Rijksbegroting & Politieke toekomst

Gestart door Lex, 13/05/2011 | 15:47 uur

Ace1

Asscher haalt uit naar werkgeversorganisaties

Minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken) verwijt de werkgeversorganisaties dat ze ''ageren tegen het vaste contract, tegen loondoorbetaling bij ziekte en soms zelfs tegen de cao''.
De PvdA-minister zei dat zaterdag tijdens een bijeenkomst in Amsterdam.

De lobby van de werkgevers werkt volgens hem ondermijning van de werknemersrechten in de hand. ''Dat lijkt slim als je werk als kostenpost bekijkt, maar dat is het niet. Het zorgt voor ziekte en stress bij werknemers, en het benadeelt de bedrijven die het wel goed willen doen."

Asscher noemde ''flexibiliteit geen natuurverschijnsel'', maar een keuze. Zelf kiest hij voor ''de bindende waarde van werk''.

''We moeten kiezen voor goed werk, met zekerheid, scholing en doorgroeimogelijkheden voor werknemers. Werknemers die met liefde naar hun werk gaan, die zich gewaardeerd voelen, werken harder, beter en zijn gelukkiger. Laat de boodschap van vandaag zijn dat die liefde dan ook van twee kanten moet komen."

http://www.nu.nl/politiek/3992937/asscher-haalt-werkgeversorganisaties.html

jurrien visser (JuVi op Twitter)

De tijd om lacherig te doen over defensie is voorbij

Gastcolumn Geerten Waling

Een militaire invasie van Nederlands grondgebied lijkt weliswaar ver weg, maar er zijn redenen te over om onze krijgsmacht te versterken.

Geerten Waling  15 februari 2015

et enige regelmaat is het Nederlandse leger onder de voet gelopen bij invasies die eigenlijk te verwachten waren geweest. Bijvoorbeeld in 1672 tijdens het rampjaar, in 1795 met de Frans-Bataafse overrompeling, in 1940 met de inval van Hitler. Vandaag leren de spanningen met Rusland en met het islamitisch fundamentalisme ons wederom: vrede is geen vanzelfsprekendheid. CDA-leider Buma noemde die spanningen in WNL Opiniemakers 'de redenen waarom wij onze defensie weer op orde moeten brengen'. Hij heeft gelijk. Het zou eindeloos naïef zijn om te blijven vertrouwen op internationale regels en afspraken, op verdragen en tribunalen. Dat softe gedoe helpt niets tegen de opgestoken middelvingers van de Al-Baghdadi's, Kim Jong-uns en Poetins van deze wereld.

De geopolitiek is terug van nooit weggeweest. Het kan geen kwaad een stevig leger paraat te hebben. Jazeker, oorlogvoeren is een nasty business - je moet wel gek zijn om het te willen. Helaas zijn er genoeg gekken die er hun levensdoel in zien. Nederland lijkt een klein landje, zo aan de Noordzee met die kleinzielige sores achter de dijken, maar we moeten onze bescheidenheid niet overdrijven. We zijn ten diepste internationaal geworteld: de Baltische handel, de Atlantische connectie, de overzeese gebieden. De stromen van goederen, geld, informatie en diensten gaan al eeuwenlang per schip, maar nu ook via de weg, de lucht en de datakabel. Nederlanders zitten overal. Is het niet voor handel of wetenschap, dan wel voor toerisme, kunst of sport.
   
Korps mariniers
 
Nederland houdt zich goed staande in dit gemondialiseerde tijdperk, maar tegelijk zijn conflicten waar ook ter wereld nooit ver van ons bed. Ten eerste bedreigen ze al gauw de Nederlandse belangen, wat militair optreden wenselijk zou kunnen maken. Vanuit die gedachte is ooit, dit jaar precies 350 jaar geleden, het Korps Mariniers opgericht door filmhelden Michiel de Ruyter en Johan de Witt. De zwaar getrainde zee-infanterie heeft sindsdien in binnen- en buitenland de Nederlandse belangen veilig gesteld. Nog altijd wordt het korps ingezet om koopvaardijschepen te beschermen tegen piraterij.

Ten tweede is er de meer principiële noodzaak om militair te kunnen interveniëren in buitenlandse conflicten: het verdedigen van onze waarden. We laten ons graag voorstaan op onze vrijheid en tolerantie. Elke handelsmissie naar een barbaars land krijgt die dwingende boodschap mee: mensenrechten! Vruchtbare betrekkingen onderhouden met landen die bloggers zweepslagen geven, die rebelse punkmeisjes opsluiten, die homo's doodstraffen, die overspelige vrouwen stenigen - het gaat toch knagen... Op zijn minst moet de schijn worden opgehouden dat de mensenrechten 'ter sprake' zijn gekomen. Als heartland van de westerse vrijheden zou Nederland er goed aan doen om niet alleen te dreinen, maar op zijn tijd ook een rij scherpe tanden te tonen. Kortom, de koopman én de dominee, de industrieel én de mensenrechtenactivist, zouden allebei voorstanders moeten zijn van een sterke krijgsmacht.
   
Dienstplicht

Maar daarvoor moeten we wel willen betalen. Het defensiebudget is afgelopen halve eeuw schrikbarend gekelderd, zo toont het economische weblog Follow The Money. Het relatieve budget is nu zelfs lager dan dat van 1929. De Speld, doorgaans behept met voorspellende gaven, grapte al over decentralisatie van defensie. Afgelopen jaar was het totale budget nog maar 7,6 miljard euro - dat is inclusief alle uitkeringen, pensioenen en wachtgelden. Als we even doen alsof 16,8 miljoen burgers dat bedrag moeten ophoesten, dan hebben we het over zo'n 38 euro per Nederlander per maand. We betalen gemiddeld evenveel voor onze smartphone als voor ons leger!

Een terugkerend begrip als het gaat om defensie is 'draagvlak'. Blijkbaar hadden we daar in de afgelopen halve eeuw steeds minder van, maar onder druk van de actualiteit lijkt dat nu te veranderen. Bezuinigingen worden opgeschort, maar het defensiebudget komt bij lange na niet in de buurt van de NAVO-afspraken. Voor meer politiek draagvlak is zichtbaarheid van de krijgsmacht in de samenleving cruciaal. Het ministerie van Defensie probeert die te vergroten met bijvoorbeeld trainingen op straat.

