Internationale ontwikkelingen maritiem

Gestart door Parera, 17/04/2018 | 18:32 uur

Parera

#802
Yantar Shipyard Unveils Design Of Improved Ivan Gren-Class LST



Yantar Shipyard, based in Kaliningrad, unveiled the preliminary design of the improved or follow-on Project 11711 Ivan Gren-class LST (Landing Ship Tank) for the Russian Navy.

The image and text about the new project was published in the official internal newspaper of the shipyard (original link in Russian language):

Internet portal FlotProm, dedicated to Navy and Shipbuilding news, asked us to answer a number of questions related to the construction of large amphibious assault ships built by "Yantar" in April. We think these answers will be interesting to our readers. We thank the chief engineer of the plant, Igor Leonov, and the project director, Roman Fedyunin, for their help in preparing them.

How much faster will the plant build a new Project 11711 landing ship, including hull works and equipment fitting out, taking into account the serial production of the project? If the ships are in serial production, it would mean they fully correspond to the previously developed design documentation for the construction of orders for plant managers. No301, No 302, the plant would significantly reduce the time of their construction and testing (according to the reference schedule – up to 3-4 months from the lead ship). However, it is possible to call these ships serial only conditionally, since their dimensions are seriously changing and, apparently, the energy is changing. We will see all the changes only after receiving a technical project from the developer. Therefore, it is too early to talk about shortening the construction period. Today, they are defined by contract-tom – it is in this very, very tough, time frame that we plan our work

What new challenges will the shipyard face. The new landing ships will be built according to a modified project: are they longer, wider and have a large displacement? We anticipate no new difficulties, or "challenges" in building this new project. The new LSTs will differ from their predecessors in the basic parameters: the hull will be modernized, and a minor adjustment will be required in the matter of preparing the production. But we are ready for this 100%. We understand the work, there are no revolutionary solutions on these ships. No fundamentally new technologies will be applied, and in this regard, the shipyard will not experience difficulties. Much, as our experience shows, will depend on the quality of the project documentation: the higher it is, the less alterations will be made in the construction process.

[...]

Will the configuration of the installation work change? How will the experience gained during the work on Ivan Gren and Peter Morgunov be used in this process? The configuration of the location of the main power plant is determined by the design documentation and will be performed according to the requirements approved by the Navy according to the results of the BDK technical design materials in the modernized building. Finally, it will be possible to talk about this later – after we receive the technical project. Today, indeed, the question of another power plant is being considered, as the ship's dimensions have increased. Most likely, more powerful installations will be needed to maintain speed and, especially, to ensure landing operations. Preliminary work shows that this is possible. Installations may be of a different type, but they will be serial installations of domestic production.



The vessels of the Ivan Gren-class have a displacement of about 6,000 tons and are able to carry up to 13 main battle tanks or 36 armored personnel carriers and 300 marines. The first ship of the class was laid down in December 2004, launched in May 2012 and commissioned with the Russian Navy on 20 June 2018. Sistership Petr Morgunov was launched in May 2018 and should be commissioned this year.

On 23 April 2019, two modified Project 11711 landing ships, Vladimir Andreev and Vasily Trushin, were laid down at the Yantar Shipyard. The two new ships differ with modified superstructure, increased displacement to 7000-8000 tons and, according to the above illustration, longer hulls.

The new design would be able to accommodate up to four helicopters (Ka-52K and Ka-29 type) in the hangar. The flight deck should allow the simultaneous operation of two helicopters of this type, or a single Mi-8/Mi17 (which are larger).

[Source: Naval News ]

Nog een afbeelding met de twee ontwerpen bij elkaar.


Sparkplug

A fighter without a gun . . . is like an airplane without a wing.

-- Brigadier General Robin Olds, USAF.

jurrien visser (JuVi op Twitter)

Citaat van: Thomasen op 30/06/2019 | 22:50 uur
Enig besef dat je daarmee de enormiteit en complexiteit van dit project aanhaalt?
NLD heeft zeker te technologische basis en personele en financiële middelen om een dergelijke vloot te onderhouden. Echter, de politieke en publieke wens is er op dit moment niet. We zijn daar echt héél ver van verwijderd.

De aanstaande bestelling van 2 vMFF uitbreiden met 2 extra zie ik niet als het grootste struikelblok. Deze wens staat bij mij beste weten op het lijstje met gewenste uitbreidingen voor onze KM al heeft dit momenteel geen prio... eerste focus nieuwbouw.

