TVO BCKM 3 mei 2007 terugkoppelingsverslag

Gestart door -Peter-, 27/05/2007 | 17:16 uur

-Peter-

Jef Stassen en Louis Schipper

Voorstel regeling uitzending MBK personeel naar Caribische gebied Op dit moment is een groep MBK-personeel in het Caribische gebied tewerkgesteld. Het bleek de VBM|NOV dat er voor deze groep, rechtspositioneel, een en ander nog niet was vastgelegd. De KM heeft, mede op aandringen van de VBM|NOV, toegezegd een voorstel aan de centrales te doen toekomen. Inmiddels heeft de KM een concept-voorstel aan de bonden gestuurd, dat uitvoerig aan de orde is geweest.

De insteek van de KM is om zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande voorzieningen voor defensiepersoneel in het Caribische gebied. Omdat, in tegenstelling tot militairen, burgerpersoneel in beginsel niet kan worden aangewezen voor een functie, berust de uitzending van MBK-personeel op vrijwilligheid. Aan deze vrijwilligheid is een plaatsingstermijn van in beginsel 3 jaar en maximaal vijf jaar verbonden; dit overeenkomstig het systeem voor militairen.

Indien er echter onvoldoende vrijwilligers zijn, was de Marine van mening dat het hoofd MBK de bevoegdheid moet krijgen om over te gaan op aanwijzing. Bij aanwijzing zal dan in voorkomend geval volgens de KM de uitzendtermijn maximaal 4 maanden bedragen. Om dit te realiseren was de KM voornemens om artikel 77 van het BARD te hanteren. In dit artikel zou een en ander zijn geregeld. De VBM|NOV heeft stellig afstand genomen van dit voornemen. Artikel 77 van het BARD is niet het juiste kapstok-artikel om bovenstaande maatregel te rechtvaardigen. De KM heeft aangegeven dat continuïteit in de bedrijfsvoering van groot belang is. Na deze discussie gaf de KM aan dat men voornemens is om voor het MBK-personeel in het Caribische gebied maatwerk te maken waardoor een functie in dit gebied aantrekkelijk wordt gemaakt.

Volgens de KM horen bij de zoetjes echter ook de zuurtjes en in het kader van continuïteit is het noodzakelijk om, bij onvoldoende vrijwilligers, personeel aan te kunnen wijzen. Nogmaals heeft de VBM|NOV aangegeven hier niets voor te voelen! Uiteindelijk nam de KM goede nota van het uitdrukkelijke standpunt van de VBM|NOV inzake het aanwijzen. De VBM|NOV heeft vervolgens in deze vergadering te kennen gegeven dat zoveel als mogelijk gebruik gemaakt dient te worden van bestaande regelingen voor defensiepersoneel in het Caribische gebied en dat de KM de bestaande rechtspositie van het MBK personeel in stand dient te houden. Dit houdt onder andere in dat het personeel bij het MBK blijft aangesteld. Het terugkerende MBK-personeel dient op hetzelfde (rangs)niveau binnen de MBK geaccommodeerd te worden. De KM heeft aangegeven dat het MBK-personeel geen andere aanstelling krijgt en dus zijn huidige rechtspositie onverkort zal behouden.

Het concept voorstel is vervolgens doorgenomen en zal naar aanleiding van gemaakte opmerkingen worden aangepast. Vervolgens zal de KM dit met de Hoofd Directeur Personeel (HDP) bespreken. Na dit overleg zal dit onderwerp wederom op de agenda geplaatst worden voor een laatste toets.

Beleggingschema medezeggenschap CZSK Naar aanleiding van een door de VBM|NOV ingebracht voorstel heeft de KM een organigram opgesteld waarin is aangegeven hoe de medezeggenschap bij CZSK belegd zou kunnen worden. In dat voorstel is het voorstel van de VBM|NOV nagenoeg in zijn geheel terug te vinden. In onderling overleg is het voorliggende organigram nog wat aangepast. Zo is op aandringen van de VBM|NOV een MC KWNA&A met stippellijn gekoppeld aan de GMC CARIB. Dit nadat de KM in eerste instantie had aangegeven niets te voelen voor een MC KWNA&A. Er ligt nu eindelijk een definitief voorstel gereed voor formele behandeling in de BCKM. De VBM|NOV heeft de KM er nog op gewezen dat instellingsbeschikkingen moeten worden opgesteld waarin de KM aangeeft welke onderdelen in de desbetreffende MC's of GMC's participeren. Ook de omvang van de afvaardiging naar een hoger gelegen niveau en wie de voorzitter van het betreffende (G)MC zal zijn zal hierin moeten worden opgenomen.

