Drums of More War

Gestart door jurrien visser (JuVi op Twitter), 26/11/2012 | 08:26 uur

A.J.

Een nieuwe wereldoorlog?

In zijn veelbesproken boek 2020: WARning schrijft ex-marinier Ingo Piepers dat we een systeemoorlog mogen verwachten. Kars de Bruijne voorziet weliswaar veel bedreigingen, maar gaat vooralsnog uit van een niet-gewelddadige verandering van de internationale orde.

Het is een vreemde en onzekere tijd. Er lijkt hernieuwde interesse in Europese politiek en geopolitiek onder alle lagen van de bevolking. Op de opiniepagina's van dag- en weekbladen heerst onrust als gevolg van de spanningen aan de oost- en zuidgrens van Europa, het Europese immobilisme en de verkiezing van een ogenschijnlijk onvoorspelbare president in de Verenigde Staten. Beleidsmakers en wetenschappers zoeken naar duiding en af en toe verschijnen referenties naar jaartallen – 1929, 1933, 1938 – die we meenden te hebben begraven onder het gewicht van een gewelddadige wereldoorlog. Het is te hopen dat de recente buzz in de Volkskrant en beleidskringen over het boek WARning 2020 van ex-marinier Ingo Piepers wordt ingegeven door deze onrust.

In het boek betoogt Piepers "op basis van natuurkundige en wiskundige theorieën" dat we in 2020 een systeemoorlog mogen verwachten. Jazeker, een oorlog over de fundamentele normatieve inrichting van de internationale orde, vergelijkbaar met de Dertigjarige Oorlog (1618-1648), de Napoleontische Oorlog (1792-1815) en de Twee Wereldoorlogen (1914-1945).

Om meteen aan alle onrust een einde te maken: de voorspelling van Piepers is wetenschappelijk onhoudbaar; de methodologie rammelt, de data zijn te simpel en het aantal observaties is veel te laag. Deze gebreken komen in het eerste deel van dit artikel nader aan de orde. Maar de onrust dan en het conflictpotentieel? Daarom wordt vervolgens ingegaan op enkele ideeën die Piepers – het moet gezegd – in de schijnwerpers heeft weten te zetten: de mogelijkheid tot niet-gewelddadige verandering van de internationale orde en de kans op conflict tussen grote mogendheden.

Dit artikel betoogt dat normatieve verschillen tussen de grootmachten minder groot zijn dan soms wordt aangenomen en dat een fundamenteel conflict over de inrichting van de internationale orde onwaarschijnlijk is.

Het belang van evidence-based onderzoek

In 2020: WARning verdedigt Piepers twee kernargumenten. Ten eerste meent hij dat de frequentie, intensiteit en omvang van oorlog tussen grote mogendheden een vaststaand cyclisch patroon volgen. Een set ordenende principes voor de omgang tussen 'staten' gaat gepaard met een steeds nauwer patroon van relaties waarin spanningen worden opgebouwd. Die spanningen uiten zich in conflict waarbij grootmachten zijn betrokken, totdat een punt wordt bereikt waarop de kosten voor conflict te groot worden en het aantal conflicten afneemt. Maar spanningen blijven zich opbouwen tot het punt waarop een onvermijdelijke grote oorlog leidt tot spanningsontlading.[1] Vanaf 1488 tot 1945 hebben zich vier van dergelijke 'oorlogscycli' voorgedaan. Gezamenlijk vormen ze een Europese super-cyclus.

Piepers' tweede argument is dat we al op korte termijn, in 2020, een dergelijke 'systeemoorlog' kunnen verwachten (anders dan de titel doet vermoeden houdt de auteur in zijn boek enige slagen om de arm).[2] Hij stelt dat 1945 het einde markeerde van de eerste grote Europese super-cyclus; deze ging toen over naar een tweede cyclus, die niet een Europees maar een mondiaal jasje kreeg. Als omslagpunt identificeert Piepers het jaar 2011; we verkeren thans in een periode van spanningsopbouw, tot het moment van ontlading in 2020.

Het boek – in eigen beheer uitgegeven – is soms taai, omdat Piepers zich baseert op concepten en ideeën uit de theoretische natuurkunde en wiskunde. Zo zou een oorlogscyclus het best te vergelijken zijn met een fase-transitie tussen twee internationale ordes (denk aan de overgang van water naar ijs) en volgt spanningsopbouw in het internationale systeem de logica van de tweede wet van de thermodynamica (de kwaliteit van de internationale orde neemt geleidelijk af). Wellicht het meest interessant is dat Piepers niet alleen ideeën introduceert, maar die ook empirisch test met behulp van kwantitatieve data. In de Volkskrant stelt hij: "Ik zoek in de database naar patronen, maar op een andere manier dan historici dat doorgaans doen."[3]