Een goede poging, maar helaas ziet hetzelfde ministerie uit angst voor terrorisme wel graag dat militaire uniformen in het straatbeeld worden gecamoufleerd. Het soldatenleven lijkt een sociaal taboe, weggestopt in afgesloten kazernes. Alsof we ons schamen voor het leger. Als het bijvoorbeeld gaat over de 'maatschappelijke stage' voor jongeren, dan is er voor die opgelegde liefdadigheid wel ruimte in kerken en moskeeën, maar niet in een kazerne. Dat is een verkeerd signaal. Het zou goed zijn als de krijgsmacht een zichtbaar en natuurlijk onderdeel van de samenleving zou zijn. Het idee om de dienstplicht nieuw leven in te blazen, deze week geopperd door parlementariër Joram van Klaveren, gaat wellicht wat ver, maar de gedachte is begrijpelijk. Een militaire invasie van ons grondgebied lijkt weliswaar historisch ver weg, maar bedreigingen kunnen vele vormen aannemen. Er zijn redenen te over om nu eens níet roekeloos achterover te leunen. De tijd om lacherig te doen over defensie is voorbij.

Geerten Waling (@geertenwaling) is historicus.
Samen met Coos Huijsen publiceerde hij in 2014 het boek De geboortepapieren van Nederland.

http://www.volkskrant.nl/dossier-gastcolumn/de-tijd-om-lacherig-te-doen-over-defensie-is-voorbij~a3850960/

Ace1

Seinen springen op groen voor de economie

Particuliere consumptie en investeringen zijn de nieuwe groeimotoren in ons land


Amsterdam

De Nederlandse economie komt geleidelijk op stoom. De tijd dat de groei rond de nul schommelde, lijkt voorbij. Vrijdag kwam het CBS met het nieuws dat de economie voor het derde kwartaal op rij groei vertoonde. Gemiddeld kwam de groei in 2014 uit op ruim 0,4% per kwartaal, waardoor de economie nu op een groeipad zit van ongeveer 1,8% op jaarbasis.

In het laatste kwartaal van vorig jaar kwam er een plus van 0,5% uit, vergeleken met het derde kwartaal. Dat is al niet zo'n onaardig cijfer, en uit detailcijfers blijkt dat de inkleuring nog positiever kan zijn. Zo heeft Nederland de fase overwonnen dat de groei eenzijdig van de exportprestaties afhankelijk is. De export vertoonde wel het hele vorige jaar groei, maar de handel met het buitenland draagt niet heel sterk bij aan de groei.

Dat komt doordat tegenover de groei van de export een ongeveer even sterke groei van de import staat. Daarmee draagt Nederland bij aan de groei elders.

De rol van de export als groeimotor is geleidelijk overgenomen door de particuliere consumptie en sinds de tweede helft van vorig jaar ook de investeringen.

Consumenten gaven meer uit aan meubels en bijvoorbeeld ook aan smartphones. Ook is de toename van de investeringen in woningen verder aangetrokken. De bedrijven hebben meer geïnvesteerd in machines en installaties, in telecommunicatie en in software. Het CBS zegt dat de groei van de investeringen wordt uitgelokt door een hogere bezettingsgraad van machines en installaties, terwijl ook het hogere producentenvertrouwen een extra zetje in de goede richting geeft.

Opvallend genoeg remde de zachte winter de groei over heel 2014 van 0,8% amper af. Er werd vorig jaar 15,1% minder gas opgepompt dan in 2013, waardoor dus ook de gasopbrengsten lager uitkwamen.

Ook een bezuinigende overheid blijkt de groei de nek niet om te draaien.

In zes van de zeven laatste kwartalen heeft de overheid de eigen uitgaven verminderd.

In het laatste kwartaal was die min met 0,5% ook nog eens relatief groot.

De grote verrassing van 2014 was de arbeidsmarkt. In het verleden volgde deze de economie met een flinke vertraging, zowel in een opgaande als in een neergaande conjunctuur. Dit keer lijkt er sprake van een parallelle ontwikkeling, waarbij het herstel van de arbeidsmarkt veel meer synchroon verloopt met het herstel van de economie.

Het aantal banen is in het vierde kwartaal met 42.000 gestegen. Het CBS spreekt van de grootste toename in drieenhalf jaar. Over de laatste drie kwartalen van vorig jaar zijn er 79.000 banen bij gekomen. Dat betekent dat er evenveel gezinnen zijn waar het inkomen een flinke sprong heeft gemaakt, waardoor ook een fundament wordt gelegd voor een verdere groei van de particuliere consumptie. Nog altijd zijn er 100.000 banen minder dan voor het uitbreken van de diepe recessie van 2008 en 2009, maar een groot deel van de schade is nu toch weggewerkt.

Voor het zesde kwartaal op rij nam ook het aantal openstaande vacatures toe, dit keer met 6000. Dat het herstel op de arbeidsmarkt toch nog pril is, blijkt uit het gegeven dat de groei van het aantal vaste banen nog gering is. Het CBS zegt dat de banengroei van werknemers vooral gedragen door de uitzendbanen.

In één jaar tijd kwamen er in de uitzendbranche een forse 51.000 banen bij. Bij de zelfstandigen, onder wie de zzp'ers, groeide het aantal banen het laatste kwartaal met 19.000 om uit te komen op een totaal van 2,1 miljoen. Dit is het hoogste aantal ooit.

Minpunt op de arbeidsmarkt is de verdere toename van het aantal langdurig werklozen. In de zorg blijft de werkgelegenheid dalen. Het afgelopen jaar zijn er in deze sector 32.000 banen verdwenen.

Mkb vraagt weer personeel

'We hebben eind 2013 en in de loop van 2014 al gemerkt dat het herstel is ingezet', zegt Dirk Veerman van uitzendorganisatie USG People in reactie op de goede cijfers over de arbeidsmarkt in het vierde kwartaal. USG People voert als belangrijkste merken Unique en Start People. 'Onze branche loopt altijd vooruit op een breder herstel van de arbeidsmarkt.'

Volgens Veerman gingen de signalen in de loop van het jaar verder de goede kant op. 'In de zomer nam de vraag naar vakantiekrachten en studenten echt toe, ook bij het mkb. De jaren daarvoor werd die periode intern opgevangen, maar nu begon de capaciteit blijkbaar te knellen.'

De trendbreuk in de zomer heeft zich daarna doorgezet. Ook in de tweede jaarhelft nam bij het mkb de vraag naar flexibel personeel toe. 'Een heel belangrijke indicator', aldus Veerman. 'Want het mkb heeft lang problemen ondervonden, ook in de kredietverlening, en familiebedrijven houden in mindere tijden langer vast aan hun personeel. Daardoor is er langer overcapaciteit en nu gaat het toch meer richting volle benutting gezien de vraag naar flexibel personeel.' De mkbbedrijven zijn gezamenlijk goed voor het grootste aantal arbeidsplaatsen in Nederland.

