Vechten voor vijand en vaderland - SS'ers in Nederlands-Indië en Korea

Gestart door Reinier, 29/12/2017 | 14:54 uur

Poleme

Komt overeen met de verhalen die ik gehoord maar vooral gelezen heb in dagboeken van vroegere familie leden die in de Oost woonden en vochten tijdens WO 2 en de politionele acties.

Nulla tenaci invia est via - Voor de doorzetter is geen weg onbegaanbaar.

Reinier

Nieuw boek over Nederlanders in het Duitse leger die na de oorlog dienden voor Nederland in Nederlands-Indië en Korea.

Reinier

SS'ers in het Nederlandse leger

Het was niet alleen Frankrijk dat dankbaar gebruik maakte van de diensten van voormalige Waffen-SS'ers in de rangen van het Vreemdelingenlegioen, dat vocht in Algerije en Vietnam. Ook Nederland deed dat.

Het was de Nederlandse rooms-katholieke kerk die al in juni 1945 in een memorandum de regering aanspoorde om gewezen SS-wapendragers in de rangen van het Koninklijke Nederlands-Indische Leger (KNIL) op te nemen, en naar de Indonesische archipel te sturen. Daar konden ze zich rehabiliteren door voor vaderland en koningin te vechten. Bovendien waren deze gewezen vrijwilligers, die al in Duitse dienst gevochten hadden, stuk voor stuk geharde krijgers en beter gemotiveerd dan dienstplichtigen. Maar de Nederlandse regering legde het voorstel naast zich neer. Ze zou nooit een actieve wervingscampagne onder de voormalige Waffen-SS-vrijwilligers ondernemen noch voor de dekolonisatieoorlog (1945-1949), noch voor de Koreaanse oorlog (1950-1953).
Wel werden zogenoemde jeugdgevallen die nog in de dienstplichtige leeftijd waren, opgeroepen en uitgezonden naar Nederlands-Indië. Doorgaans konden deze jeugdige knapen beter omgaan met wapens dan hun instructeurs. Een aantal andere gewezen Duitse wapendragers kon in de chaotische naoorlogse tijd door de mazen van het net glippen en als vrijwilliger naar overzee vertrekken. Indien ze dan toch ontmaskerd werden als ex-SS'er dan konden ze doorgaans in de kolonie blijven. Krijgservaren vrijwilligers waren immers eerder zeldzaam te noemen.

Zo'n 600 à 1000 gewezen militaire collaborateurs (minder dan 1% van de operationele strijdkrachten) streden in Nederlands-Indië en veertig à zeventig (op een totaal van 3 400 manschappen) in Korea. In het Belgische Korea-bataljon bevond zich geen enkele gewezen Waffen-SS'er.

Daar waar hun officieren en collega-soldaten aanvankelijk vol wantrouwen en vijandig neerkeken op de gewezen vrijwilligers, smolt dat wantrouwen als sneeuw in de zon eenmaal ze aan het front waren. De aan het Oostfront geharde Waffen-SS'ers bewezen stuk voor stuk hun waarde in de strijd. Met hun krijgservaring konden hun medesoldaten zich heel wat veiliger voelen dan onder hun eigen onervaren officieren. Ze kregen dan ook veel lof toegezwaaid. De oorlogservaren SS-veteranen onder Nederlandse vlag werden graag geziene gasten aan het front. "Krankzinnig goede soldaten" en "geweldige soldaten" waren een paar van deze lofuitingen. Op hun beurt voelden de gewezen collaborateurs zich aanvaard door hun kameraden en kregen ze in het leger een soort thuisgevoel, wat ze niet hadden in het burgerleven. Daar werden ze meestal als paria's behandeld.

Na terugkeer kregen de meeste hun Nederlandse nationaliteit terug. Een aantal onder hen bleef als beroepsmilitair aan het Nederlandse leger verbonden.