Wat wel "interessant" is:

* de 1 op 1 vervanging van het LCF (reken voor het gemakt met 1 miljard per schip)
* de politieke erkenning dat het OPV slechts aan bezuinigingsdoelstellingen voldoet en ongeschikt is tijdens welke vorm van escalatie dan ook.

Vooralsnog hou ik 12 fregatten voor de KM als een mogelijkheid al zal het een uitdaging worden om Den Haag het budget te laten ophoesten (nog los van de P invulling).

StrataNL

Citaat van: Poleme op 30/06/2019 | 19:11 uur
Nederlanders zitten graag voor een dubbeltje op de eerste rang.  En zijn dan gewoonweg ook niet bereid om de buidel te trekken voor die hoge specificaties.

Dat zeg ik toch ook?

Citaat van: StrataNL op 30/06/2019 | 12:30 uur
De NL industrie is uitstekend in staat een degelijke, betaalbare en overleefbare romp te ontwerpen, hebben we Duitsland echt niet bij nodig.
Echter, de gouden driehoek wordt steeds opgezadeld met te hoge eisen voor een te klein budget (zoals nu ook weer het geval lijkt te zijn bij het CSS, vMFF en vOZB.)
Wat ik bedoel is dat de NL industrie die kwaliteit ook wel kan leveren, dan heb ik liever dat men de buidel trekt voor de NL industrie zodat de centen ook in NL blijven i.p.v van te shoppen bij de buren.
-Strata-
Je Maintiendrai! Blog: Krijgsmacht Next-Generation

Parera

Citaat van: Thomasen op 30/06/2019 | 22:50 uur
Enig besef dat je daarmee de enormiteit en complexiteit van dit project aanhaalt?
NLD heeft zeker te technologische basis en personele en financiële middelen om een dergelijke vloot te onderhouden.
Wat maakt het complexer om 1 klasse van 12 bouwen dan 3 verschillende klasses van 4 te bouwen? Dat het een enorm project is ben ik volledig met je eens maar het zorgt wel voor genoeg voortzetting van de industrie, je krijgt waarschijnlijk wel verschillende ''batches'' van de schepen omdat de ontwikkelingen ook niet stil staan en er dus gekeken kan worden naar enkele aanpassingen hier en daar.

Citaat van: Thomasen op 30/06/2019 | 22:50 uur
Echter, de politieke en publieke wens is er op dit moment niet. We zijn daar echt héél ver van verwijderd.

Kijk daar zit een struikelblok maar dat heb je ook als je gaat vragen om 4 vMFF's + 4 vLCF's en later 4 vOPV's. De politiek zal langzaam moeten wennen aan een investering omdat er toch vanuit de NAVO gewenst/geeist word dat we naar die 2% norm gaan. Ook het Personeel zal niet gemakkelijk zijn maar dat is een ander probleem dat krijgsmacht breed speelt.

Parera

#797
Citaat van: Poleme op 30/06/2019 | 20:26 uur
Voor alle duidelijkheid, het hoeft niet per se een Duitse romp en voortstuwing te zijn.  Mijn voorkeur ligt bij het Spaanse Navantia, met hun ASW F-110 ontwerp.  Deze is weer afgeleid van het AAW F-100 Alvaro de Bazan klasse.  De KM heeft in de jaren 90 goede ervaringen opgedaan met de Spanjaarden met de gezamenlijke ontwikkeling van LPD's en bevoorraders.  Toen Australia op zoek ging naar een ANZAC klasse vervanger, kwam men op een shortlist uit van op Australische specificaties gemodificeerde Britse Type 26, FREMM en F-100.  Deze 3 ontwerpen zaten ook in verschillende prijsklassen: het Type 26 was het beste uitgerust, maar ook het duurste.  De FREMM is een gebalanceerd ontwerp qua prestaties, vaardigheden en kosten en is dus te beschouwen als een middenklasser.  Het F-100 ontwerp was het goedkoopste.

De F-100 familie bestaat uit 5 Spaanse Alvaro de Bazan AAW schepen; 5, nu 4 too low budget Noorse F-310 Fridtjof Nansen ASW schepen; 3 Australische Hobart AWD (AAW rol) schepen.  Tellen we de 5 geplande ASW F-110 fregatten mee, dan bestaat deze familie al uit 18 schepen.
De ASW FREMM en AAW FREDA familie omvat nu 20 schepen.