De woordvoerder noemt als andere positieve uitschieters de grotere vraag uit de bouwsector en in de techniek. 'Daarnaast hebben we via ons onderdeel voor hoger opgeleiden USG Professionals meer vraag naar juridische medewerkers gezien.'

Ook Toon van Bodegom van arbeidsbemiddelaar Myler, een netwerk van freelancers en zzp'- ers, ziet een enorme opleving in de inhuur van flexibel personeel.

'Als we januari met december vergelijken, dan groeien we bij bestaande klanten met 34,7%, dat hebben we in geen jaren meegemaakt.'

'Er is langer overcapaciteit en nu gaat het toch meer richting volle benutting'

http://fd.nl/economie-politiek/1092720/seinen-springen-op-groen-voor-economie-nederland


Ros

Citaat van: Huzaar1 op 12/02/2015 | 15:31 uur
Met van Uhm als CDS hadden we een pareltje die harten won, de huidige CDS  heeft het charisma en voorkomen van een buschauffeur.
No pun intended, maar het werkt wel degelijk tegen.

En daarom zijn de eieren zo duur  :confused:

Huzaar1

Met van Uhm als CDS hadden we een pareltje die harten won, de huidige CDS  heeft het charisma en voorkomen van een buschauffeur.
No pun intended, maar het werkt wel degelijk tegen.
"Going to war without France is like going deer hunting without your accordion" US secmindef - Jed Babbin"

Ros

Goed en duidelijk verhaal. Een opsomming van kennis en feiten die al langer bekend zijn bij iedereen die een verantwoordelijkheid heeft of moet nemen om het tij te keren. Het draagvlak waar de CDS het over heeft is er soms en vooral heel even als de gelegenheid zich voor doet. Het draagvlak dat dan even opdoemt is dan helaas niet met het oog op de capaciteiten van de krijgsmacht maar meer gericht op politiek gewin  en partij belangen.

Ik vrees, dat ondanks uitingen als deze door de CDS of wie dan ook, dit niet veel uit gaat halen. Als ons politieke systeem van pappen en nathouden, akkoorden sluiten en gas terug nemen om de moeizaam tot stand gekomen coalitie kost wat kost in het zadel te houden niet veranderd, zal de ingeslagen koers niet wijzigen.

jurrien visser (JuVi op Twitter)

Wankel draagvlak krijgsmacht maakt ons land kwetsbaar DEEL II

Bijzonder werk

Militairen zorgen voor veiligheid door hard in te grijpen als de situatie daarom vraagt, maar we stabiliseren ook falende staten, en versterken veiligheidsstructuren door middel van training en advies. Daarmee maken we het mogelijk dat ngo's, bedrijven en lokale autoriteiten weer kunnen werken aan duurzame ontwikkeling, en daarmee krijgt de lokale bevolking weer perspectief op een veilig en beter bestaan.

Dat maakt ons werk heel bijzonder. Wij zijn niet het antwoord, maar we zijn wel een onmisbaar deel van het antwoord. Dat klinkt natuurlijk allemaal wel goed, maar toch maak ik mij zorgen. Als ik iets heb geleerd in dit werk dan is het wel passen en meten, en werken met schaarste. Want ik moet voortdurend puzzelen om aan de vraag te kunnen voldoen.

Bij iedere missie moet ik het wenselijke matchen met het haalbare. Mensen hebben vaak nog steeds het idee dat Defensie een enorme grote organisatie is. Het tegendeel is echter waar. De krijgsmacht is de laatste jaren fors kleiner geworden. Het is nog een kwalitatief goed team dat voorop loopt. Dat zeker. Maar wel een team dat qua mogelijkheden beperkt is.

Kwalitatief draaien we mee in de eredivisie, kwantitatief krijgen we het stadion nog maar voor twee derde gevuld. Als gevolg van twee decennia bezuinigen hebben we ons ambitieniveau drastisch naar beneden moeten bijstellen. Dat betekent dat we minder  kunnen doen en missies minder lang volhouden.

Daarbij zijn er grenzen aan wat we van onze militairen kunnen vragen. Waar je als militair voorheen al een hele tijger was als je 1 of 2 uitzendingen op je naam had staan hebben we de afgelopen tien jaar de uitzenddruk voor de mensen zien toenemen. Dat moeten we als organisatie wel kunnen volhouden.

Begrijpt u mij niet verkeerd. Ik ben maar wat blij dat we al die jaren in Nederland in relatieve vrede hebben kunnen leven, en een grote krijgsmacht is natuurlijk geen doel op zich. Als het niet nodig is moeten we vooral investeren in andere belangrijke zaken of de staatsschuld aflossen. De krijgsmacht is echter wel de zwaardmacht van de overheid.

De Nederlandse leeuw moet ook van zich kunnen bijten, en zijn woorden kracht bij kunnen zetten als dat nodig is. Het is niet voor niets dat de Amerikaanse president Roosevelt ooit stelde: 'Speak softly, but carry a big stick .... and you will go far.'

Ik ben dan ook blij dat dit kabinet met de steun van een aantal oppositiepartijen, de koe bij de hoorns vat en de trend van bezuinigingen op Defensie heeft doorbroken. Ook doet het goed om te zien dat de militaire missies in het parlement met grote meerderheden wordt gesteund. Dat vrijheid en veiligheid een erkend publiek goed zijn, daar lijkt niemand nog aan te twijfelen.

Ook in de samenleving groeit het besef dat Nederland altijd een beroep moet kunnen doen op militairen. Een krantenkop in de NRC Next van afgelopen najaar was tekenend. Er stond in grote letters op de pagina: 'Eh, laten we toch maar weer een leger nemen'. En ik hoorde vorig jaar de schrijver Geert Mak - ooit pacifist - in het programma 'Een op een' tegen Sven Kockelman zeggen dat we 'Defensie niet moeten afbreken'.
 
Waardering

Vanuit de samenleving zie ik steeds meer respect en waardering voor het militaire beroep. Meer dan honderdduizend bezoekers van de Nederlandse Veteranendag die onze veteranen jaarlijks toejuichen. De toekenning van de Militaire Willems-orde aan majoor Tuinman in december vorig jaar, live door de NOS uitgezonden. Een groot Telegraaf-Kerstconcert, speciaal bedoeld voor alle veteranen die ons land kent, en honderden gemeenten die veteranenactiviteiten organiseren.

