‘Integraal Defensie Plan is verantwoording achteraf’

[-Peter-]

VBM|NOV schrijft brief aan fracties

Henri Lansink



Op 16 september presenteert minister Kamp het Integraal Defensie Plan, het nieuwe defensie beleidsplan. Dat plan kan alleen maar een verantwoording achteraf zijn van de aan Defensie toegekende bestedingsruimte, stelt voorzitter Jean Debie van De (grootste) Vakbond voor Defensiepersoneel VBM|NOV in een brief aan alle fracties in de Tweede Kamer.

Debie vindt dat het defensiebeleid te veel het resultaat is van de beschikbare financiële ruimte. Debie: "Het beleid wordt kennelijk bepaald door de hoogte van het beschikbare budget, waarbij de bewindsman zelf maar moet invullen wat hij ermee kan doen. Wij achten Defensie voor de veiligheid van de Nederlandse samenleving te essentieel om het beleid uitsluitend op financiële overwegingen te kunnen bepalen."

In zijn brief geeft Debie aan welke aspecten volgens hem essentieel zijn in de nog te ontvouwen beleidsvisie. Debie somt in totaal 11 aspecten op. De vier belangrijkste hebben betrekking op de beleidsuitgangspunten.

Op de eerste plaats is een analyse van de internationale veiligheidssituatie vereist. Daarnaast zal het nieuwe beleidsplan duidelijk moeten maken hoe de voorgestelde maatregelen passen binnen het veiligheidsbeleid van NAVO en EU.
Ten tweede moet duidelijk worden welk ambitieniveau Nederland wil en waarop dit is gebaseerd. Is hierbij rekening gehouden met het voortzettingsvermogen?
Ten derde zal het plan moeten aangeven dat het mogelijk is om de exploitatiekosten, die blijkbaar te hoog zijn opgelopen (onder meer als gevolg van deelname aan vredesoperaties) in de hand te houden.
Ten vierde vraagt Debie zich af of de minister duidelijk kan maken dat er een 'evenwicht' gaat ontstaan tussen het budget en de te leveren gevechtskracht. Hoe wil de minister dat meten?
Naast deze vier punten stelt Debie onder meer de investeringsquote aan de orde, de positie van de Chef Defensie Staf (die een beleidsadviserende en een uitvoerende positie gaat innemen en de vraag is: hoe verhoudt dit zich tot de gewenste scheiding tussen uitvoering en beleid?), de inboeking van het af te stoten van materieel en de positie van de Koninklijke Marechaussee. Debie vraagt zich af of het niet meer voor de hand zou liggen om de financiële lasten van dit krijgsmachtdeel onder te brengen bij een ander departement.

Belangen personeel

Debie wijst de fracties er op dat de brief die de minister eind juni naar de Tweede Kamer heeft gestuurd voor veel onrust onder het personeel gezorgd. De (grootste) Vakbond voor Defensiepersoneel VBM|NOV eist dat de belangen van het personeel hoog op de agenda worden geplaatst. Daar heeft het personeel recht op. Omdat het niet alleen loyaal aan alle voorgaande herstructureringen en reorganisaties heeft meegewerkt, maar vooral ook omdat het tegelijkertijd heeft deelgenomen aan diverse uitzendingen en de negatieve gevolgen daarvan voor het persoonlijke leven voor lief heeft genomen.

[bron: www.vbmnov.nl]