Oke het hoeft inderdaad niet een Duitse romp te zijn maar ik heb wel het idee dat ''wij'' beter overeenkomen met de Duitsers dan met de Spanjaarden. En ja in de jaren 90 werkte wij heel goed samen met de Spanjaarden, maar de Spaanse marine industrie van die tijd is niet meer te vergelijken met de huidige situatie.

Navantia heeft sinds die tijd veel meer ervaring in het bouwen van schepen voor marines dan dat Damen Schelde (in de jaren 90 KSG) nu heeft. Ook heeft Navantia een eigen CMS (SCOMBA) ontwikkeld daarmee liggen ze meer in de lijn van Naval Group dan in dat van Damen of Thyssen Krupp.

Het F110 fregat is in mijn ogen een goede weerspiegeling van wat een goed ASW fregat is, op een klein (belangrijk) detail na ; het ontbreken van een CIWS. Ook is het 16 cells mk41 niet echt geweldig te noemen.  Maar je hebt zeker een punt als je kijkt naar familie vorming.


Citaat van: Poleme op 30/06/2019 | 20:26 uur
Bij het v-MFF en v-LCF streeft men naar familie-vorming.  Dat het v-MFF project nu muurvast zit, daar vermoed ik dat men dit project als het ware wilt vastplakken aan het v-LCF project.    Waarbij het eerste v-LCF in 2032 in dienst wordt gesteld.  En het project met vier v-MFF's net hiervoor wordt gepland, dus eerste v-MFF in dienststelling in / rond 2028 (als we dat halen).  Dat men naar familie-vorming streeft om de kosten te beperken en de commonality te verhogen is begrijpelijk.
Maar in feite krijgt de KM dus maar een project om in een klap haar hele fregatten vloot te vervangen.  Dit gezamenlijke project gaat in totaal ca. 16 - 18 jaar duren, maar deze 8 schepen blijven wel 30 jaar in dienst.

Wil je de Gouden Driehoek behouden, dan heb je continuïteit in ontwikkeling en productie nodig.
Jurrien heeft een punt met een KM fregat vloot van 12 stuks.  Maar de kans dat dat ook echt gaat gebeuren is zeer zeer klein.
Met een fregat vloot van 12 stuks die 24 a 25 jaar in dienst blijven lukt die continuïteit wel.
Maar met de huidige militair gezien te kleine vloot omvang, lukt dat niet.

De complexiteit en zeer hoge kosten van het LCF AAW systeem lieten al zien, dat Nederland dat toen al niet in nationaal verband alleen kon behappen.

Ik kan mij herinneren dat Hennis ooit schreef dat er werd overwogen om 1 klasse te gaan bouwen, dit is iets dat in mijn ogen steeds aantrekkelijker word qua kosten en familievorming. Of het wenselijk is qua capaciteit is een tweede vraag die al vaker besproken is hier.

Qua tijdlijn zou een ''single class future surface combatant'' goed mogelijk zijn en zijn 12 stuks haalbaar. Als we nu 2028 aanhouden voor indienst stelling van schip 1 dan moet er in 2022-2023 begonnen worden met de bouw.  Als er vervolgens elk jaar een nieuw schip in dienst gaat komen dan zit je voor de 4 MFF vervangers al op 2032 waarna het in 2033 over kan op het vervangen van de LCF's. De laatste van die serie word dan geleverd in 2036, als je dan gaat kijken naar de vOPV's kan dat perfect aansluiten want in 2037 is de Holland precies 25 jaar in dienst.

Zou je er ergens nog 2 extra vMFF's in proppen voor Nederland schuift dit allemaal 2 jaar naar achteren (of je moet er meer tegelijkertijd bouwen). Dan zou dit project in theorie lopen van 2022 t/m 2041. Tegen die tijd is het eerste schip al 13 jaar in dienst en kan de werf door met het MLU programma van de schepen.

Continu werk voor de werf en daarmee instandhouding van de gouden driehoek, eventueel met een of meerdere buitenlandse partners. Dan spreek ik dus al over een familie van 14 tot 16 schepen voor alleen Nederland en Belgie, dan doen we het nog niet zo slecht vergeleken met Frankrijk en Italie met de FREMM's. En de kans op export orders is dan ook nog aanwezig waarmee we misschien wel het aantal voorbij streven.