In zijn tien hoofdstukken tellende boek Vechten voor vijand en vaderland stelt en beantwoordt auteur en gewezen parlementslid Gerrit Valk een groot aantal vragen betreffende deze SS'ers in de Nederlandse krijgsmacht. Zo gaat hij na of er gewezen vrijwilligers betrokken waren bij gepleegde oorlogsmisdaden in de Gordel van Smaragd. Het antwoord, voor zover dat mogelijk is, luidt negatief.

Pas in het midden van de jaren 1980 kwam het brede publiek te weten dat er gewezen Nederlandse Waffen-SS-vrijwilligers in de gelederen van het Nederlandse leger in de Indische kolonie en in Korea gevochten hadden. Pas dan kwam ook het historisch onderzoek op gang en werden er een paar documentaires met getuigenissen van onder meer deze vrijwilligers uitgezonden. De reacties liepen van gematigd tot aanvaarden. Slechts hier en daar was er patriottische verontwaardiging te horen.

Auteur Valk deed zijn onderzoek grondig en stelt zich neutraal op. Voor zijn interessant en origineel te noemen boek verdient hij voluit onze dank. Wie neemt de handschoen op en schrijft een gelijkaardig boek over het Belgisch leger? We weten dat er binnen de rangen van het vaderlandse leger een (straf)compagnie bestond, waarin gewezen dienstplichtige ex-collaborateurs dienst deden. Meer is daarover echter niet geweten. Het is vooralsnog een witte plek.

https://doorbraak.be/recensies/ssers-in-het-nederlandse-leger/

Reinier


Gerrit Valk zocht uit hoe het nu eigenlijk zat met die SS'ers in Nederlandse krijgsdienst
Vechten voor vijand en vaderland - SS'ers in Nederlands-Indië en Korea


De kans is groot dat u meent te weten dat voormalige oostfrontstrijders en andere foute Nederlanders op grote schaal hebben meegevochten in de Korea-oorlog (1950-1953) en in de dekolonisatieoorlog in Indonesië (1945-1950). De communistische Waarheid, ooit de grootste krant van Nederland, heeft dit meermaals vermeld. Indonesiëkenner en voormalig NRC-redacteur Peter Schumacher ging er in de jaren negentig nog van uit dat enkele honderden SS'ers in Indonesië zijn ingezet. En Geert Mak wist in De eeuw van mijn vader te melden dat het om 15- à 30 duizend man moet zijn gegaan. Naderhand heeft hij - ruimhartig - erkend dat hij zich heeft vergist, en dat de Nederlandse krijgsmacht slechts incidenteel van gewezen SS'ers gebruik heeft gemaakt.

Gerrit Valk, voorzitter van het Veteraneninstituut en voormalig PvdA-Kamerlid, heeft uitgezocht hoe het nu eigenlijk zat met die SS'ers in Nederlandse krijgsdienst. Alleen in Nieuw-Guinea werden zo'n 250 politieke delinquenten aan het werk gezet. Maar het aandeel militairen met een Duits krijgsverleden beperkte zich volgens Valk in Indonesië tot hooguit 1 procent. In Korea zou het om 40 à 70 mannen zijn gegaan. Van een actieve werving onder oud-SS'ers zou geen sprake zijn geweest. Laat staan van rehabilitatie als wederdienst van de Nederlandse overheid.

Dit neemt niet weg dat vroegere oostfrontstrijders kort na de oorlog onder Nederlandse vlag hebben gevochten. Sterker: de meesten van hen voldeden beter dan het gros van hun strijdmakkers. 'Ik heb liever jongens die in Rusland zijn geweest dan het zooitje dat we hier vaak tegenkomen', zou een officier hebben gezegd. Een Korea-veteraan die nog tegen de Duitsers had gevochten, was even gul in zijn lof: 'Het waren geweldige soldaten en zeer goede kameraden.'

https://www.volkskrant.nl/boeken/gerrit-valk-zocht-uit-hoe-het-nu-eigenlijk-zat-met-die-ss-ers-in-nederlandse-krijgsdienst~a4542652/