenfabriek neerzet in een dichtbevlokte wijk dan moet je wel.

Even slikken en weer doorgaan ...

Sparkplug

'Aanval op IS-depot was vakmanschap'

Reacties In militaire kringen wordt met onbegrip gekeken naar berichtgeving over burgerdoden. ,,Potverdorie, dacht ik. Moet dat?"

Kees Versteegh 21 oktober 2019 Leestijd 3 minuten

,,Bij oorlogvoeren horen harde en zelfs wrede afwegingen", zegt oud-luchtmachtofficier Peter Wijninga. ,,Je moet soms vreselijke keuzes maken, bijvoorbeeld bij de voorbereiding van een aanval op een bommenfabriek van IS."

Wijninga leidde de luchtverdedigingseenheid op luchtmachtbasis De Peel, was actief in Afghanistan en werkt voor nu de Haagse denktank The Hague Centre for Strategic Studies. ,,Je moet het mogelijk verlies van levens van burgers in de buurt van zo'n fabriek afwegen tegen misschien wel dat van honderden burgers die om gaan komen als IS de bommen uit die fabriek gaat inzetten in de strijd."

Wijninga heeft ,,met gemengde gevoelens" kennisgenomen van de berichtgeving van NRC en NOS vrijdag en de daarop volgende politieke commotie. Beide media berichtten over de dood van 70 burgers bij een bombardement door een Nederlandse F-16 van een bommenfabriek van IS in de Noord-Iraakse stad Hawija in juni 2015. Wijninga: ,,Potverdorie, dacht ik even met mijn luchtmacht-verleden. Moet dat?"

Hij was niet de enige. In Facebook-groepen van veteranen werd grotendeels met onbegrip gereageerd. Een bezoeker van de pagina van de stichting Dutch Military Veterans schrijft: ,,Een munitiedepot van IS kreeg een voltreffer van een Nederlandse F-16. Dat is vakmanschap. De doden zijn een gevolg van de exploderende opgeslagen munitie dus absoluut NIET de schuld van de nl-piloot."

Oud-luchtmachtofficier Wijninga miste in het nieuws en de vele reacties begrip voor de oorlogsvoering. ,,In feite was het uitschakelen van een belangrijke bommenfabriek van IS met vier vrachtwagens TNT erin een unieke kans. We durven dat nauwelijks hardop te zeggen, omdat we alleen in eufemismen praten, zoals vredesmissies. Maar de prijs voor vrede en veiligheid wordt vaak met bloed betaald. Dat gold 75 jaar geleden al, en dat geldt nog steeds."

Toch begrijpt Wijninga ook het verlangen van de Tweede Kamer naar meer openheid over de gevolgen van Nederlandse bombardementen. ,,Ook ik ben voor meer transparantie. Zo vind ik het vreemd dat, toen er al na de aanval vermoedens waren over tientallen slachtoffers, Defensie dat niet meteen heeft uitgezocht en bekend heeft gemaakt. IS had dat weinig kunnen schelen. Het ging immers om burgers, niet om IS-strijders. Dus de kans op wraakacties acht ik klein."

Ondergewaardeerd

Tom de Bok werkte decennialang in de luchtmacht, eveneens bij de luchtverdediging. Nu is hij voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Vereniging 'Onze Luchtmacht', een 'ambassadeursvereniging' voor de luchtmacht met vijfduizend leden. Hij vindt ,,de berichtgeving te veel de indruk wekken alsof we daar in Irak een oorlogsmisdaad hebben gepleegd". Het gaat om één incident, zegt De Bok: ,,Dat wordt eruit gepikt en er wordt uitgebreid over bericht. Dat terwijl we daar 2.100 keer gebombardeerd hebben."

Sinds vrijdag bleef het vrij rustig in zijn achterban, zegt hij. Maar militairen voelen zich nogal eens ondergewaardeerd door publiek en politiek en uiten dat lang niet altijd, zegt hij. ,,Dat gevoel zal deze dagen zeker niet minder geworden zijn."