Ook uit onderzoek blijkt dat er iets verandert in Nederland. Het Continu Onderzoek Burgerperspectieven -het COB - dat eind vorig jaar verscheen laat bijvoorbeeld zien dat 48 procent - bijna de helft - van de ondervraagden vindt, dat Nederland deel moet nemen aan militaire missies als de internationale gemeenschap daarom vraagt. Toen deze vraag twee jaar geleden voor het laatst werd gesteld, was dat nog 30 procent.

Uit onderzoek van TNS/NIPO, in opdracht van de Atlantische Commissie, blijkt dat bijna de helft van de bevolking extra investeringen in Defensie wenselijk acht. Voor mij zijn het signalen dat er een toenemend draagvlak is voor de krijgsmacht, en dat draagvlak is cruciaal.

Want een gebrek aan draagvlak - of een wankel draagvlak - maakt de krijgsmacht kwetsbaar. Dat maakt ons land kwetsbaar.

Het kost immers vele jaren om militaire capaciteiten weer op te bouwen. We kunnen dus niet 'even een leger nemen'. Of eenheden zomaar aan- en uitzetten. Defensie is geen windvaantje. Als het nodig is moeten we er gewoon staan. Niet alleen voor Nederland, maar ook voor onze bondgenoten - onze vrienden.

Want er is niet één missie die wij nog alleen kunnen doen. Niet één. De Nederlandse krijgsmacht doet alles samen met anderen en onze veiligheid is afhankelijk van die samenwerking. Eén voor allen, allen voor één. Dat is de kern van die samenwerking.

Dat vereist wel dat je als land ook proportioneel moet kunnen bijdragen.

Hoe zou u het vinden als één van uw vrienden in de kroeg regelmatig een rondje minder geeft? Dan zou je als land dus ook proportioneel moeten kunnen bijdragen. Onze minister zei het vorig jaar in een interview met BNR heel treffend: 'Europa sta op en zorg dat u, uw eigen broek kunt ophouden. En u niet alleen maar verschuilt achter de rug van de Amerikanen.'

Zij wees er toen op dat dit wel gebeurt. En dat dit 'behoorlijk wat spanning' met zich meebrengt in NAVO-verband. Daarom is een natuurlijk draagvlak voor Defensie nodig. Stabiel en duurzaam, en dat is zaak van politiek, samenleving en krijgsmacht.
 
Krijgsmacht is uitvoerende partij

Het is deze klassieke drie-eenheid waar de militair strateeg en filosoof Von Clausewitz al in de 19de eeuw over schreef, en die onverbrekelijk met elkaar verbonden is. Immers: In een democratie bepaalt de bevolking wie het land regeert; Beslist de gekozen overheid wanneer het noodzakelijk is om over te gaan tot militaire inzet; En is de krijgsmacht de uitvoerende partij.

Ieder heeft dan ook een eigen verantwoordelijkheid en positie, maar samen dragen we wel bij aan het benodigde natuurlijke draagvlak. Laat ik beginnen met onze rol. Het is aan de krijgsmacht om te laten zien wat we voor Nederland betekenen. Dat is mijn verantwoordelijkheid. Ik moet het 'wat' en het 'hoe' helder over het voetlicht krijgen.

Bijvoorbeeld door te laten zien dat we terrorisme bij de bron bestrijden, dat we stabiliteit brengen om grote vluchtelingenstromen te voorkomen en dat we piraterij tegengaan en daarmee onze koopvaardij en handelsbelangen beschermen.

Door de krijgsmacht zoveel mogelijk onderdeel te laten zijn van onze samenleving. Te lang was Defensie een gesloten bolwerk. Graag wil ik de deuren nog verder openzetten.

Transparant zijn. Ook als dingen niet goed gaan. We moeten laten zien wat we doen en hoe we het doen.

Daarom nodig ik journalisten ook uit om mee te gaan naar missiegebieden. Want ik kan u wel vertellen wat wij allemaal doen, maar de burger moet ook in staat worden gesteld een eigen en onafhankelijk oordeel te vormen. Bovendien: bijna 17 miljoen Nederlanders bereik ik echt niet alleen. Daarin spelen de media een belangrijke rol. Journalisten bepalen dus in belangrijke mate het beeld.

Natuurlijk botst dat ook wel eens. Ik heb echt wel eens gebaald als zaken op de voorpagina naar mijn mening anders werden voorgespiegeld. Maar ook weet ik: dat hoort erbij. Onafhankelijke journalistiek maakt deel uit van onze vrijheden en verworvenheden. Dat is ook waar de krijgsmacht voor staat.

Dan de rol van de politiek en het openbaar bestuur. Zij zijn het gezag. Zij gaan over de taken en omvang van de krijgsmacht. Zij gaan ook over het 'waar' en het 'waarom' van de militaire inzet. En zo hoort het, maar voor het draagvlak voor Defensie is het belangrijk dat het 'waar' en 'waarom' goed wordt overgebracht. En dat niet de waan van de dag de agenda bepaalt.


Er staan als het nodig is
 
Politiek en bestuurders kunnen daarom een verschil maken door een zorgvuldig doordacht 'verhaal' - ofwel een strategisch narratief - consistent uit te dragen. Voor de goede orde: dat betekent natuurlijk niet dat er geen discussie over de krijgsmacht mogelijk is. Integendeel! Waar het om gaat is bewustwording. Bewustwording van het feit dat de krijgsmacht er is met een reden.

Bewustwording ook van het feit dat - ook al is er even geen 'brand' - de krijgsmacht er toch moet staan om eventuele toekomstige branden te kunnen blussen. Branden ver weg, oplaaiend aan onze grenzen, of onzichtbaar als een veenbrand onder onze voeten.

Eenheden en capaciteiten kunnen we niet gisteren afschaffen en morgen weer vliegend, varend en rijdend hebben. Dat is een illusie. Dit kost tijd. Er staan als dat nodig is... dat wordt vaak gezegd. Maar dan moeten we er wél kunnen staan als dat nodig is. Dáár gaat het om.
 
Draagvlak samenleving

Tot slot de rol van de samenleving, want ook de samenleving draagt bij aan het vormgeven van draagvlak. Allereerst door steun en betrokkenheid te tonen, waar ik net al aan refereerde, maar ook door te participeren in het maatschappelijk debat. In dat debat moet nut en noodzaak van de krijgsmacht dan blijken. Uiteindelijk gaat het om de vraag wie wij zijn.

