Kamp Holland is een dorp

Gestart door Ton de Zwart, 15/09/2006 | 22:41 uur

Ton de Zwart

Met duizend bewoners is Kamp Holland in Tarin Kowt, Uruzgan, een dorp op zich. Militairen vertellen over hun dagelijks leven.
Irak was voor mij gevaarlijker

Korporaal Richard, 22 jaar, is monteur/wapenhersteller.

,,Ik ben in juli gekomen. Toen was er nog geen gereedschap en één Mercedes. Nu wordt het steeds drukker. Wij kijken wat er stuk is aan een voertuig en proberen dat te maken. Grotere reparaties doet het herstelpeloton. De sfeer is wel goed. We slapen met z'n vieren in een container. Daar heb je een stukje muur voor jezelf om foto's op te hangen en ruimte om een filmpje te kijken.

Vandaag hebben we een tent opgezet om in de schaduw te kunnen werken. Tot nu toe stonden we buiten op een betonplaat; bepaald geen pretje. In dit kamp moet je alles nog opbouwen. Ik heb ook in Irak gezeten, bij Sfir- 4. Daar kwam ik terecht in een gespreid bedje.

Het werk dat ik in Irak deed, was wel gevaarlijker: elke dag de basis af om routes te controleren op explosieven. Nu kom ik de poort niet uit. Irak was voor de levenservaring en om mooie dingen mee te maken. Uruzgan is goed als ervaring voor wat ik in de toekomst wil gaan doen: het restaureren van oldtimers.''


Het werk is goed voor de portemonnee

Korporaal Roel, 21 jaar, staat op wacht bij Afghaanse bouwvakkers.

,,Eigenlijk ben ik monteur bij het herstelpeloton. Dit werk doen we erbij. Met z'n tweeën houden we de locals in de gaten die hier betonijzer vlechten en bekistingen maken voor de fundering. We letten op of ze er niet vandoor gaan. Als een local moet pissen, gaat één van ons met hem mee. Gekke dingen heb ik nog niet meegemaakt. Die Afghanen zijn blij dat ze hier werk hebben.

Het is dat het moet, anders zou ik dat bewaken liever niet doen; eigenlijk is het werk voor de infanterie. Maar bij het herstelpeloton is het ook niet alles. De aanvoer van onderdelen loopt voor geen meter.

Op het kamp is het lekker rustig. In Irak hadden we meer last van mortiergranaten, soms vijf of tien tegelijk. Dat heb ik hier nog niet meegemaakt. De kans is groot dat ik nog een keer hierheen moet. Monteurs zijn schaars. Het is in elk geval goed voor de portemonnee: met de uitzendtoelage erbij heb je een dubbel salaris.''


Mijn vriendin vindt het niet erg leuk

Soldaat 1 Danilo, 28 jaar, is kok/chauffeur.

,,Vandaag is mijn dochter Shanaya zeven geworden. Ik heb haar vanochtend gebeld voordat ze naar school ging. Als mensen haar vragen wat haar vader doet, zegt ze 'Papa kleedt zich in het groen en loopt met een wapen rond'. Het is de eerste keer dat ik zo lang van huis ben. Mijn vriendin vindt het niet leuk, maar ze accepteert het. Ik bel of mail haar elke dag. Het maakt me niet uit hoe duur dat is.

Tot nu toe heb ik met de luchtmobiele brigade alleen oefeningen meegemaakt. Het is hier bijna alsof we op oefening zijn. Van gevaar merken we helemaal niks. In Kandahar, waar we moesten acclimatiseren, was dat wel anders. Daar komen regelmatig raketten neer.

We hebben hier een gezellige club mensen. Ik sta afwisselend in de keuken om maaltijden warm te maken en achter het buffet, zorgen dat alles klaarligt voor de klant. De meeste mensen reageren positief op het eten. Eergisteren was ik zelf jarig. Mijn collega's hadden een bordje bij het buffet neergehangen: 'Die grote neger is jarig vandaag. Geef hem een handje'.''