Poleme

Citaat van: Parera op 30/06/2019 | 19:28 uur
Zie jij dan mogelijkheden voor onze vMFF's en vLCF's en later vOPV's gebruik te maken van een van de huidige Duitse rompen? Met onze wensen / eisen in gedachten bedoel ik dan.
Voor alle duidelijkheid, het hoeft niet per se een Duitse romp en voortstuwing te zijn.  Mijn voorkeur ligt bij het Spaanse Navantia, met hun ASW F-110 ontwerp.  Deze is weer afgeleid van het AAW F-100 Alvaro de Bazan klasse.  De KM heeft in de jaren 90 goede ervaringen opgedaan met de Spanjaarden met de gezamenlijke ontwikkeling van LPD's en bevoorraders.  Toen Australia op zoek ging naar een ANZAC klasse vervanger, kwam men op een shortlist uit van op Australische specificaties gemodificeerde Britse Type 26, FREMM en F-100.  Deze 3 ontwerpen zaten ook in verschillende prijsklassen: het Type 26 was het beste uitgerust, maar ook het duurste.  De FREMM is een gebalanceerd ontwerp qua prestaties, vaardigheden en kosten en is dus te beschouwen als een middenklasser.  Het F-100 ontwerp was het goedkoopste.

De F-100 familie bestaat uit 5 Spaanse Alvaro de Bazan AAW schepen; 5, nu 4 too low budget Noorse F-310 Fridtjof Nansen ASW schepen; 3 Australische Hobart AWD (AAW rol) schepen.  Tellen we de 5 geplande ASW F-110 fregatten mee, dan bestaat deze familie al uit 18 schepen.
De ASW FREMM en AAW FREDA familie omvat nu 20 schepen.


Bij het v-MFF en v-LCF streeft men naar familie-vorming.  Dat het v-MFF project nu muurvast zit, daar vermoed ik dat men dit project als het ware wilt vastplakken aan het v-LCF project.    Waarbij het eerste v-LCF in 2032 in dienst wordt gesteld.  En het project met vier v-MFF's net hiervoor wordt gepland, dus eerste v-MFF in dienststelling in / rond 2028 (als we dat halen).  Dat men naar familie-vorming streeft om de kosten te beperken en de commonality te verhogen is begrijpelijk.
Maar in feite krijgt de KM dus maar een project om in een klap haar hele fregatten vloot te vervangen.  Dit gezamenlijke project gaat in totaal ca. 16 - 18 jaar duren, maar deze 8 schepen blijven wel 30 jaar in dienst.

Wil je de Gouden Driehoek behouden, dan heb je continuïteit in ontwikkeling en productie nodig.
Jurrien heeft een punt met een KM fregat vloot van 12 stuks.  Maar de kans dat dat ook echt gaat gebeuren is zeer zeer klein.
Met een fregat vloot van 12 stuks die 24 a 25 jaar in dienst blijven lukt die continuïteit wel.
Maar met de huidige militair gezien te kleine vloot omvang, lukt dat niet.

De complexiteit en zeer hoge kosten van het LCF AAW systeem lieten al zien, dat Nederland dat toen al niet in nationaal verband alleen kon behappen.
Nulla tenaci invia est via - Voor de doorzetter is geen weg onbegaanbaar.

Poleme

Citaat van: Parera op 29/06/2019 | 23:43 uur
Ik ben totaal niet tegen samenwerking met de Duitsers op maritiem gebied maar we moeten daarin wel onze eigen industrie beschermen tegen de (veel grotere) Duitse industrie. 
Ik zie er ook echt wel mogelijkheden maar dan wel in een gedeeld ontwerp maar deze dan wel gebouwd door de eigen industrie en ingevuld met ''eigen'' systemen.

Als simpel voorbeeld pak ik even de oude Gas Turbines, de Duitsers kiezen hier voor Amerikaanse GE LM2500's terwijl wij kozen voor Britse Rolls Royce Spey's. Op dat niveau zou ik graag ''eigen'' invulling zien. Op gebied van SEWACO kan er grotendeels samengewerkt worden, een klein ding is de MLG-27 / Marlin 30 mm maar dat moet allemaal geen probleem maken.

Het belangrijkste is dat beide industrieen samenwerken vanaf dag 1 en waarmee er gezamenlijk 1 ontwerp gekozen word waarna er sub-systemen ingevuld kunnen worden per land en ook het bouw traject moet in mijn ogen in ''eigen handen'' blijven.