Gezien de claim van Piepers is de belangrijkste vraag met betrekking tot 2020: WARning toch of de empirische analyses overtuigend en betrouwbaar zijn. Helaas is dit niet het geval. Om te beginnen is er een groot aantal methodologische problemen. De centrale concepten (internationale orde, spanningen, systeem-oorlog) zijn vaak niet gedefinieerd en dikwijls niet gemeten. Ook is de statistiek in het boek te gemakkelijk. Zo worden bijvoorbeeld slechts twee variabelen met elkaar vergeleken (bivariaat) in plaats van de normale praktijk van een groot aantal variabelen in een model (multivariaat), wordt uitgegaan van lineaire relaties tussen die variabelen (zonder uitleg) en ontbreken noodzakelijke significantie-testen, waardoor het onduidelijk is of de relatie bestaat.[4]

Ten slotte worden er te veel atypische keuzes gemaakt, zoals het aanmerken van Iran als grootmacht, het op (te) grote schaal aanpassen van de data en een gemiddelde van 1 bron per 10 bladzijden.[5] Het mag in dit licht niet verrassend zijn dat ook op de onderliggende database wel erg veel is af te dingen; met 119 waarnemingen aangevuld met 20 waarnemingen door Piepers is de database te klein.

Het bewijs voor de twee hoofdstellingen – een logica voor alle oorlogscycli en een zich herhalende super-cyclus met oorlog in 2020 – is ook niet overtuigend. De super-cyclus wordt waargenomen omdat het aantal militaire slachtoffers, de duur van vrede en conflict in systeemoorlogen allemaal exponentieel stijgen met "precies dezelfde versnellingsfactor". Tegelijkertijd is de waarneming gebaseerd op slechts vier (!) observaties, is duidelijk dat een andere meting van slachtsoffers de logica volledig zou omdraaien (30% van de Europese bevolking stierf tijdens de Dertigjarige Oorlog, veel meer slachtoffers dan in de Tweede Wereldoorlog) en is de identificatie van tipping points gebaseerd op handmatige (en daarmee toch wat discutabele) waarneming.

De tweede stelling – dat de Europese super-cyclus van vier systeemoorlogen zich gaat herhalen op mondiale schaal – is nog minder goed onderbouwd. Piepers' argumentatie leunt volledig op een (te) simpele gelijkenis. Tijdens de eerste fase van de Europese super-cyclus (1498 - 1567) was er sprake van jaarlijks 0,41 conflicten tussen grootmachten. Piepers merkt op dat de eerste fase van de mondiale super-cyclus (1989 - heden) een vergelijkbaar aantal conflicten tussen grootmachten kent (0,37 per jaar). Omdat deze cijfers 'vrijwel gelijk' zijn, verwacht Piepers een nieuwe oorlog.[6] Los van de noodzaak om op zijn minst een betrouwbaarheidsinterval weer te geven, is het volstrekt onduidelijk waarom op basis van een analogie een nieuwe systeemoorlog verwacht mag worden.

Vergelijkbare argumentatie kenmerkt het boek; er zijn teveel twijfelachtige analogieën en ogenschijnlijk toevallige verbanden. Met recht mag daarom worden geconcludeerd dat de empirische analyse in 2020: WARning niet overtuigt.

Interessante vragen

Toch werpt het boek een aantal belangrijke en beleidsrelevante vragen op, juist in een tijd waarin de schaduw van het oorlogsspook soms voorzichtig de kop opsteekt. In de burelen van beleidsmakers wordt soms verwacht dat een verandering van de rules-based order niet zachtzinnig zal verlopen (en wordt gewezen op de toegenomen spanningen op het internationale toneel tussen de grootmachten). Het is inderdaad waar dat veranderingen in de normatieve ordening niet altijd geweldloos zijn verlopen; en alleen om die reden is het nadenken over de kans en mogelijkheden op een (systeem-) oorlog belangrijk.[7] Piepers noopt ons dus na te denken over de vraag of er momenteel omstandigheden zijn die wijzen op de komst van een systeemoorlog. En, zo ja, wat te doen?

Objectieve omstandigheden niet zorgwekkend

Ondanks het gevoel van onrust, zijn de objectieve omstandigheden niet direct een reden tot zorg. Gewelddadige systeemverandering vrijwel altijd een fundamenteel conflict over de normatieve inrichting van de internationale orde. Zo ging de Dertigjarige Oorlog over fundamentele onenigheid inzake de inrichting van het statensysteem (Habsburgs vs. Soeverein), economische relaties (feodaal vs. commercieel) en het religieuze leven (katholiek vs. protestant).[8]