Ook in vakbondskringen bleef het rustig, zegt Annemarie Snels van de Algemene Federatie van Militair en Burger Personeel. ,,Al sluit ik daarbij niet uit dat men van hogerhand opdracht heeft gekregen zich rustig te houden." Ze is positief over het streven van minister Bijleveld (Defensie, CDA) naar meer transparantie. ,,Voorwaarde is wel dat vliegers en andere betrokkenen bij de strijd beschermd worden. Anders krijg je niemand meer die zulk gevaarlijk werk wil doen."

Snels noch Tom de Bok verwacht dat de ophef invloed zal hebben op de motivatie van vliegers mee te doen aan toekomstige missies. Snels: ,,Mensen vinden het over het algemeen leuk om op missie te gaan. Bovendien: vliegers hebben geen keus. Ze moeten de opdracht uitvoeren die de politiek hen geeft."

Wat het enthousiasme zal bevorderen, denkt De Bok, is de komst van de JSF, die de F-16 aflost. Net als precisiewapens bieden de technische snufjes van de JSF de belofte van (nog) schonere oorlogsvoering, misschien met (nog) minder burgerslachtoffers. Immers, de JSF heeft hypermoderne communicatiesystemen. Die kunnen gevoed worden met de meest actuele gegevens op de grond (over de aanwezigheid van burgers). De Bok: ,,De F-16's en de JSF verhouden zich tot elkaar zoals een oude Nokia tot de allernieuwste iPhone." Of de JSF 'Hawija' had kunnen voorkomen, is de vraag, zegt De Bok. Goede inlichtingen geven over de omgeving van het doelwit blijft mensenwerk.

https://www.nrc.nl/nieuws/2019/10/21/aanval-op-is-depot-was-vakmanschap-a3977449
A fighter without a gun . . . is like an airplane without a wing.

-- Brigadier General Robin Olds, USAF.

Sparkplug

Nederlandse luchtaanval in Irak veroorzaakte zeker zeventig burgerdoden

NOS Nieuws • Binnenland •Politiek • Vandaag, 12:00 • Aangepast Vandaag, 12:04

Bij een aanval van een Nederlandse F-16 op een autobommenfabriek van IS in Irak zijn in 2015 zeker zeventig burgers gedood. Dat zeggen bronnen tegen de NOS en NRC. Door het bombardement werd een complete wijk in Hawija verwoest. Het was een van de bloedigste aanvallen van de internationale coalitie in de strijd tegen IS.

Het is de eerste keer dat duidelijk wordt waar Nederland heeft gebombardeerd in Syrië en Irak en hoeveel burgerslachtoffers daarbij zijn gevallen. Het kabinet zegt al jaren geen mededelingen te willen doen over concrete aanvallen en burgerslachtoffers vanwege de veiligheid.

Het Amerikaanse Pentagon bevestigt desgevraagd dat bij de aanval in de nacht van 3 juni 2015 zeventig burgers om het leven zijn gekomen. Ooggetuigen spreken van een veel hoger aantal doden, honderden gewonden en zeker 23 kinderen die zijn gestorven. Het ministerie van Defensie wil niet bevestigen dat Nederland betrokken was bij het bombardement.

Hoe de Nederlandse aanval zo gruwelijk mis kon gaan, is onduidelijk. De NOS en NRC hebben afgelopen zomer in Irak onderzoek gedaan naar het incident, en spraken daar met nabestaanden en autoriteiten. Daaruit blijkt dat bij de inwoners van Hawija algemeen bekend was dat er vluchtelingenfamilies verbleven rondom de fabriek. Toch is er gebombardeerd. Hawija was destijds in handen van IS.

De NOS sprak onder meer een Irakees die zegt dat hij als informant deze informatie wel heeft doorgegeven aan het Iraakse leger. Of die kennis de Nederlandse luchtmacht heeft bereikt, is onduidelijk.

Kon de Nederlandse Luchtmacht de aanval afblazen?

Nederlandse F-16's werden tussen 2014 en 2016 en in 2018 ingezet in Irak en Syrië als onderdeel van een grote internationale coalitie. Daarbij werden vanuit Jordanië 2100 luchtaanvallen uitgevoerd. Doel van de missie was om IS te bestrijden.