En wat ik eigenlijk nog belangrijker vind ; beide landen zijn gelijkwaardig in de samenwerking en hebben dus 50% aandeel in het ontwerp.
Vuistregel: Duitsland, het VK en Frankrijk willen niet samenwerken, maar domineren.  Door hun omvang hebben zij samenwerking met een veel kleinere partij zoals Nederland niet nodig.
Maar zie hoe de Van Speijk klasse werd ontwikkeld en gebouwd: een Britse hull en voortstuwing aangepast aan Nederlandse eisen, gebouwd in Nederland,
maar met Nederlandse sensoren en bijbehorende vuurleiding apparatuur.

Je wilt een eigen invulling op het gebied van gasturbines ?
In de jaren negentig heeft het ministerie van Economische Zaken bij Thomassen Gasturbines het verzoek neergelegd een eigen gasturbine te ontwikkelen.
Dit verzoek leidde tot het zogenoemde TF 10 project.  Thomassen, een bedrijf dat zowel compressoren als gasturbines bouwde, was destijds licentienemer van General Electric voor bepaalde typen gasturbines.
Deze ontwikkeling is na enkele jaren gestopt waarna een 6-tal engineers van Thomassen een eigen bedrijf heeft opgericht voor de ontwikkeling van een kleine gasturbine die was afgeleid van de TF 10.
De ontwikkeling van deze kleine gasturbine werd met steun van het Ministerie van Economische Zaken ondergebracht bij de Koninklijke Schelde Groep BV.
Na de verkoop van De Schelde aan Damen Shipyards is de ontwikkeling van de gasturbine na 2002 enige jaren stilgezet.  Eind 2006 besloten private partijen deze unieke ontwikkeling weer op te pakken met de oprichting van EECT Holding BV.  In datzelfde jaar werd een haalbaarheidsstudie uitgevoerd rond de koppeling van de gasturbine met brandstofcellen van het type SOFC.  Tevens werd in dat jaar in Nederland hiervoor een octrooi verworven dat inmiddels wereldwijd wordt uitgerold.
In maart 2010 werden alle activiteiten ondergebracht in EECT Turbines N.V.

De H1 Heron gasturbine is een twee-assige turbine met een elektrisch vermogen van 1,4 MWe. Het maakt gebruik van een intercooler, een recuperator en dubbele verbranding ten einde een elektrisch rendement van 42,6 % bij ISO condities te halen.  Interessant voor bijvoorbeeld de glastuinbouw, maar ook de KM volgde dit project.
Omdat de Heron een down-scaled (verkleinde) uitvoering van de TF-10 gasturbine is, liep men tegen diverse (thermodynamische) problemen aan.

Een verbetering traject liep tot eind 2011, maar daarna nooit meer iets gehoord.  Thomassen Machining werd overigens in juni 2018 failliet verklaard.
Nulla tenaci invia est via - Voor de doorzetter is geen weg onbegaanbaar.

Parera

Citaat van: Poleme op 30/06/2019 | 19:11 uur
.....

Het Spaanse F-100 fregat is ook een kandidaat voor het FFG(X) programma, maar voldoet qua battle damage bestendigheid al aan de strenge US Navy eisen.
Daar hangt uiteraard een hogere prijskaart aan, dan aan een romp  a la LCF die niet eens voldoet aan NAVO Mil. Standard eisen betreffende schokbestendigheid.
Maar betaalt zich in een veelvoud weer uit in oorlogstijd.

Maar waarom zouden we het wiel opnieuw gaan uitvinden bij een relatief zeer kleine productie van 4 v-MFF's en 4-LCF's.
Dat deden we bij de bouw van de rompen voor de Van Speijk / Leander klasse, Kortenaer S-klasse en de van de Sovjets afgekeken romp-vorm voor de MFF's ook niet.

Zie jij dan mogelijkheden voor onze vMFF's en vLCF's en later vOPV's gebruik te maken van een van de huidige Duitse rompen? Met onze wensen / eisen in gedachten bedoel ik dan.

Poleme

Citaat van: StrataNL op 30/06/2019 | 12:30 uur
Je bedoelt veel te dure, over-engineered en over-equipped scheepsontwerpen, en daarnaast zijn ze ook nog eens lelijk...