Vergeleken met deze fundamentele onenigheid steekt het huidige verschil van inzicht tussen de grote mogendheden schril af. Ondanks belangrijke verschillen deelt men een kapitalistische ordening (waarbij de rol van de staat een discussiepunt is), een soeverein (Westfaals) statensysteem en zelfs een inzet op internationale samenwerking. De Clingendael Strategische Monitor 2017 spreekt om die reden over een Multi-Orde; tussen grote mogendheden (en tal van andere actoren) blijft er sprake van substantiële samenwerking op diverse terreinen.[9] Hoewel normatieve veranderingen te verwachten zijn (Clingendael verwacht bijvoorbeeld een terugkeer van het denken in invloedssferen, toenemend protectionistisme en een meer 'nationale' EU), tasten deze conflicten niet de fundamenten van de internationale orde aan. Met andere woorden, verandering binnen de orde is waarschijnlijker dan verandering van de orde.[10]

Een andere reden waarom we ons maar beperkt zorgen moeten maken is dat geen van de prominente verklaringen/mechanismen van interstatelijk systeemconflict op dit moment erg waarschijnlijk is. Hoewel verklaringen om voorrang dringen en het om die reden altijd koffiedik kijken blijft, zijn twee veelgehoorde verklaringen dat conflict voortkomt uit (a) sterk fluctuerende machtsverhoudingen; of (b) uit onzekerheid en verkeerde inschattingen.[11] Het is onwaarschijnlijk dat een van beide op korte termijn (2020) tot systeemconflict zal leiden.

China geen conflictzoeker

Om te beginnen wordt van sterk verschuivende machtsverhoudingen verwacht dat ze leiden tot machtsonevenwicht en dito frustratie over de inrichting van de internationale orde.[12]De opkomst van China lijkt in dit licht de meest belangrijke ontwikkeling. Los van het vraagstuk of China wel in staat zal blijken zijn hoge economische groei vast te houden, een succesvolle transitie naar een dienstensector kan maken en zijn economische macht structureel weet om te zetten in militaire en politieke macht die zich laat meten met de Verenigde Staten, is het een grote vraag of China daadwerkelijk een andere ordening nastreeft. Er is verrassend veel onderzoek dat wijst op slechts een beperkte neiging bij China, alsmede een beperkt belang om de huidige orde te veranderen (de Chinese opstelling met betrekking tot TPP en het klimaatverdrag is geen uiting van pragmatisme, maar past bij een veel bredere Chinese beleidsinsteek van een gedeeltelijk andere, maar toch voortgaande internationale orde).

Het is bovendien belangrijk op te merken dat machtsverschuivingen niet tot geweld behoeven te leiden: er zijn diverse geweldloze orde-omwentelingen geweest. Denk bijvoorbeeld aan de overgang van een bipolaire naar unipolaire orde (Koude Oorlog) of die van een Pax Brittanica naar een Pax Americana.

Verkeerde inschattingen en een systeemoorlog

Ook van de andere overbekende conflictoorzaak (onzekerheid) kan niet op korte termijn worden verwacht dat ze leidt tot een oorlog over de inrichting van de orde. Deze traditie stelt dat onzekerheid over capaciteiten, intenties en allianties maakt dat partijen hun macht overschatten.[14] Vanwege deze overschatting stellen onzekere staten te veel eisen en is een conflict denkbaar.

In deze tijd, waarin onduidelijkheid bestaat over de bedoelingen en de bereidheid tot militaire inzet van spelers zoals Rusland, over de richting van het beleid van de nieuwe Amerikaanse president en over de mate waarin Europa als eenheid zal kunnen blijven optreden, lijkt conflict als gevolg van onzekerheid tussen een of twee grootmachten niet ondenkbaar (overigens is de inschatting van schrijver dezes ook onzeker, omdat percepties zich zeer moeilijk laten meten).[15] Maar een systeemoorlog waarbij alle grootmachten betrokken zijn, is dat wel, zeker omdat een partij als de Verenigde Staten een dusdanige militaire dominantie heeft dat andere partijen er wel extreem naast moeten zitten om te denken dat ze hun politieke doelen kunnen verwezenlijken.

Wat te doen bij dreigende systeemoorlog?

Dan de laatste vraag: zouden we iets kunnen doen in het geval er wel een systeemoorlog dreigt? Ook over deze vraag bestaat een stevig wetenschappelijk debat. Sommige wetenschappers menen van niet en onderschrijven Piepers' pessimisme: fundamentele veranderingen zijn altijd gepaard gegaan met een systeemoorlog tussen grote mogendheden.[16] Andere wetenschappers zijn positiever. Zo stelt een relatief recente traditie in de Internationale Betrekkingen, met wortels in de sociologie, dat de belangen van staten kunnen veranderen door socialisatieprocessen (denk bijvoorbeeld aan de integratie van Duitsland en Japan in de internationale orde).[17] Maar zelfs de meer traditionele stromingen wijzen op een aantal maatregelen die conflictrisico's kunnen beperken of zelfs wegnemen.