Wat is de identiteit van ons land? Wat willen we als Nederlanders in de wereld betekenen?

Welke belangen en waarden vinden wij belangrijk? Onze krijgsmacht is daarvan de weerspiegeling.

We leven niet meer in de tijd van Machiavelli of in de tijd van de oude diplomatie. Betrokkenheid van de burger is gelukkig al lang geen daad meer van 'ondenkbare vulgariteit', zoals Sir Nicolson beschreef. De krijgsmacht, en de inzet van die krijgsmacht, gaat ons allemaal aan. Want de krijgsmacht is er voor iedereen. Daar mag, en daar kunt u op rekenen.

Maar, dat gaat niet vanzelf. Als je voor de beginselen van de samenleving zoals we die met elkaar hebben opgebouwd wilt opkomen, is brede steun voor Defensie noodzakelijk. Zolang de trein van moderniteit de stad van de eeuwige vrede niet heeft bereikt, moeten we waakzaam zijn.

Met een natuurlijk draagvlak kunnen we ervoor zorgen dat de nationale basisverzekering op veiligheidsgebied ook in de toekomst een afdoende dekkingsgraad houdt. Dat is een zaak van ons allemaal. Een zaak in het belang van Nederland. In het belang van alle inwoners, en in het belang van onze kinderen. Opdat vrijheid ook hun toekomst is.

http://www.volkskrant.nl/opinie/wankel-draagvlak-maakt-de-krijsmacht-en-daarmee-ons-land-kwetsbaar~a3849499/


jurrien visser (JuVi op Twitter)

#6388
Wankel draagvlak krijgsmacht maakt ons land kwetsbaar DEEL I

Dit is de volledige Machiavelli-lezing, op 11 februari 2015 in Den Haag uitgesproken door de Commandant der Strijdkrachten, Generaal T.A. Middendorp.

Tom Middendorp is Commandant der Strijdkrachten / 12 februari 2015

Sir Harold Nicolson - de Britse diplomaat en politicus die in 1939 het boek Diplomacy schreef, zei dat het in de tijd van de oude diplomatie ondenkbaar was om het volk te betrekken bij buitenlandse aangelegenheden. Alleen de gedachte al was volgens hem 'an act of unthinkable vulgarity'.

We kunnen het ons nauwelijks voorstellen. Wij leven in een tijd waarin we in luttele seconden geïnformeerd worden over wat er in de verste uithoeken van de wereld gebeurt.

Ook hebben we het recht om onze mening te ventileren over het regeringsbeleid, inclusief de inzet van de krijgsmacht.

En zo hoort het ook. De krijgsmacht is een instrument van de regering en de inzet, die gaat ergens over. Het gaat over de verdediging van onze democratische waarden en verworvenheden. Over ónze vrijheid. Over ónze veiligheid.
 
 
Dienen
 
Mijn vader groeide op in Rotterdam en maakte de bombardementen in 1940 van dichtbij mee. Evenals de jaren van bezetting en de hongerwinter, die winter waarin twintigduizend Nederlanders omkwamen door honger en kou.

Mede daardoor ben ik als kind de verhalen gaan lezen over de bevrijding van Nederland. De boeken van K. Norel over de Tweede Wereldoorlog en over de Engelandvaarders - die huis en haard achterlieten om vanuit Engeland te strijden voor onze bevrijding - heb ik stukgelezen.

Ik was gefascineerd door de verhalen over de moed van de mensen in de ondergrondse bewegingen die vele Joodse families hebben gered, en over de honderdduizenden geallieerden die vanuit andere werelddelen hun leven offerden voor onze vrijheid.

Die ervaringen en verhalen hebben ongetwijfeld bijgedragen aan mijn keuze voor een toekomst bij Defensie, voor een leven als militair. Hoewel ik toen ook werd aangetrokken door de uitdaging, de veelzijdigheid en de kameraadschap, koos ik er ook voor om te dienen.

Een keuze waarvan ik overigens de betekenis in de loop der jaren pas echt ben gaan beseffen. Vooral tijdens mijn twee uitzendingen naar Afghanistan. Ik zag daar wat onveiligheid is. En wat het betekent om veiligheid te bieden.

Veiligheid
 
Onzichtbare vijanden, zelfmoordaanslagen, mensen die gewond raken of sneuvelen... Ik werd daar op mijn eerste dag, als commandant van de Taskforce Uruzgan, al heel direct mee geconfronteerd.

Er dreigde een aanslag in het dorpje Deh Rahwod. We moesten snel reageren. 's Nachts werd in recordtijd een operatie voorbereid met Afghaanse, Nederlandse, Amerikaanse en Franse militairen en agenten. Enkele uren later, in de vroege ochtend, vielen we een zogeheten Afghaanse quala binnen. Daar werd een man overmeesterd die met een bomvest een zelfmoordaanslag wilde plegen.

Een geslaagde actie, maar de vreugde was van korte duur. 's Middags was er toch een aanslag. Er was nog een tweede zelfmoordenaar en die zorgde met zijn gruwelijke daad voor meerdere gewonden en enkele doden onder Afghaanse collega's. Een tegenslag die de taaie werkelijkheid van crisisgebieden weerspiegelt. Het is vaak een stap achteruit om weer stappen vooruit te kunnen zetten. Dat vereist doorzettingsvermogen en vaak ook een lange adem.

Ik heb het tij in Uruzgan zien keren. Van vechten naar opbouwen. Ik heb gezien hoe wij de mogelijkheden creëerden voor anderen om aan ontwikkeling te werken. Hoe in een ontoegankelijk gebied uiteindelijk zo'n vijftig ngo's hun belangrijke werk konden gaan doen. Hoe veiligheid en ontwikkeling hand in hand gaan en elkaar nodig hebben. Bijvoorbeeld door scholen te bouwen en zo jongens - en ook meisjes - onderwijs te bieden.

Veiligheid geeft mensen kortom de ruimte om te leven en te ontwikkelen. Ik zie in alle missies die de krijgsmacht uitvoert welk verschil wij kunnen maken op plekken waar niemand anders dat kan. Dergelijke ervaringen hebben mij geleerd wat het betekent om te dienen.
 