De NL industrie is uitstekend in staat een degelijke, betaalbare en overleefbare romp te ontwerpen, hebben we Duitsland echt niet bij nodig.
Echter, de gouden driehoek wordt steeds opgezadeld met te hoge eisen voor een te klein budget (zoals nu ook weer het geval lijkt te zijn bij het CSS, vMFF en vOZB.)
Dat over-engineering zit in hun cultuur, iets met "grundlichkeit".  Ik ben zelf enkele malen op een F125 geweest en heb door Nederlandse ogen beziene "over-equipment" gezien.   Maar, als je dan doorvraagt om de achterliggende redenen, dan komen ze met de hoge specificaties waaraan die uitrusting moet voldoen.
Nederlanders zitten graag voor een dubbeltje op de eerste rang.  En zijn dan gewoonweg ook niet bereid om de buidel te trekken voor die hoge specificaties.

De Duitsers besteedde voor en in WO 1 al veel aandacht aan de overleefbaarheid van hun marineschepen.  Hierdoor leden zij ten opzichte van de Royal Navy relatief aanzienlijk minder verliezen tijdens de Slag om Jutland in 1916.   De ervaringen uit die zeeslag betreffende battle damage beperkende constructies en de damage control organisatie van de Duitse bemanningen werden door de US Navy geanalyseerd, vervolgens overgenomen en worden nu nog toegepast.  ;)

Fincantieri is nu bezig met het aanpassen van hun FREMM Bergamini ontwerp aan de US Navy FFG(X) eisen.
De US Navy stelt zwaardere eisen aan de overleefbaarheid dan Frankrijk en Italie, dus moest het ontwerp o.a. verstevigd en stijver worden, dat koste enkele honderden tonnen aan staal.  En werd met 6,68 meter verlengd van 144,6 m. naar 151,28 lengte over alles, om de zeegang te verbeteren.

Het Spaanse F-100 fregat is ook een kandidaat voor het FFG(X) programma, maar voldoet qua battle damage bestendigheid al aan de strenge US Navy eisen.
Daar hangt uiteraard een hogere prijskaart aan, dan aan een romp  a la LCF die niet eens voldoet aan NAVO Mil. Standard eisen betreffende schokbestendigheid.
Maar betaalt zich in een veelvoud weer uit in oorlogstijd.

Maar waarom zouden we het wiel opnieuw gaan uitvinden bij een relatief zeer kleine productie van 4 v-MFF's en 4-LCF's.
Dat deden we bij de bouw van de rompen voor de Van Speijk / Leander klasse, Kortenaer S-klasse en de van de Sovjets afgekeken romp-vorm voor de MFF's ook niet.
Nulla tenaci invia est via - Voor de doorzetter is geen weg onbegaanbaar.

Parera

#792
Citaat van: StrataNL op 30/06/2019 | 12:30 uur
Je bedoelt veel te dure, over-engineered en over-equipped scheepsontwerpen, en daarnaast zijn ze ook nog eens lelijk...

De NL industrie is uitstekend in staat een degelijke, betaalbare en overleefbare romp te ontwerpen, hebben we Duitsland echt niet bij nodig.
Echter, de gouden driehoek wordt steeds opgezadeld met te hoge eisen voor een te klein budget (zoals nu ook weer het geval lijkt te zijn bij het CSS, vMFF en vOZB.)

Ja daar hebben de Duitsers een probleem in hun industrie, de industrie wil graag hun allerbeste nieuwste en duurste snufjes verwerken in die nieuwe schepen maar dit maakt de schepen ingewikkeld en onnodig duur.

Daarom zou een partner als Nederland waar we goed zijn in het relatief goedkoop maken van die zelfde schepen een nieuwe inkijk kunnen gegven aan de Duitsers. En voor ons precies andersom, wij kunnen daar weer van leren hoe we betere militaire schepen kunnen bouwen.

Ja dat zouden we ook zonder Duitsland moeten kunnen maar als je dan toch Europees wilt gaan samenwerken is Duitsland in mijn ogen een betere partner voor Nederland dan Frankrijk + Italie.
Het mooiste zou zijn als je ook de Denen (eventueel ook de Noren) erbij kan betrekken dan houd je namelijk de 3 SMART-L operators in 1 groep, voeg daar Belgie aan toe vanuit Nederland en je hebt 4 a 5 partners die redelijk gelijkwaardig kunnen zijn.