De Koude Oorlog, waar onzekerheid over de inzet van kernwapens als belangrijke conflictoorzaak werd gezien, heeft ons tal van beleidsmaatregelen opgeleverd. Te denken valt aan voorspelbare en helder gecommuniceerde militaire en strategische doctrines, internationale instituties die helpen bij het uitwisselen van informatie (zoals de START-, ABM-, Space Arms- en Conventional Armed Forces in Europe-verdragen en de OVSE), een sterk inlichtingenapparaat en een reeksvertrouwenwekkende maatregelen (hot lines, ontmoetingen). Bij verschuivende machtsverhoudingen moeten we denken aan andersoortige maatregelen. De eerste prioriteit lijkt het tegengaan van verschuivingen, waarbij het aangaan/uitbreiden/hernieuwen van allianties, militaire capaciteitsopbouw, investeren in kenniseconomie en bescherming van technologie in principe passende beleidsmaatregelen zijn.

Maar zelfs als verschuivingen niet tegengegaan kunnen worden, zijn er strategieën denkbaar die conflict vermijden, zoals het verminderen van internationale commitments, reduceren van twistpunten en beperken van alliantieafspraken (een zogenoemde strategie van retrenchement).[18] Een bekend voorbeeld in dit verband is de strategie van het Verenigd Koninkrijk vanaf 1892: in rap tempo losten de Britten allerlei lopende conflicten op en beperkten hun verantwoordelijkheden om zich te concentreren op vitale (maritieme) belangen. Met andere woorden, beleidsmakers zijn niet machteloos, zelfs als we tekenen van naderend conflict denken waar te nemen.

Conclusie

Iedereen die bekend is met forecasting begrijpt dat elke inschatting van de toekomst met een aantal slagen om de arm moet worden gemaakt. Sociale processen zijn complex, vaak afhankelijk van context specifieke omstandigheden en de reflexiviteit van beleidsmakers/staten maakt dat eerder waargenomen patronen zich om strategische redenen niet behoeven te herhalen. Alleen daarom al zouden er twijfels moeten rijzen bij de deterministische voorspelling die Piepers in zijn boek 2020: WARning doet. Maar een klinische blik leert dat – ondanks interessant ideeën – de methode, het datagebruik en de statistische analyse, de toets der kritiek niet kunnen doorstaan. Met alle slagen om de arm is een grote systeemoorlog zeer onwaarschijnlijk (zeker op relatief korte termijn).

Als we iets kunnen leren van het enthousiasme waarmee een boek als dat van Piepers wordt ontvangen, is het vooral dat er een voedingsbodem van onrust bestaat die beter moet worden begrepen. Uiteraard zijn er spanningen tussen grote mogendheden en blijft het verstandig dat beleidsmakers zich voorbereiden op onverwachte gebeurtenissen zoals een systeemoorlog. Maar zoals de Clingendael Strategische Monitor 2017 laat zien, is de aard van de problemen waar we voor staan veel complexer en meer intern van aard: de druk op de EU, het vrijhandelsregime, migratiedruk, toenemend geweld in fragiele staten en zelfs de terrorismedreiging zijn stuk voor stuk vooral een gevolg van interne en vaak politieke ontwikkelingen.

Interne veiligheid is volledig verknoopt geraakt met externe veiligheid. Dit stelt ons voor nieuwe uitdagingen waarin we niet langer kunnen teruggrijpen op oude systeemtheorieën, 19de-eeuws denken of klassiek geopolitieke waarheden. Tijd om het strategisch denken in Nederland weer een flinke duw in de rug te geven.

Hoe ontwikkelt de wereldorde zich in de komende periode? Wie zijn de belangrijkste spelers? In de Clingendael Strategische Monitor 2017 worden toenemende dreigingen en tegelijkertijd voortgaande samenwerking inzichtelijk. De tien deelstudies van de Monitor concentreren zich op de verwachte dreigingen en eventuele ordeverschuivingen binnen een specifiek thema. Het syntheserapport biedt een complete vooruitblik.

Kars de Bruijne is research fellow bij Instituut Clingendael en een van de auteurs van de Clingendael Strategische Monitor 2017.

A.J.

Citaat van: Poleme op 11/01/2020 | 16:53 uur
Laten we ons juist richten op zijn wiskundige en natuurkundige patroon analyse, in plaats van een afleiding op de persoon.  Leggen we daar de analyses naast van diverse historici, die wel heel veel parallellen zien tussen de huidige gespannen situatie en de aanloop naar WO 1.

En kijken we naar de grote trends: het aanzwellen van tegelijkertijd 4 Grote Stormen:
1.  De tektonische geo-politieke en economische (globalisering) aard verschuiving van het democratische en van socialistische tot liberale Noord-Atlantisch gebied naar een constellatie van autoritaire machten in de vorm van Rusland, Turkije, Brazilie, Saoedi-Arabie, Iran, India, Indonesia en bovenal China.
2.  De structurele groei van het provincialisme, populisme en vooral nationalisme op mondiale schaal.  Welke niet alleen de relaties in natie-staten zelf structureel veranderd, maar ook tussen natie-staten onderling en tussen en in bondgenootschappen.
3. De ingrijpende mondiale invloed van klimaat veranderingen en destabilisering, vervuiling en groeiende wereld-bevolking.
4.  De ontwrichtende werking op samenlevingen van extremisme, terrorisme en zowel nationale als vooral internationaal georganiseerde criminaliteit.

