Drie klodders op de stafkaart, dat is het

Gestart door UWLM, 02/09/2007 | 13:24 uur

UWLM

De druk van de Taliban in Uruzgan blijft hoog. Nederland heeft drie enclaves in handen, en heeft daaraan zijn handen vol.

Van onze verslaggever Noël van Bemmel

TARIN KOWT De veiligheidssituatie in Uruzgan blijft zorgwekkend. De invloedssfeer van de Nederlandse militairen, de zogeheten inktvlek, blijft beperkt tot drie klodders op de stafkaart: Tarin Kowt, Deh Rawod en Chora. Dat laatste gebied, waar eind juni slag moest worden geleverd door bijna alle gevechtseenheden, slokte afgelopen maanden veel aandacht op ten koste van andere gebieden.

In de buurt van het dorpje Chora is een opmerkelijke patstelling ontstaan. In het plaatsje zelf is het weer rustig. Sinds de Slag om Chora is daar een flinke Nederlandse en Afghaanse troepenmacht gestationeerd en worden opbouwprojecten voortgezet. Alleen op de westflank, die grenst aan de Baluchivallei, hebben de Taliban een bestandslijn gecreëerd die loopt van de ene naar de andere kant van de vallei. Een droge rivierbedding fungeert als afscheiding tussen ISAF- en Talibangebied. Mobiele Talibanstrijders daarachter openen vrijwel zeker het vuur als Nederlandse of Afghaanse troepen naderen. De strategische observatiepost Kala Kala, die afgelopen maanden herhaaldelijk moest worden heroverd door ISAF, is door de Taliban van mijnen voorzien, en voorlopig opgegeven.

Het gevolg is dat de Taliban zich redelijk vrij kunnen verplaatsen van Noord- naar Zuid-Uruzgan. Die route loopt door de Baluchivallei waar de Nederlanders zich op dit moment niet wagen. Vanuit die vallei kunnen de Taliban zowel Chora als Tarin Kowt bedreigen. Daar komt bij dat de gevechtskracht van de tegenstander lijkt te groeien. Zo landde ruim een week geleden een mortiergranaat op het dak van een pantservoertuig waarbij twee Nederlandse militairen gewond raakten. 'Ze schieten akelig accuraat', zegt majoor Stephan, die geregeld Afghaanse soldaten in het gebied begeleidt. Mogelijk laten buitenlandse strijders hun kunnen zien. In de Baluchivallei bevinden zich in ieder geval Pakistanen, stelt de majoor. Hij maakt dat op uit meldingen van zijn Afghaanse militairen.

Geruchten over Tsjetsjeense strijders en de komst van sluipschutters met geweren die veel verder kunnen schieten, kan hij niet bevestigen. 'Er zijn schoten geweest met een lange dracht, maar dat kan een geluksschot uit een zware mitrailleur zijn geweest.' Eerder deze week leverden de Nederlanders weer een vuurgevecht bij de bestandslijn die 'Lijn 20' wordt genoemd, naar het nummer van een verticale rasterlijn op de landkaart.

Door de strijd om Chora wordt de veiligheid in andere gebieden soms verwaarloosd. Zo zijn de patrouilles aan de andere kant van de Baluchipas, aan de oevers van de Dorafshan-rivier boven Tarin Kowt, pas deze week hervat. Op dringend verzoek van de plaatselijke dorpsoudsten, die in Kamp Holland steun zijn komen vragen. De meerdaagse tocht van de Nederlanders verloopt tot nu toe rustig.

Martijn Rosier, de sergeant van wie het stoffelijk overschot donderdagavond in Nederland arriveerde, sneuvelde aan de andere kant van de provincie, ten noorden van het kamp Deh Rawod. Daar wordt de laatste weken ook meer druk uitgeoefend door de Taliban.

Binnen de drie 'olievlekken' waar Nederland controle heeft, is sprake van opbouw en werken de inwoners samen met de ISAF-troepen. Daarbuiten is hooguit sprake van incidentele patrouilles, contraguerrilla- acties door Special Forces en het in het geheim uitdelen van bijvoorbeeld zaaigoed via Afghaanse organisaties.

Het aantal burgerdoden bij de Slag om Chora lijkt lager te liggen dan eerder werd geschat. Dat kan althans worden opgemaakt uit de officiële inventarisatie die de plaatselijke autoriteiten hebben gemaakt na het gevecht. Hun telling: 42 burgers gedood, 31 burgers gewond geraakt en vijf hulpagenten gesneuveld. Daarnaast zijn 31 huizen en 2 moskeen verwoest. Bij de vier dagen durende gevechten kwam ook een Nederlandse sergeant om. De telling werd begin juli ingeleverd bij de Nederlandse missieleiding.

Het is mogelijk dat ook deze lijst is aangedikt om extra geld te kunnen claimen van Den Haag en van Kabul. De Nederlanders betalen voor de materiële schade, de Afghaanse regering geeft de nabestaanden een vergoeding.

De telling is één van de vier onderzoeken die zijn uitgevoerd naar het aantal burgerslachtoffers door het gevecht om Chora. Een samenvatting van al die inventarisaties wordt volgende week naar de Tweede Kamer gestuurd.

Bron: de Volkskrant, 1 september