Voelbare dreiging

Dienen betekent doorgaan waar anderen moeten stoppen. Dienen betekent je eigen leven wagen om dat van anderen te redden. Dat maakt dienen tegelijkertijd ook dankbaar. Ik heb dus geen enkele spijt van mijn keuze voor dit beroep. Het is misschien wel de beste keuze die ik ooit gemaakt heb. Omdat ook ik mij wilde inzetten voor het behoud van die verworvenheden die ooit zo zwaar zijn bevochten en omdat ik mijn kinderen de kans wilde bieden om net als ik in vrijheid op te groeien.

Ik kan u vertellen: dat was eind jaren zeventig - toen ik ging studeren aan de militaire academie - voor veel mensen afwijkend gedrag. Het was toen de tijd van de dienstplicht, de vrije haardracht, de vrijheid - blijheid. Het was een tijd van grote protesten tegen de plaatsing van kruisraketten. Het was ook een tijd waarin de oorlog in Vietnam nog in belangrijke mate de publieke opinie bepaalde.

Ik kan u uit eigen ervaring vertellen dat je in die tijd niet de populariteitsprijs won als je in uniform in de trein zat. Je kon er op wachten dat je negatieve opmerkingen naar je hoofd geslingerd kreeg. Veel respect en waardering voor militairen was er dus niet echt, hoewel de noodzaak van een krijgsmacht wel voelbaar was door de Koude Oorlog.

Dat laatste veranderde enkele jaren later met de val van de Muur. De voelbare dreiging viel weg en er brak een tijd aan van grootscheepse hervormingen en afslankingen; het zogenaamde vredesdividend werd geïnd.

Misschien ook niet zo verwonderlijk. Ga maar na. Hoeveel mensen hadden nou nog - zoals mijn vader - het bombardement van Rotterdam meegemaakt, de hongerwinter, of echte gevechtshandelingen? Wie van ons ervoer nog een dreiging nadat het Warschaupact was geïmplodeerd? Wie voelde zich hier nou nog 'echt' kwetsbaar?

Ik denk maar weinig mensen. Eigenlijk leefden we hier zoals de Amerikaanse politicoloog Francis Fukuyama in 1992 had aangekondigd. Hij schreef in zijn boek The End of History and the Last Man: 'Velen zijn blij dat de trein van de moderniteit hen in de stad van de eeuwige vrede had gebracht, waarin alle conflicten technocratisch en bureaucratisch, en bij voorkeur via internationale organen zouden worden opgelost'.
 
Vanzelfsprekendheid

Toch lijkt dat nu te veranderen. Steeds meer mensen beseffen dat vrede en veiligheid ook hier niet vanzelfsprekend zijn. De wereld is immers niet wat we er na 1989 van verwachtten.

Ontwikkelingen zijn niet zo rooskleurig verlopen als Fukuyama had voorspeld.

Het rommelt aan de grenzen van Europa en aan de grenzen van het NAVO-verdragsgebied. De machtsverhoudingen in de wereld veranderen, en niemand die kan voorspellen wat de toekomst ons gaat brengen.

Ik had bijvoorbeeld nooit gedacht dat ik ooit een afweging zou moeten maken om militairen naar de Oekraïne te sturen om een crashsite veilig te stellen. We zien de spanning daar nu verder oplopen en opeens staan inzetgereedheid en snelle reactietijden weer hoog op de agenda's. Dat dachten we allemaal niet meer nodig te hebben.

En wie van u had enkele jaren geleden gedacht dat we aan onze Europese grenzen gruwelijke beelden van onthoofdingen zouden zien? Van massa-executies? Van honderdduizenden slachtoffers en miljoenen ontredderde vluchtelingen?

Het laat zien hoe onvoorspelbaar de hedendaagse wereld is en hoe instabiel ook. De spanningen lopen niet alleen op in het oosten van Europa. Ook aan onze zuidgrenzen rommelt het. De gordel van instabiliteit groeit en strekt zich uit van grote delen van Noord-Afrika via het Midden-Oosten naar Zuid-Azië.

Het broeit en het biedt ruimte voor georganiseerde criminaliteit, voor mensenhandel, voor de doorvoer van drugs en wapens en voor extremistische groeperingen. Ontwikkelingen die ons direct raken en ik vrees dat de voortekenen weinig hoopgevend zijn. Er staan vele rode waarschuwingslampjes op ons veiligheidsdashboard te knipperen.

Denkt u aan het wijdvertakte karakter van het jihadisme; onze digitale kwetsbaarheid; de impact van klimaatverandering; geopolitieke spanningen in Oost-Azië; schaarste van grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen, en armoede en toenemende werkloosheid in fragiele staten.

Michael Ignatieff, de Canadese hoogleraar Internationale Betrekkingen, noemt de huidige situatie zelfs een 'liminale fase van oorlog', naar het Latijnse woord 'limen' - ofwel 'drempel'.

Volgens Ignatieff is er vooralsnog  geen sprake van oorlog, maar zeker ook niet van vrede.

'We weten alleen dat de vulkaan rommelt, en dat de eerste uitbarstingen zich al voordoen',  zei hij eind vorig jaar in Trouw.

Afhankelijkheid

Zo'n eerste uitbarsting hebben wij afgelopen zomer al meegemaakt. De ramp met de MH17. Op die dag werden we niet alleen geconfronteerd met gevoelens van verdriet, ongeloof en afschuw maar ook met de betrekkelijkheid van ons veilige bestaan. Want vrijwel iedere Nederlander werd in zijn of haar directe omgeving wel geconfronteerd met het overlijden van een of meerdere inzittenden.

Het raakte ons allemaal en voor iedereen werd het pijnlijk duidelijk: De onveiligheid in de wereld is dichterbij gekomen. Opgerukt tot aan de voordeur, en soms verder. De barbaarse aanslag op de redactie van Charlie Hebdo in Parijs maakte opnieuw en zeer indringend duidelijk: Internationaal terrorisme raakt ons allemaal, en we hebben heel wat te verliezen. Namelijk onze veiligheid, onze vrijheden en onze democratische waarden.

Er staat dus nogal wat op het spel en de ogen sluiten kunnen we niet. Onze veiligheid en belangen worden immers direct bedreigd door wat er in het buitenland gebeurt. Wij zijn volledig afhankelijk van het buitenland, van vrije aanvoerroutes en van stabiliteit op onze afzetmarkten.

Met het uitsluitend treffen van veiligheidsmaatregelen in eigen land redden we het niet. Je kunt immers onmogelijk alles beveiligen. En bovendien: wie wil er nu leven in een politiestaat? Als we daar niet voor kiezen, dan moeten we de problemen ook bij de bron aanpakken. Ofwel: preventief optreden.