Zo vreedzaam zoals het vanaf 1945 tot en met heden was, zo zal het absoluut niet blijven.  Daar heb je geen kristallen bol voor nodig.

Nee en ook geen Ingo Piepers...

A.J.

Citaat van: Huzaar1 op 11/01/2020 | 16:36 uur
dit ga ik lezen.

Hij heeft ook een tijdje op Sargasso rondgehangen.
Dit is zijn site waar je die boekwerken van hem kunt downloaden: Global4cast.

Ik heb verder niet zoveel met die knakker, zeker niet nadat hij zich ging bemoeien met de treinkaping bij de Punt (1977), hij noemde zichzelf in de eerste instantie een getuige maar hij begon pas in 1980 op het KIM en startte in 1985 bij de mariniers...

In het proces over de treinkaping bij De Punt in 1977 hebben zich drie nieuwe getuigen gemeld. Het gaat om voormalige officieren

Nieuwe getuigen De Punt waren zelf niet betrokken bij bevrijding

Auteur heeft van 1980 tot 1985 de opleiding tot beroepsofficier bij het Korps Mariniers gevolgd aan het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM)

Poleme

Citaat van: A.J. op 11/01/2020 | 15:18 uur
Ingo Piepers probeert ook weer even mee te liften met de gebeurtenissen...
Laten we ons juist richten op zijn wiskundige en natuurkundige patroon analyse, in plaats van een afleiding op de persoon.  Leggen we daar de analyses naast van diverse historici, die wel heel veel parallellen zien tussen de huidige gespannen situatie en de aanloop naar WO 1.

En kijken we naar de grote trends: het aanzwellen van tegelijkertijd 4 Grote Stormen:
1.  De tektonische geo-politieke en economische (globalisering) aard verschuiving van het democratische en van socialistische tot liberale Noord-Atlantisch gebied naar een constellatie van autoritaire machten in de vorm van Rusland, Turkije, Brazilie, Saoedi-Arabie, Iran, India, Indonesia en bovenal China.
2.  De structurele groei van het provincialisme, populisme en vooral nationalisme op mondiale schaal.  Welke niet alleen de relaties in natie-staten zelf structureel veranderd, maar ook tussen natie-staten onderling en tussen en in bondgenootschappen.
3. De ingrijpende mondiale invloed van klimaat veranderingen en destabilisering, vervuiling en groeiende wereld-bevolking.
4.  De ontwrichtende werking op samenlevingen van extremisme, terrorisme en zowel nationale als vooral internationaal georganiseerde criminaliteit.

Zo vreedzaam zoals het vanaf 1945 tot en met heden was, zo zal het absoluut niet blijven.  Daar heb je geen kristallen bol voor nodig.

Nulla tenaci invia est via - Voor de doorzetter is geen weg onbegaanbaar.


jurrien visser (JuVi op Twitter)

Citaat van: A.J. op 11/01/2020 | 15:18 uur
Ingo Piepers probeert ook weer even mee te liften met de gebeurtenissen...

Dat dan weer wel. Laten we hopen dat hij het mis heeft, al denk ik dat we aanzienlijk dichter bij WWIII zijn, dan we afstaan van WWII.



jurrien visser (JuVi op Twitter)

'We beseffen het niet, maar we staan echt op de rand van het ravijn.'

https://www.knack.be/s/r/c/1495027 via @Trends_be

jurrien visser (JuVi op Twitter)

De Europeanen moeten militair eindelijk uit hun strandstoel komen

Duitsland voelt zich niet bedreigd, Nederland eigenlijk ook niet. En dat is precies het probleem, zei een Amerikaanse Navo-generaal tijdens een veiligheidsconferentie in Warschau. 'Rusland rekent op een continentale oorlog,' waarschuwde een Russische defensiespecialist. Conclusie: Europa moet echt zijn eigen defensie versterken. En snel ook.

Voor het eerst sinds lange tijd kletteren de sabels weer in Europa. In Noorwegen is 'Trident Juncture' gaande, de grootste Navo-oefening sinds het einde van de Koude Oorlog, met 50.000 soldaten en duizenden tanks, oorlogsschepen en vliegtuigen. Terwijl de Navo deze majeure oefenoperatie uitvoert, schiet de Russische marine uitgerekend in de wateren voor de Noorse kust dezer dagen testraketten de lucht in. De wereld kan niet om Rusland heen, is het signaal dat de 'tsaar' in het Kremlin afgeeft.

Wordt Europa het strijdtoneel van een nieuwe wapenwedloop tussen de vroegere aartsvijanden Amerika en Rusland? Dit was de kernvraag tijdens het Warsaw Security Forum, waar ruim een week geleden zo'n 1200 defensiespecialisten, politici, generaals en diplomaten uit Oost en West de internationale veiligheidssituatie bespraken.