Doordat er uiteindelijk een beleggingsschema komt zal er ook een GMC CZSK worden ingesteld. Dit impliceert dat er ook op het niveau van de C-CZSK medezeggenschap kan worden ingevuld. De KM heeft zal z.s.m. met inachtneming van de gemaakte opmerkingen een definitief voorstel concipiëren. Wordt vervolgd.

Reorganisatie HATO Naar lang aandringen van de VBM|NOV heeft de KM een document voorgelegd waarin de KM beschrijft hoe de bedrijfsbeëindiging HATO-militair per 1 januari 2007 heeft plaatsgevonden. De VBM|NOV heeft uitgesproken niet uit de voeten te kunnen met dit document. Er ontbreekt een duidelijke, geheel omvattende opdracht en tevens ontbreekt een 'wordt situatie' na 15 oktober 2007. Dit omdat er een werkorganisatie is ingesteld vanaf 1 januari 2007 tot en met 15 oktober 2007.

Tevens wordt in het voorliggende document gesproken over 28 VTE-en terwijl de oude en nieuwe organisatie bestaat uit 35 VTE-en. Ook voor wat betreft de rechtspositie van het KM-personeel vindt de VBM|NOV voor de nieuwe situatie (na 15 oktober 2007) niets terug. De VBM|NOV stelt vast dat in het voorliggende document voor het zittende personeel in de werkorganisatie (tot 15 oktober 2007) getracht is de rechtspositie zoveel mogelijk te borgen en op dat punt maakt de VBM/NOV zich dan ook niet zoveel zorgen. Wat gebeurt er echter na 15 oktober 2007? Het personeel van de KM gaat werken bij een civiele kustwachtorganisatie; het betreft hier militairen en de 'wordt situatie' is in zijn geheel (nog) niet in kaart gebracht. De KM gaf aan dat men weet hoe de nieuwe organisatie er uit komt te zien. De KM weet wel dat het functies betreft die aan de KM zijn toebedeeld, met andere woorden: de KM heeft een leverplicht.

De KM gaat er nog steeds vanuit dat de nieuwe organisatie op 15 oktober 2007 (of iets later) tot stand komt. De VBM|NOV heeft aangegeven dat de rechtspositie van het betreffende personeel onderwerp van overleg is en verwacht in de BCKM een nadere toelichting over de wordt situatie (KWNA&A) en de daarbij behorende rechtspositionele aspecten. In het overleg zal de VBM|NOV zich vervolgens uitspreken over dat voorstel. Dit niet in de laatste plaats conform de Uitvoeringsregeling Regeling Overlegprocedures bij Reorganisatie die onverkort hierop van toepassing is!

Tevens heeft de VBM|NOV opgemerkt dat een eventuele vertraging van een nieuwe kustwachtorganisatie geen gevolgen mag hebben voor het huidige personeel. In voorkomend geval zal de werkorganisatie van kracht dienen te blijven inclusief de daarbij behorende afspraken. Overigens heeft de VBM|NOV wederom te kennen gegeven dat voor het KM-personeel in de kustwachtorganisatie overleg tot de mogelijkheden moet behoren. De VBM|NOV heeft voorgesteld om voor dit personeel overleg conform BMD mogelijk te maken en het overlegorgaan te koppelen aan de GMC CARIB. De KM heeft toegezegd dit voorstel in overweging te nemen.

Startnotitie Management Development Onderofficieren Voor een nadere toelichting van dit onderwerp had de KM het hoofd bureau MD KLTZ Reesink uitgenodigd. De algemene gedachte van de KM is invoering van loopbaanbegeleiding van onderofficieren met een hoog potentieel, analoog aan de ontwikkelingen bij MD voor officieren. De bonden hebben in de BCKM van 5 april jl. te kennen gegeven dat dit onderwerp op een ander (hoger) niveau besproken dient te worden en dat men vooruitlopend daarop niet inhoudelijk over dit onderwerp wil spreken. Deze opvatting is in de vergadering nogmaals bevestigd. De KM heeft te kennen gegeven dit te begrijpen maar behoefte te hebben om op hoofdlijnen de gedachten van de bonden te vernemen. De VBM|NOV heeft te kennen gegeven dat ontwikkelingen op personeelsgebied KM niet uit de pas moeten lopen met ontwikkelingen op personeelsgebied opgesteld door de Hoofddirecteur Personeel Defensie (HDP).

[bron: www.vbmnov.nl]
Een land is niet sterk als zij oorlog kan voeren, zij is pas sterk wanneer zij oorlog kan voorkomen...