Deze partners zijn qua marines relatief gelijkwaardig, de een heeft een wat grotere vloot dan de ander maar als je ook kijkt naar het fregatten bestand :
- NLD 6x
- GER 12x
- DEN 9x
- BEL 2x
- NOR 4x

Samen 33 fregatten als je op basis van 1 basis ontwerp die schepen kan vervangen dan profiteer je wel van de standaardisatie.

StrataNL

Citaat van: Poleme op 29/06/2019 | 17:10 uur
Of, Duitsland nam onze APAR en SAMR-L radars en CMS af, waarom dan niet uitruilen met hun beter overleefbare scheepsontwerpen ?   ;)
Je bedoelt veel te dure, over-engineered en over-equipped scheepsontwerpen, en daarnaast zijn ze ook nog eens lelijk...

De NL industrie is uitstekend in staat een degelijke, betaalbare en overleefbare romp te ontwerpen, hebben we Duitsland echt niet bij nodig.
Echter, de gouden driehoek wordt steeds opgezadeld met te hoge eisen voor een te klein budget (zoals nu ook weer het geval lijkt te zijn bij het CSS, vMFF en vOZB.)
-Strata-
Je Maintiendrai! Blog: Krijgsmacht Next-Generation


Parera

Citaat van: Poleme op 29/06/2019 | 17:10 uur
Nee, over 2 extra LCF's ter vroegtijdige vervanging van de overgebleven 2 MFF's is alleen maar bekend dat het sterke geruchten betrof.

Behoud van eigen industrie ?
De vroegere van Speijk klasse is niet anders dan de Nederlandse variant op de Britse Leander klasse. 
Eind jaren 70 moest de KM (torpedoboot)jagers gaan vervangen, maar door de Olie crisis en recessie moest er bezuinigd worden.  Ja, ook toen al.
Dus werd het succesvolle van Speijk / Leander ontwerp, want o.a. uitstekende zeegang in de Noordelijke Atlantische Oceaan, opgeschaald naar een groter, maar moderner formaat fregat.  Dit "Fregat 75' kwam er echter nooit.
Dus ging de KM met de Royal Navy eind jaren 60 en in 1970 kijken naar het Anglo-Dutch (A-D) frigate voorstel.  Echter, de Britse marine en politiek wilden geen fregatten met buitenlandse systemen, dus kwam het A-D fregat er ook niet.  De Britten gingen alleen verder, dat resulteerde in het Type 22 Broadsword klasse.

.......

De Spanjaarden betrokken het MARIN in Wageningen en bij de ontwikkeling van hun F-110 romp.  De F-110 wordt de opvolger van de S-80 Santa Maria klasse.  En de F-110 is ook een afstammeling van het ... F-100.  Bureau Veritas is ook betrokken bij certificering van het ontwerp.
We werkten in de jaren 90 succesvol samen met de Spanjaarden met de ontwikkeling en ontwerp van LPD's en bevoorraders. 
Waarom dan die samenwerking niet voortzetten ?

Of, Duitsland nam onze APAR en SAMR-L radars en CMS af, waarom dan niet uitruilen met hun beter overleefbare scheepsontwerpen ?   ;)

Ik ben totaal niet tegen samenwerking met de Duitsers op maritiem gebied maar we moeten daarin wel onze eigen industrie beschermen tegen de (veel grotere) Duitse industrie. 
Ik zie er ook echt wel mogelijkheden maar dan wel in een gedeeld ontwerp maar deze dan wel gebouwd door de eigen industrie en ingevuld met ''eigen'' systemen.

Als simpel voorbeeld pak ik even de oude Gas Turbines, de Duitsers kiezen hier voor Amerikaanse GE LM2500's terwijl wij kozen voor Britse Rolls Royce Spey's. Op dat niveau zou ik graag ''eigen'' invulling zien. Op gebied van SEWACO kan er grotendeels samengewerkt worden, een klein ding is de MLG-27 / Marlin 30 mm maar dat moet allemaal geen probleem maken.

Het belangrijkste is dat beide industrieen samenwerken vanaf dag 1 en waarmee er gezamenlijk 1 ontwerp gekozen word waarna er sub-systemen ingevuld kunnen worden per land en ook het bouw traject moet in mijn ogen in ''eigen handen'' blijven.

En wat ik eigenlijk nog belangrijker vind ; beide landen zijn gelijkwaardig in de samenwerking en hebben dus 50% aandeel in het ontwerp.

Sparkplug

A fighter without a gun . . . is like an airplane without a wing.

-- Brigadier General Robin Olds, USAF.