Midden-Europa meest bevreesd

De jaarlijkse veiligheidsconferentie is de tegenhanger van de prestigieuze Munich Security Conference, al decennia het podium inzake internationale veiligheid voor regeringsleiders, hoge militairen en veiligheidsexperts uit Amerika, Europa en China. Het forum in Warschau is na de Russische annexatie van de Krim en de invasie in Oost-Oekraïne in 2014 in het leven geroepen, omdat juist in het midden van Europa en in de Baltische landen de vrees voor oorlog het grootst is.

De Russische agressie op de Krim en in Oost-Oekraïne heeft Europa definitief onveiliger gemaakt. Sindsdien verhogen militaire dreigingen, cyberaanvallen en wederzijdse beschuldigingen de spanningen tussen Moskou en Washington. De plaatsing van Russische Iskander-raketten bij de grens met Polen en Litouwen, die met kernkoppen kunnen worden uitgerust, heeft de spanningen verder verhoogd. Poetin blijft provoceren.

De enkelpolige wereld die na de instorting van het communisme overbleef met alleen Amerika als supermacht, was voor Poetin steeds onacceptabel. 'Onmogelijk', liet hij het Westen al in 2007 weten tijdens een legendarische veiligheidsconferentie in München. Een hernieuwde wapenwedloop zou ontstaan. De Navo-plannen om anti-raketinstallaties in een aantal nieuwe Oost-Europese lidstaten te plaatsen bevielen hem helemaal niet.

Kernwapenverdrag aan laars gelapt

Rusland moest aan zijn eigen veiligheid denken, zei de Russische leider en hij begon zijn strijdkrachten ingrijpend te moderniseren. Het INF-verdrag (Intermediate-range Nuclear Forces), dat Michail Gorbatsjov in de jaren tachtig met Ronald Reagan had gesloten om het arsenaal kernwapens af te bouwen, lapte hij toen al aan zijn laars. Want Noord-Korea, India, Iran, Pakistan en Israël gingen tenslotte gewoon door met de ontwikkeling van kernwapens.

Amerika kon niet achterblijven. President Donald Trump maakte eerder dit jaar bekend dat de strijdmacht en het kernwapenarsenaal een flinke opknapbeurt krijgen. Dit en volgend jaar trekt de regering hier $1400 mrd voor uit, meer dan de concurrenten Rusland en China samen.

Is deze militaire opbouw een voorbode van een conflict? Pavel Felgenhauer, Russisch defensiespecialist, weet het in Warschau zeker: Rusland rekent op 'een grote oorlog'. 'Geen wereldoorlog, wel een belangrijke continentale oorlog', aldus Felgenhauer, militair expert bij de kritische krant Novaya Gazeta.

Grondstoffencrisis

Aanleiding: de grondstoffencrisis. De invloedrijke militaire top in Moskou is er volgens Felgenhauer van overtuigd dat de Russische rijkdom 'in de grond' zit. De olie- en gasvelden, die 'anderen' zouden willen overnemen, moeten verdedigd worden.

In deze visie heeft Rusland de grondstoffen, Europa de technologie. Met Europeanen wil Moskou zaken doen. Losweken van de VS is het devies.

Met zijn onverbloemde uitleg van de Russische strategie raakt Felgenhauer in Warschau een uiterst gevoelige snaar. De regering in Warschau zou het liefst een permanente Amerikaanse troepenmacht in het land legeren als afschrikking. President Duda probeerde recent nog tijdens zijn bezoek aan de VS Trump te paaien met het aanbod zo'n militaire basis 'Fort Trump' te noemen. Polen wil er zelfs $2 mrd voor uittrekken. Met Estland hoort Polen tot de vijf landen die als enigen de gewenste Navo-bijdrage voor defensie leveren van 2% van het bbp.

Witte Huis: gereserveerd

Maar over een Fort Trump is het Witte Huis gereserveerd. De VS sturen er juist op aan dat Europeanen in de Navo zelf actiever worden om de eigen oostgrens te verdedigen. 'De hele geopolitieke situatie vereist de wederopbouw van militaire capaciteiten door Amerika en Europa', stelt generaal Richard Shirreff, voormalig adjunct-opperbevelhebber van de Navo in Europa.

Diverse brandhaarden maken dit dringend noodzakelijk. Zo verandert het smelten van de ijskappen in het poolgebied ook de geopolitieke kaart. Poetin wil expanderen richting Antarctica. Hij heeft zijn oog laten vallen op de olie- en gasvelden, maar ook op kostbare mineralen. 'Hier schuilen toekomstige bedreigingen', zegt Greg Melcher, directeur bij het Amerikaanse Centre for the Study of New Generation Warfare. Want tussen de ijsbergen stuit Poetin beslist op China en Amerika.