Als het gebeurt, dan gebeurt het

Korporaal Anna, 23 jaar, medewerker mortuarium

,,Vanavond draai ik bardienst. Dat doen we bij toerbeurt. En ik help mee met wassen draaien. Mijn eigenlijke werk is mortuarium-medewerker van het ziekenhuis op Kamp Holland. Ik ben de enige die dat doet. In Nederland doe ik dit werk ook, bij 420 Hospitaalcompagnie. Als er iemand overlijdt, moet ik het lichaam zo opbaren dat het nog toonbaar is en ervoor zorgen dat het zonder lekken naar Nederland kan worden vervoerd.

Natuurlijk hoop ik dat er geen doden vallen, maar als het wel gebeurt, probeer ik mijn werk zo te doen dat iedereen er tevreden over is. Ik heb stages gelopen in ziekenhuizen, daar zie je van alles. Maar hoe ik het hier zal ervaren, daar kun je niet voor trainen.

Er staan bij het hospitaal continu twee koelcontainers aan. Met de hitte hier zou het anders te lang duren om ze snel koel te krijgen. Mijn werkruimte is 15 graden en de andere container 4 graden. Daar kunnen zes tot negen doodskisten in staan.

Ik ben nu een maand hier. Bedreigd voel ik me niet. Ik merk heel weinig van gevaar. Als het gebeurt, dan gebeurt het. Daar ben ik vrij nuchter in. ''


De dag gaat hartstikke snel

Korporaal Anthony (23), wachtdienst.

,,Voor de wacht wordt iedere keer een andere club aangewezen. Ik zit bij het logistieke detachement, dat is nu aan de beurt. 'Gooi mij maar op de lijst, het is mooi weer', heb ik gezegd. Ik draai twaalf uur wachtdienst, van zes tot zes. De dag gaat hier hartstikke snel voorbij. Nog twee uurtjes, dan zit het er alweer op. Wachtdienst is voor mij een ontspanning na de hectiek van de basis. Ik ben hulpbeheerder voor de uitgifte van voedsel, materieel en persoonlijke gevechtsuitrusting, brandstof en munitie.

Ik sta niet de hele dag op de toren, hoor. Het schema is een half uur op de toren, de omgeving in de gaten houden. Dan een uur bij de poort het inkomend verkeer controleren en daarna anderhalf uur patrouille rijden over de basis. Dan controleer ik belangrijke gebouwen zoals het munitiecomplex en de ops-room.

De buitenring wordt door de Afghaanse nationale garde bewaakt. Daar controleren wij de jingle trucks (lokale vrachtwagens) op papieren. Dan ben ik een stuk oplettender. Buiten ben je een makkelijker doelwit; dan moet je scherper zijn dan op het kamp.

Dit is mijn derde uitzending. Ik heb eerder in Bosnië en Irak gezeten. Dit is weer een heel andere uitzending.''


Het is een beetje cowboywerk hier

Luitenant Ewoud, 49 jaar, verkeersleider TK Tower

,,Ik ben met mijn collega van de militaire luchtverkeersleiding in Nieuw-Milligen hiernaartoe gescrambled. Het verkeer op TK (Tarin Kowt) nam zo toe dat we binnen twee weken hierheen zijn gestuurd. Ik ben in de 31 jaar die ik bij Defensie werk nooit eerder naar een oorlogsgebied – zo beschouw ik het hier – uitgezonden geweest. Dat valt mijn vrouw wel zwaar, ook omdat we een eigen bedrijf hebben. Gelukkig blijkt het tot nu toe veilig te zijn.

Het is een beetje cowboywerk hier. De Amerikanen zouden langer blijven om alles aan ons over te dragen, maar zeiden toen puntje bij paaltje kwam 'Die Hollanders redden zich wel'. De eerste week dacht ik: waar ben ik terechtgekomen? Toen we half augustus aankwamen, was het helemaal pionieren. Er was zowat niets. Radio's, verbindingsmiddelen, alles moesten we nog regelen. Er begint nu een beetje lijn in te komen. Ik heb bijvoorbeeld kunnen regelen dat we een toren kunnen krijgen die beveiligd is tegen klein-kaliberwapens. De barbecue en het zwembad komen eraan, zeg ik weleens voor de grap.

Per dag zijn er vijftig vluchten, voor de Nederlanders, de special forces en de Australiërs. In het begin waren er hooguit vier vluchten. Luchttransport wordt alleen maar belangrijker als de winter invalt.''

Bron: Trouw van 150906