Nieuwe werkwijze Russische leger: gedode Tsjetsjenen opblazen 13-03-2003

Gestart door -Peter-, 13/03/2003 | 14:31 uur

-Peter-


Het was de bedoeling dat Aslan Dzjabrailov nooit meer gezien zou worden, of hij nu dood was of levend. Russische troepen in Tsjetsjenië lichtten hem in februari van zijn bed en martelden hem. Daarna ontstaken ze explosieven onder hem en zijn dode broer, kennelijk om de bewijzen te vernietigen. Als de explosieven waren afgegaan, waren de resten van de mannen onherkenbaar geworden.

Tsjetsjenen en mensenrechtenactivisten zeggen dat in heel Tsjetsjenië stukken van opgeblazen lichamen worden gevonden. Het Russische leger zou niet zijn gestopt met het schenden van mensenrechten, maar zijn best doen die te verbergen. Sommigen zien zelfs aanwijzingen voor een gecoördineerde campagne om Tsjetsjenen te vermoorden.

Pas geleden hebben agenten bij een pijpleiding niet ver van ons dorp opgeblazen lichaamsdelen van mensen gevonden, vertelt Moerzabek Saidoelajev uit Belgatoi, bijna 30 kilometer van de hoofdstad Grozny. Daar blazen de troepen graag lijken op. Ze rijden erheen in pantserwagens.

Parlementslid en mensenrechtenactivist Sergej Kovaljov vermoedt dat het leger het voor onafhankelijke onderzoekers onmogelijk probeert te maken een verband aan te tonen tussen de lijken en de soldaten die de arrestaties hebben verricht. Voor lichamen die onherkenbaar zijn verminkt worden eerder rebellen verantwoordelijk gehouden, zegt hij.

Kovaljov is in februari naar de Verenigde Staten en Groot-Brittannië geweest om op actie aan te dringen, maar hij kreeg te horen dat stille diplomatie de voorkeur heeft. Volgens Kovaljov werkt dat niet.

De Russische president Vladimir Poetin en andere leden van de regering hebben het leger bij herhaling het bevel gegeven zich aan de wet te houden in Tsjetsjenië, nadat er berichten kwamen dat er burgers verdwenen. Vorig jaar kregen de arrestatieteams van het leger het bevel zich bij een arrestatie te identificeren en de familie van de arrestanten in te lichten over hun verblijfplaats. Maar volgens mensenrechtenactivisten wordt het bevel genegeerd en was het vooral bedoeld om critici aan het lijntje te houden.

Het patroon van opgeblazen lichamen en de vondst van lichaamsdelen van mensen uit verschillende delen van Tsjetsjenië op dezelfde plaats wijzen op systematisch, georganiseerd geweld, zegt Kovaljov. Het doet meteen denken aan doodseskaders. Men kan zich afvragen of hier genocide wordt begaan.

Igor Bornikov, een woordvoerder van de Russische regering voor Tsjetsjenië, drijft de spot met de beschuldiging van Kovaljov. Hij laat de woorden voor rekening van de heer Kovaljov. Op de vraag of de beschuldiging niet moet worden nagetrokken, zegt Bornikov dat alle beschuldigingen aan het adres van het leger worden onderzocht. Onderzoek door onafhankelijke journalisten is echter onmogelijk, omdat zij worden gehinderd door het geweld en beperkingen die zijn opgelegd door de Russische regering.

Dzjabrailov (23) wil zijn verhaal alleen vertellen op voorwaarde dat zijn verblijfplaats niet wordt vermeld. Hij is bang voor wraakacties. Zijn verhaal komt overeen met verhalen die de Russische mensenrechtenorganisatie Memorial heeft opgetekend.

Met zijn hoofd in het verband en zijn gezicht blauw van de kneuzingen, beschrijft hij hoe gemaskerde soldaten zijn huis in het dorp Pobedinskoje even ten westen van Grozny binnenvielen, op 16 februari bij zonsopgang. Ze trokken hem en zijn 30-jarige broer Valid uit bed, negeerden de smeekbeden van hun moeder en zus, en sloegen hen in de boeien. Met een zak over hun hoofd werden ze vervolgens in een auto gezet en in ongeveer een uur ergens heen gereden, waar ze hekken konden horen opengaan. Dzjabrailov denkt dat het Chankala was, het legerhoofdkwartier in Tsjetsjenië, omdat hij helikopters hoorde.

Dzjabrailov werd van zijn broer gescheiden en naar een kelder gebracht, waar hij anderhalve dag aan een pijp zat vastgeketend. Gemaskerde mannen kwamen af en toe langs om zijn nieren met geweren te bewerken en zijn neus te breken met een zaklamp. Ze eisten dat hij bekende dat hij met de rebellen had gevochten, maar Dzjabrilov zegt nooit bij gevechten betrokken te zijn geweest.

In de avond kwam een ongemaskerde man die opnieuw een zak over zijn hoofd trok en hem naar een auto bracht. Er lag een koud lichaam onder me, vertelt Dzjabrailov. Na een lange rit werden het lijk en hij uit de auto gesleept en op de grond gelegd. Hij hoorde een schot en er schampte een kogel langs zijn hoofd boven zijn oor. De mannen legden vervolgens iets onder hem en het lijk en staken dat aan met een aansteker.

Toen de vrachtwagen vertrok bevrijdde Djabrailov zichzelf en doofde hij de lont. Hij herkende zijn broer aan zijn kleren.

[bron: www.nieuws.nl]
[Copyright 2003, Novum Nieuws / Associated Press]
Een land is niet sterk als zij oorlog kan voeren, zij is pas sterk wanneer zij oorlog kan voorkomen...