Ook de Baltische Zee geldt als brandhaard. Er wordt een stijging van militaire luchtprovocaties door Rusland gesignaleerd, die de omliggende landen als bedreigend ervaren. Daarnaast is Rusland bezig de positie van de vloot in de Zwarte Zee te versterken. En met de inmenging in de Syrische burgeroorlog is het Moskou gelukt een strategische positie te veroveren in het oosten van de Middellandse Zee. De marinehaven in Tartus is omgevormd tot de belangrijkste Russische basis van nucleaire oorlogsschepen. Tot grote zorg van Israël.

Russen verrassend snel en flexibel

Door Syrië is Rusland terug op het geopolitieke toneel. Zowel in Syrië als eerder op de Krim en in Oost-Oekraïne heeft Rusland laten zien dat het in crisissituaties militair snel en flexibel kan reageren. Tot verrassing van menig militair strateeg, bleek in Warschau.

Inmiddels heeft ook de Navo het roer omgegooid. 'De Krim-invasie in 2014 heeft bij Europeanen tot een heroriëntatie van hun defensie geleid', zegt Dick Zandee, oud-militair, voormalig topambtenaar bij Defensie en veiligheidsexpert bij Instituut Clingendael in Den Haag. Zo is in Litouwen een Navo-bataljon gevestigd met vooral Duitse soldaten. En langs de hele grens met het Oosten opereren 7300 Navo-militairen. Toch is deze roterende troepenmacht niet meer dan een eerste 'schrikdraad' dat gespannen is.

De meeste Europese landen moeten eerst een enorme defensie-achterstand wegwerken. De val van de Berlijnse Muur in 1989 suste Europeanen in slaap. De vijand was weg. 'We dachten allemaal dat Rusland onze partner zou worden', bekent de Amerikaanse generaal Ben Hodges, voormalig opperbevelhebber van de Navo in Europa. In Londen, Parijs, Bonn en Den Haag werd het vredesdividend dankbaar verdeeld. Er hoefde geen stuiver meer naar defensie. Tijdens het hoogtepunt van de Koude Oorlog waren er 300.000 Amerikaanse militairen in Europa, momenteel 62.000.

'Geopolitieke catastrofe'

Vrijwel niemand in het Westen had door dat in het Kremlin een oud-spion zich zat te verbijten over het verlies van het voormalige Sovjet-rijk. De 'grootste geopolitieke catastrofe van de eeuw', noemde Poetin het opheffen van de Sovjet-Unie in 2005. Sindsdien is hij bezig de onafhankelijke landen die zich los hebben gemaakt van het vroegere Sovjet-rijk stuk voor stuk te provoceren.

De vraag die menigeen in Washington en op het Navo-hoofdkwartier bezighoudt is: hoe kan Europa zijn eigen defensie versterken? De 29 Navo-leden hebben afgesproken in 2024 ook daadwerkelijk de vereiste 2% van het bbp uit te trekken voor hun verdediging. Voor de meeste landen is dit echter nog een vergezicht.

De Duitsers voelen zich niet bedreigd', verklaart Thomas Silberhorn, parlementair staatssecretaris van het ministerie van defensie in Berlijn. In Nederland of Italië is het niet anders. Dat is precies het probleem, zegt Navo-generaal Shirreff tijdens een debat getiteld 'Is a new war approaching?' 'Europa moet begrijpen hoe kwetsbaar de vrede is. Een hele generatie weet niet dat je door afschrikking een conflict kan voorkomen.'

'Afschrikking én dialoog' is de sleutel voor de veiligheid van Europa, onderstreept de Duitse marinecommandant Nicolas Liche. Komende week moet blijken of het tot een dialoog komt als Trump en Poetin elkaar ontmoeten in Parijs.

Democraten denken over defensie net als Republikeinen

Als Trump niet wordt herkozen, is de kans klein dat Amerika's veiligheidsstrategie verandert. Democraten denken hier niet anders over dan Republikeinen, onderstreept Julianne Smith, veiligheidsadviseur van Barack Obama in Warschau. De terugkeer naar 'great power politics' met een sterker China en een minder zwak Rusland, vereist van de VS een andere opstelling.

Oud-Navo-commandant Hodges is er helder over. 'Amerika heeft niet de capaciteit om én in Europa én in Azië sterk te zijn'. Daarom zet de VS in op een sterke Europese steunpilaar. De Europeanen hebben nog even om hun defensie nieuw leven in te blazen. Hodges: 'We gaan zeker tien tot vijftien jaar door met investeren in Europa. Totdat Chinese escalaties ons dwingen voor Amerika's belangen in Azië te vechten.'

https://fd.nl/weekend/1276421/de-europeanen-moeten-militair-eindelijk-uit-hun-strandstoel-komen?utm_medium=social&utm_source=twitter&campaign=SHR_ARTT_20181103&utm_content=weekend










jurrien visser (JuVi op Twitter)

#32
Dit artikel kan in diverse topics geplaatst worden...