Waar gebombeerd zou worden werd bepaald in het internationale hoofdkwartier van de operatie in Bagdad. Op een tweede hoofdkwartier in Qatar werd alle beschikbare informatie nogmaals bestudeerd en uiteindelijk groen licht gegeven voor een aanval. Een Nederlandse jurist van Defensie controleerde de beschikbare informatie en had nee mogen zeggen. Ook de Nederlandse piloot had de aanval mogen afblazen, als hij het risico op burgerslachtoffers te groot achtte.

Volgens het Pentagon is het incident zo groot geworden door de enorme hoeveelheid munitie die in de fabriek lag opgeslagen. Die veroorzaakte een tweede explosie, zei de Amerikaanse luchtmachtgeneraal John Hesterman na de aanval op een persconferentie van de coalitie. Volgens Hesterman was het "targetingproces" zeer zorgvuldig, en is er gebruikgemaakt van een vrij kleine bom. Over vluchtelingen ter plaatse heeft hij het niet.
Tweede Kamer

Aan Kamerleden is vorig jaar alleen verteld dat bij een aanval op een autobommenfabriek "zeer waarschijnlijk" burgerslachtoffers zijn gevallen. Over de ernst van het incident is de Tweede Kamer nooit geïnformeerd, ook niet toen er door Kamerleden specifiek naar is gevraagd. Dat het om het incident bij Hawija gaat, dat het zeker is dat er tientallen burgers bij zijn omgekomen, en dat er vluchtelingen verbleven is hun niet meegedeeld.

Het Openbaar Ministerie onderzocht vorig jaar de zaak en concludeerde dat er geen aanleiding is om over te gaan tot vervolgonderzoek. Het Pentagon kwam tot dezelfde conclusie. Het OM heeft geen onderzoek gedaan in Hawija.
Geen schadevergoeding

Uit de gesprekken met slachtoffers in Hawija blijkt ook dat schadevergoedingen niet tot nauwelijks worden uitgekeerd. Volgens minister Bijleveld van Defensie kunnen nabestaanden, bij nevenschade door Nederlandse vliegtuigen veroorzaakt, zich melden. "In eerste instantie moeten de Iraakse burgers terechtkomen bij de Iraakse autoriteiten", zei ze in mei in de Tweede Kamer.

Daarnaast bestaat er volgens de minister de mogelijkheid dat Nederland zelf schadevergoedingen uitkeert. "Mocht een Nederlandse inzet onverhoopt toch tot burgerslachtoffers leiden, dan zal per geval worden beoordeeld of er aanleiding is tot het betalen van schadevergoeding."

Verschillende nabestaanden en gedupeerden in Irak zeggen dat ze bij de Iraakse overheid hebben aangeklopt voor een schadevergoeding. Velen hebben nooit meer iets uit Bagdad gehoord. De autoriteiten van Hawija bevestigen dit. Andere slachtoffers zeggen dat ze helft van het bedrag aan smeergeld moesten betalen, voordat ze een vergoeding kregen uitgekeerd.
Het onderzoek

Samen met Kees Versteegh en Jannie Schipper van NRC deed de NOS geruime tijd onderzoek naar de rol van Nederland bij het incident in Hawija. We spraken betrokkenen in Nederland, de Verenigde Staten en Irak.

Om meer duidelijkheid te krijgen over door Nederland uitgevoerde luchtaanvallen deed de NOS met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur tweemaal een verzoek bij het Openbaar Ministerie in Arnhem (in 2018) en eenmaal bij het ministerie van Defensie in Den Haag (in 2016). Alle verzoeken zijn afgewezen. Ook is er een Freedom of Information-verzoek gedaan in bij het Central Command in de Verenigde Staten. Dat verzoek loopt nog.

Jannie Schipper (NRC) bezocht in juli het Iraakse Kirkuk om daar met nabestaanden te praten. NOS-verslaggever Lex Runderkamp bezocht Hawija in september.

https://nos.nl/artikel/2306652-nederlandse-luchtaanval-in-irak-veroorzaakte-zeker-zeventig-burgerdoden.html
A fighter without a gun . . . is like an airplane without a wing.

-- Brigadier General Robin Olds, USAF.