De krijgsmacht is dan de 'rode knop' waar je op kunt drukken in geval van nood. Niet voor niets doet de regering een toenemend beroep op de krijgsmacht. Kijkt u maar eens naar het lijstje missies van alleen al het afgelopen jaar:

Onze F-16's die tot voor kort in het oosten van Europa het luchtruim van onze bondgenoten beschermden; onze Patriot-luchtverdedigingssystemen die de Turkse stad Adana beschermden tegen raketten vanuit Syrië; onze langjarige inzet voor de kust van Somalië, om piraterij tegen te gaan; onze militairen in Mali die migratie, criminaliteit en terrorisme bij de bron proberen aan te pakken; onze inzet om de slachtoffers van de rampvlucht MH17, en hun persoonlijke eigendommen vanuit Oekraïne terug te brengen naar Nederland; De strijd die we tegen Ebola zijn aangegaan door hulpgoederen naar West-Afrika te brengen en Ebola-teams te trainen; onze vliegers en ondersteunend personeel die zich nu elke dag inzetten om de opmars van ISIS een halt toe te roepen; de inzet van onze mensen om Iraakse en Koerdische militairen te trainen, zodat zij zelf de orde en veiligheid in eigen land beter kunnen handhaven.

U ziet: het is nogal een lijst. Het beroep op de krijgsmacht is groter dan ooit. Het maakt ook de dynamiek in de veiligheidsomgeving duidelijk zichtbaar. Toch ben ik de laatste die zal roepen dat conflicten en spanningen altijd en uitsluitend een militair antwoord vereisen. De ervaring leert echter wel dat militaire inzet veelal een noodzakelijk onderdeel is van de oplossing.
 

dudge

#6387
Citaat van: Kaaskop2 op 11/02/2015 | 23:06 uur
Nee.

De term begrotingstekort wordt geassocieerd met de omvang van de economie (BBP), niet met de omvang van de begroting. De bewering dat het begrotingstekort 5,18% is, is dus per definitie foutief.

Hoewel voorheen verschillende definities bestonden voor het begrotingstekort en EMU-tekort (oorspronkelijk: begrotingstekort = overheidstekort + herfinanciering), worden beide termen tegenwoordig als synoniemen gezien.

Overigens raamt het CPB (decemberraming 2014) dat het EMU-tekort/begrotingstekort in 2015 zal uitkomen op 1,8%.

Ook goed, dan is het geen begrotingstekort, noemen we het anders 'situatie waarin je in de begroting meer geld uitgeeft dan er binnenkomt'.  En we geven nog steeds fiks meer uit dan we volgens de plannen binnen krijgen.

Hier de cijfers CPB:
http://www.cpb.nl/cijfer/kortetermijnraming-december-2014

Kaaskop2

Citaat van: Thomasen op 11/02/2015 | 22:06 uur
Nee.
Ik snap wat je bedoeld, maar dit komt door slim taalgebruik.

Nee.

De term begrotingstekort wordt geassocieerd met de omvang van de economie (BBP), niet met de omvang van de begroting. De bewering dat het begrotingstekort 5,18% is, is dus per definitie foutief.

Hoewel voorheen verschillende definities bestonden voor het begrotingstekort en EMU-tekort (oorspronkelijk: begrotingstekort = overheidstekort + herfinanciering), worden beide termen tegenwoordig als synoniemen gezien.

Overigens raamt het CPB (decemberraming 2014) dat het EMU-tekort/begrotingstekort in 2015 zal uitkomen op 1,8%.

dudge

Citaat van: Reinier op 11/02/2015 | 21:41 uur
Ik denk, weet bijna 100% zeker, dat ons begrotingstekort in 2015 niet 5,18% zal zijn. Dan zitten we weer ruimschoots boven de 3% en zouden we slechter zijn dan Frankrijk of België en zouden we door de EU op het 'strafbankje' komen.

Het exacte percentage weet ik niet meer, maar zal eerder richting een 2% tekort gaan

Nee.
Ik snap wat je bedoeld, maar dit komt door slim taalgebruik. De 3% norm gaat niet over het begrotingstekort, maar het begrotingstekort ten opzichte van de totale economie(BBP). Dat betekend dat bij een begrotingstekort van 3% bij een belastingdruk van 50%, je dus een begrotingstekort hebt van 6%.

Het cijfer wat ik gaf gaat trouwens over de EMU saldo's. Die bedragen volgens planning 259.6 miljard, waar de totale inkomsten 246.8 miljard bedragen. Twee cijfers waar trouwens ook nog eea op op en aan te merken is.

Als je wil is alles hier na te zoeken:
http://www.rijksbegroting.nl/2015/voorbereiding/miljoenennota
Zie je dat de verwachting voor de netto uitgaven weer wat lager zijn bijvoorbeeld. Het is altijd maar net met welke cijfers je rekent.

Hier de simpele versie:
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/prinsjesdag/documenten-en-publicaties/brochures/2014/09/16/miljoenennotaposter-2015.html

En hier korte heldere uitleg van het EMU-saldo:
http://nl.wikipedia.org/wiki/EMU-saldo

Huzaar1

De bezettingsgraad is toegenomen doordat de krijgsmacht steeds meer heeft bezuinigd en geschrapt ja. Het heeft vrij weinig te maken met verbeterde aanwas cijfers. Dat weten ze zelf ook.
Wat een formeel en achterlijk antwoord weer.
"Going to war without France is like going deer hunting without your accordion" US secmindef - Jed Babbin"

jurrien visser (JuVi op Twitter)

'Leger niet klaar voor oorlogsdreiging'

'Structureel gebrek aan personeel en materiaal, zoals brandstof'

Peter Groenendijk / 11-2-15

Het Nederlandse leger is niet klaar voor een situatie van oorlogsdreiging. Door een structureel tekort aan personeel en materieel zijn veel onderdelen niet inzetbaar. Dat zegt Marc de Natris, voorzitter van de vereniging van marineofficieren (KVMO).

,,Zolang we niet alle eenheden hoeven in te zetten, is het probleem nog te verhullen'', zegt De Natris. ,,Maar we zien allemaal dat de situatie in de wereld verandert. Als we nu zouden worden geconfronteerd met een oorlogsdreiging, wat helaas niet langer ondenkbeeldig is, dan kunnen we lang niet alle eenheden inzetten. Daar zijn de tekorten veel te groot voor.''

