Wie wil er nog werken bij Defe...

[-Peter-]

De ACOM, de CNV-bond van militairen vraagt zich na lezing van de (ontwerp)begroting Defensie 2006 in gemoede af, wie nog bij Defensie zou willen werken.

Defensie afficheert zich bij voorkeur als 'aantrekkelijke en betrouwbare werkgever'. Maar elk jaar, bij lezing van de begroting en de daarin neergelegde plannen van de (politieke) Defensieleiding, bekruipt ons weer het naargeestige gevoel dat deze werkgever haar vizier bij voorkeur richt op de hardware, 'de bommen en granaten', in plaats van op het personeel.
Ook dit jaar zijn onze bevindingen niet anders. Immers de nieuwe begroting bevat, vergeleken met die van 2005, naast weinig nieuws, veel slechte elementen voor het zittend personeel.

De ACOM moet opnieuw vaststellen dat het 'flexibele personeelssysteem', met als hoeksteen het 'up or out'-model, leidt tot grote onzekerheid onder het personeel. Immers onder het voorgenomen personeelsregiem is niemand er zeker van wanneer het zijn/haar tijd is om 'over het hek' te gaan.
Vrijwel nergens ter wereld, zo blijkt uit eigen vergelijkend onderzoek van Defensie, zijn militairen verplicht tot hun 58e levensjaar te werken. Desondanks eist onze Defensie van haar militair personeel dat het tot het 60e 65e levensjaar in touw blijft voor deze 'aantrekkelijke en betrouwbare werkgever'.

In de komende jaren wil Defensie per jaar ruim 7000 BBT'ers werven. Maar hoe wil deze werkgever, die in hoog tempo voortgaat met het afbreken van de arbeidsvoorwaarden van het personeel, deze ambitieuze doelstelling verwezenlijken?
De ACOM staat bovendien uitermate kritisch tegenover het voornemen van Defensie om buitenlandse werknemers aan te trekken voor functies die moeilijk te vullen zijn waarbij gedacht wordt o.a. aan vliegers, technisch personeel et cetera. Wij zijn van oordeel dat deze 'manoeuvre' het probleem van de hoge uitzenddruk niet oplost terwijl het evenmin een structurele aanpak van het vullingprobleem inhoudt.

Voorts kijkt de ACOM nog altijd met grote zorg naar het veteranenbeleid van Defensie en constateert andermaal dat hier sprake is van een 'ver-van-mijn-bed-show'. Hoe is anders de mededeling van Defensie te duiden dat 'de financiële gevolgen van de maatregelen uit de nieuwe veteranennota en de klant-leverancierrelatie met de Stichting Veteraneninstituut nog niet duidelijk' zijn en er geen extra geld is voor 'nieuwe' veteranen.

De huidige stand van zaken bij Defensie overziend en kijkend naar de (personele) beleidsrichtingen die in de nieuwe begroting worden aangegeven kan de ACOM niet anders dan concluderen dat het huidige personeel bij Defensie het slecht getroffen heeft. Aan aspirant werknemers van Defensie, met pijn in het hart, het advies: 'Bezint eer gij begint'.

bron ACOM-CNV