De hebzucht van de wolf, de moed van het schaap

http://www.standaard.be/cnt/dmf20181019_03858599

Zeewier

#31
Citaat van: tentara71 op 21/06/2017 | 22:14 uur
Ik heb de Koude Oorlog met anderhalf jaar gemist (91-1) maar had nooit het gevoel dat die voorbij was.
En dat staal op staal "uit" was heb ik ook nooit in geloofd. Tenslotte is er in 91 en in 03 en 08 staal op staal geknokt.
Komt bij dat het "einde" van de Koude Oorlog andere actoren de gelegenheid heeft gegeven om op te komen en hun eiegm dreiging te vormen.
Natuurlijk moet je daar wel de kranten op een juiste manier voor lezen met de juiste, uit de mode geraakte, geopolitieke blik.

Helaas. Dit is Nederland en dit is Europa.
En dat zie ik, ondanks alle mooie woorden, niet snel verbeteren want rollators en zo.
Ja en nee. Vrede en (heringevoerde) democratie biedt ook de kansen aan kwaadwillende lieden om aan de macht te komen die dat anders binnen een al heersende autocratie nooit gelukt waren (zie Turkije, Rusland maar ook Hongarije en ISIS). De drijging doemt altijd vanzelf op. De welvaart, ambitie en hunkering naar het afdwingen van erkenning van het ene land beconcurreert de anderen. Voor ons Nederlanders is de dreiging lange tijd steeds verder van ons af gaan liggen. Ik noem Afghanistan. Maar dat was een tendens.

Dat de Britten nu collectief een toontje lager moeten zingen door hun Brexit-zelfmutilatie hebben ze puur aan zichzelf te danken maar we gaan ze nog als machtsfactor missen op het internationale speelveld. Europa moet niet te lang verdeeld en te veel met zichzelf bezig zijn.

Ik zit me al een tijdje zorgen te maken om de kaukasus. Georgiërs, Azerbeidzjanen en Armeniërs mogen elkaar niet maar ze zitten wel ingeklemt tussen Rusland, Turkije en Iran. Het is noch EU of NAVO-gebied. Dat maakt deze regio fragieler dan de Baltische Staten en bij escalatie moeilijk te bereiken. Het zijn door hun onderlinge verdeeldheid makkelijke prooien net als Europa dat was vooraf aan de Blitzkrieg van Nazi-Duitsland.

MasterChief1971

Ik heb de Koude Oorlog met anderhalf jaar gemist (91-1) maar had nooit het gevoel dat die voorbij was.
En dat staal op staal "uit" was heb ik ook nooit in geloofd. Tenslotte is er in 91 en in 03 en 08 staal op staal geknokt.
Komt bij dat het "einde" van de Koude Oorlog andere actoren de gelegenheid heeft gegeven om op te komen en hun eiegm dreiging te vormen.
Natuurlijk moet je daar wel de kranten op een juiste manier voor lezen met de juiste, uit de mode geraakte, geopolitieke blik.

Helaas. Dit is Nederland en dit is Europa.
En dat zie ik, ondanks alle mooie woorden, niet snel verbeteren want rollators en zo.
"Whosoever commands the sea, commands the trade; whosoever commands the trade of the world commands the riches of the world, and consequently the world itself"- Sir Walter Raleigh

Poleme

Citaat van de Risk kaart van de NOS: " Nog nooit was er zo lang vrede op het Europese continent."

Vele brandweerlieden zeggen uit ervaring: is er lange tijd geen brand uitgebroken, dan zal de volgende een flinke zijn.

Een aantal firefighters gingen dinsdag 9 september '01 naar het WTC en hadden lange geen brand alarm meer gehad.
In hun wagen op weg naar de torens speculeerden zij dat dit wel een grote moest zijn.
En het was een enorm groot vuur, in meerdere opzichten.

Met analogieën moeten we voorzichtig zijn.  Maar stel je eens voor dat die analogie er nu wel is.

Terwijl velen in de jaren 90 het over het vredesdividend hadden.  Had ik het gevoel dat we gewoon in een nieuw interbellum terecht waren gekomen.  En dan kom je Putin tegen in Sint Petersburg (jaren 90).  En die had de mond toen al vol over "otkat"  (Russisch voor terugstoot).
Nulla tenaci invia est via - Voor de doorzetter is geen weg onbegaanbaar.

Poleme

Citaat van: Zander op 05/12/2014 | 22:02 uur
Ik vind meneer Erdogan een heel eng narcistisch mannetje.
Hij zal zich niet snel laten gaan maar..............
Adolf Hitler was ook een narcist.

En net als Erdogan en Vladdy Puttin had Adolfje een moeizame relatie met zijn babuska (Russisch voor moeder).
Nulla tenaci invia est via - Voor de doorzetter is geen weg onbegaanbaar.