Defensie kampt met een personeelstekort van 8.5 procent (zo'n 3500 militairen). Bovendien is er al jaren een groot gebrek aan geschikt materieel. ,,Het probleem wordt alleen maar groter'', zegt De Natris. ,,Door het gebrek aan goed materieel, zelfs brandstof, kan er vaak niet geoefend worden. Dat zorgt voor frustratie bij veel militairen, die zich niet kunnen ontwikkelen zoals ze zouden willen. Bovendien krijgen ze er al jaren geen cent bij. En daardoor is er een grote uitstroom van goed personeel. We kampen met een structurele brain drain die je niet kan opvangen door instroom van rekruten.''

Bezettingsgraad

Defensie zegt zich niet in het beeld te herkennen. ,,De vulling van de krijgsmacht is in het laatste jaar juist toegenomen'', zegt woordvoerder Klaas Meijer. Dat klopt: het tekort daalde sinds 2011 van 13 procent naar 8,5. Meijer: ,,En die ontwikkeling lijkt zich dit jaar voort te zetten.''

Maar volgens De Natris doet Defensie veel te weinig om de problemen op te lossen. ,,De bezettingsgraad gaat omhoog omdat Defensie kleiner wordt. Maar de instroom is al jaren lager dan de uitstroom. Het lijkt wel of Defensie er stilletjes blij mee is, omdat het honderden miljoenen salaris per jaar scheelt. Ik heb de indruk dat het kabinet door slecht werkgeverschap probeert het aantal ambtenaren terug te dringen.''

Defensie ontkent dat. Meijer: ,,We zijn hard bezig om personeel te werven én nemen maatregelen voor het behoud van personeel. Wel is het zo dat militairen de afgelopen jaren als gevolg van de crisis geen loonsverhoging hebben ontvangen. Op dit moment zijn we met de bonden in overleg over een nieuw akkoord, waarbij sprake is van enige loonruimte.''

Bezuinigingen

Het tekort aan personeel is een direct gevolg van de jarenlange bezuinigingen op Defensie en het feit dat het personeel al lang op de nullijn zit. Dat zorgde ervoor dat nog meer mensen vertrokken dan de bedoeling was. ,,Veel mensen zijn de onzekerheid beu'', zegt Anne-Marie Snels van vakbond AFMP. ,,Eén op de vijf militairen heeft vorig jaar gesolliciteerd buiten Defensie. De positie van militairen is jarenlang verwaarloosd en daar betaalt Defensie nu een hoge prijs voor.''

De bonden onderhandelen al tijden met Defensie over een nieuwe CAO. Defensie roept op haar beurt al geruime tijd om meer geld: de organisatie is uitgehold na jarenlange bezuinigingen. Maar vooralsnog blijft een substantiële verhoging van het budget uit.

http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Nederland/article/detail/3848661/2015/02/11/Leger-niet-klaar-voor-oorlogsdreiging.dhtml

Ros

Diverse oppositiepartijen eisen dat het kabinet toegeeft dat extra investeringen in de veiligheidsketen nodig zijn om Nederland te beschermen tegen de gevaren van buiten.

Woensdag debatteert de Tweede Kamer met het kabinet over de capaciteit van de inlichtingendiensten, de politie, het Openbaar Ministerie en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).

De coalitiepartijen houden vooralsnog vol dat extra investeringen nu niet nodig zijn. Onlangs stelde premier Mark Rutte dat de diensten met de huidige capaciteit in staat zijn te doen wat redelijkerwijs nodig is bij de aanpak van terroristische dreiging.

Als een uitbreiding van de capaciteit nodig is zal de financiering daarbij geen belemmering zijn, stelde hij ook.

Vorige week schreef het kabinet echter aan de Kamer dat de diverse diensten een analyse maken om te bezien of, gezien het langdurige karakter van het huidige dreigingsbeeld, extra capaciteit nodig is.

Oplossingen

Diverse oppositiepartijen zien dat als een stapje in de goede richting, maar nemen daar geen genoegen mee. "Ik wil van het kabinet horen dat zij zeggen dat de diensten worden uitgebreid", aldus Sybrand Buma (CDA).

"De premier heeft gezegd alsnog te onderzoeken of er een capaciteitsprobleem is bij de inlichtingendiensten, terwijl we links en rechts zien dat de diensten het niet meer aankunnen. Dat kan niet zo blijven. Dit debat gaat niet over meer onderzoek, maar over oplossingen."

Alexander Pechtold (D66): "Schoorvoetend geeft het kabinet inmiddels toe dat er mogelijk toch extra geld nodig is. Het is voor een VVD-minister (Ivo Opstelten, Justitie, red.) die al 4,5 jaar tamboereert op veiligheid natuurlijk ook moeilijk om toe te geven dat extra investeringen in veiligheid toch nodig zijn."

De D66'er wil van het kabinet duidelijkheid waar de extra agenten en marechaussees, die nu worden ingezet om gebedshuizen en andere gebouwen te beschermen, vandaan komen.

"Het kabinet heeft het over herprioritering, maar ik heb geen idee waar dan capaciteit wordt weggehaald. Terwijl ik al van burgemeesters hoor dat de positie van de wijkagent onder druk staat", aldus Pechtold.

Oester

Zijn ChristenUnie-collega Arie Slob heeft weinig fiducie in het debat. "Heel langzaam opent de oester zich, maar ik denk niet dat we met dit debat erg veel gaan opschieten."

Zijn woorden worden ondersteund door VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra. Hij herhaalt de woorden van het kabinet dat er op dit moment voldoende capaciteit is, maar dat onderzoek wordt gedaan naar de toekomst.

Volgens Slob heeft de eerder aangekondigde bezuiniging op de inlichtingendiensten het effect gehad dat veel mensen vertrokken. En aangezien het opleiden van deze mensen tijd kost wil hij nu al actie van het kabinet om op tijd op sterkte te zijn.

Volgens hem moet over de hele politie- en justitieketen de capaciteit worden vergroot. Met name de Syriëgangers die terugkeren vormen volgens hem een groot gevaar.

Volgens het kabinet zijn "circa 180 Nederlanders uitgereisd naar jihadistische strijdgebieden, van wie 25 zijn omgekomen". Van de uitgereisde Nederlanders zijn er 35 teruggekeerd en nog circa 120 verblijven in Syrië en Irak.

Volgens PVV-leider Geert Wilders heeft extra investeren in de veiligheidsdiensten geen zin als de grenzen "een gatenkaas" zijn. "En wie wil gaan, laat ze gaan. Liefst met hun familie", aldus Wilders. Hij noemt het kabinet "incompetent met betrekking tot terreurbestrijding".

www.nu.nl